Sluit [X]   
 

Gedeputeerde van Diepen in 1939: geboren te Amsterdam, Noord-Holland

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 29-1-2024

Donateur worden?

De Stelling van Amsterdam - Extra

Bewaringskampen Politieke Delinquenten

Collaborateurs

Loodsen Kamp Kruithuis

De diversen loodsen van Kamp "Kruithuis".
(Foto: © René Ros, 2007)

Arrestatie

Op 8 mei 1945 wordt deze man als collaborateur in Diemen gearresteerd.
(Foto: collectie Jo Teeuwisse en Kees Huyser)

Al in 1943 werden door de regering in Londen voorbereidingen getroffen om na de bevrijding collaborateurs gevangen te kunnen nemen ter bepaling van hun straf en het voorkomen van "Bijltjesdag" door de collaborateurs in bescherming te nemen. Een en ander ging wel in tegen de in 1948 aangenomen Rechten van de Mens.

Een van de maatregelen was het opstellen van het Besluit Buitengewoon Strafrecht met de mogelijkheid om een daad ook te kunnen bestraffen met een later van kracht geworden wet. Het besluit was een combinatie van gewoon en militair strafrecht waarbij met enige creativiteit uit het militair strafrecht de doodstraf toegepast kon worden. De Bijzondere Rechtspleging zou plaats vinden door Tribunalen, Bijzondere Gerechtshoven en de Bijzondere Raad van Cassatie. Het Bijzondere Gerechtshof Amsterdam was gevestigd in het gebouw van de Nederlandse Handelmaatschappij in de Vijzelstraat (anno 2009 het Stadsarchief Amsterdam).

Het betrof vooral politieke delinquenten die lid waren van 'foute' organisaties zoals de Nationaal Socialistische Beweging (N.S.B.) - met op haar hoogtepunt 110.000 leden. Deze delinquenten zouden door negentien tribunalen berecht worden, gevestigd in onder andere Alkmaar, Amsterdam en Haarlem. De zwaarste straf die hier opgelegd kon worden was een internering van 10 jaar.
De zwaardere oorlogsmisdadigers werden berecht door Bijzondere Gerechtshoven waarbij ook 152 maal de doodstraf werd geëist waarvan er 40 zijn uitgevoerd, onder andere op het Fort in de Laander en Westbijlmerpolder.

Het zuiden van Nederland was het eerst bevrijd door de Geallieerde strijdmacht en hier werden minstens 20.000 (vermeende) collaborateurs gearresteerd en gevangen gezet maar pas berecht nadat het gehele land bevrijd was. De arrestaties vonden plaats door de Binnenlandse Strijdkrachten in naam van het Militair Gezag en later voor het Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging (D.G.B.R.) van het Ministerie van Justitie.
De Politieke Opsporingsdienst (P.O.D.) in Amsterdam was tot in juli 1945 gevestigd in het A.T.V.A. gebouw in de Marnixstraat en vervolgens op Leidseplein 23-31 (Hirschgebouw). Zij had in december 1945 al 45.000 aangiften van collaboratie ontvangen. Op grond daarvan waren 10.000 arrestaties verricht. In de Zaanstreek waren 1.250 arrestaties verricht.
In eerste instantie werden arrestanten gedetineerd in afwachting van hun berechting. Na de berechting werden ze, als een straf werd opgelegd, ook in kampen ondergebracht om de straf (internering) te ondergaan.

De kampen waren in eerste instantie vooral in bestaande gebouwen in de grote steden gevestigd. In Amsterdam waren, behalve het Huis van Bewaring aan de Amstelveense Weg, verschillende kampen evenals de centrale bakkerij. In andere plaatsen rond Amsterdam werden onder andere de volgende kampen ingericht:

Gemeente Naam November 1945 Doden Opmerkingen
    Mannen Vrouwen    
Alkmaar Kazerne "Rochdale" 550 -   huidige Talmastraat en omgeving
Beemster Kamp van Bewaring "Fort benoorden Purmerend"       zie Gevangene Van Berge
Haarlem Koudenhorn Kazerne 1.774 29    
Halfweg Kamp "Kruithuis" 567 31   Sectorpark Halfweg, Afd. Munitie, zie Kampcommandant Schalk
Halfweg Kamp "Sectorpark" 446 171   Sectorpark Halfweg, Afd. Materieel, zie Bewaker Koningen en Gevangene Koolhoven
IJmuiden Bewaringskamp "Christelijke Belangen" 208 163   Enschedestraat/plein, in 1946?
Laren Kamp Laren / Kamp Crailo        
Naarden Kamp Proromo 279 800 4 kazernes in de Vesting Naarden
Overveen Kamp Duinrust       later Marine Hospitaal Overveen
Purmerend Rijks H.B.S.        
Weesp Interneeringskamp "Casparus"        
Weesp Kamp Roskam 998 -   vm. Nederlands barakkenkamp
Zaandam Interneeringskamp Zaandam / Districtsgevangenis GII DVI 108 -   Gevangenis Stationsstraat nr. 61 (Vrijmetselaarsloge) en nr. 108 (schoolgebouw)

"Een uit het kamp Sectorpark te Halfweg ontvluchte en weer gepakte gedetineerde wordt in aanwezigheid van de hele kampbevolking, waaronder ook twintig meisjes, zodanig met riemen geslagen tot hij neervalt. Daarna wordt hij bijgebracht en moet dan in een kring lopen en wordt door de bewaking getrapt en geslagen."
Uit: "In plaats van bijltjesdag".

Vooral kazernes, tuchtscholen, Huizen van Bewaring, internaten, fabrieken en loodsen werden als kamp gebruikt. Daaronder kazernementen en magazijncomplexen van het Ministerie van Oorlog omdat deze veelal leeg stonden na het vertrek van de Duitse bezetter. De beste kazernementen werden echter door de geallieerde troepen gebruikt.
Ook gebruik van de leegstaande Stoommeelfabriek 'Vrede' bij Zaandam werd in augustus 1945 overwogen. In ieder geval zijn twee gebouwen aan de Stationsstraat gebruikt, tot een onbekende datum maar vóór 30 november 1946. De kampcommandant verdiende 400 gulden per maand en er waren 77 personeelsleden

Eind 1945 waren er landelijk ook negen forten in gebruik. Hieronder waren Fort bij Honswijk en Fort Blauwkapel die in gebruik waren als ondervragingskamp bij het Bureau Nationale Veiligheid.
In twee gevallen werden forten van de Stelling, zonder extra voorzieningen, per mei 1945 gebruikt als tijdelijke gevangenis. Deze forten vielen toen niet onder D.G.B.R. maar waren door lokale verzetsgroepen of Militair Gezag / Binnenlandse Strijdkrachten in gebruik genomen. Het betrof Fort bij Edam (vrouwen in poterne en bergplaats, tot september 1945) en Fort benoorden Purmerend (mannen, 5 mei tot 26 september 1945). In dit laatste fort zat Dirk van Berge.
Van het Kamp "Kruithuis" is niet precies bekend wanneer het in gebruik werd genomen maar er zijn filmbeelden van 9 juni 1945 waarop gevangenen zelf de prikkeldraadhekken moeten plaatsen. Het kamp is waarschijnlijk op 1 mei 1946 gesloten.

Amsterdam

In het westen van Amsterdam was het "Kamp West" of "Kamp Da Costastraat" vanaf 1 januari 1946 gevestigd in het scholencomplex van de Vakschool voor Vrouwen- en Meisjeskleding. Op Da Costastraat 60-62 was het vrouwenkamp, nummer 64 het mannenkamp en op nummer 91 het noodziekenhuis. Op 1 mei 1947 sloot het kamp behalve het vrouwenkamp dat pas vier maanden later sloot. Het is niet bekend hoeveel gedetineerden hier een plaats konden vinden. Administratief vielen de kleinere kampen "Kamp Zuid" (Herman Heijermansweg 20) en "Kamp Oost" (Polderweg 8 en 10) onder "Kamp West".
"Kamp Oost" was een voormalige Marechaussee-kazerne en ook vertrekpunt van de Joden naar Westerbork geweest. In juni 1945 is er ook sprake van Kamp "Zeven Provinciënstraat" (vanaf 1946 Karel Doormanstraat) maar nadere gegevens ontbreken.

Een kamp dat groter was dan "Kamp West" was het Bewarings- en Verblijfkamp "Kamp Levantkade", in het Oostelijk Havengebied. Dit kamp ontstond nadat het nabijgelegen Lloyds Hotel, een landverhuizers hotel en tijdens de oorlog een Huis van Bewaring, vol was.
Van 1945 tot waarschijnlijk 1947 bood het terrein, aan drie zijden omgeven door water, met drie K.N.S.M. havenloodsen ruimte aan maximaal 2.600 mannen en 1.100 vrouwen welke allen op stro sliepen. De ziekenhuisafdeling had 250 bedden. Op 3 oktober 1945 waren er 1.200 mannen, 700 vrouwen, 46 Duitse mannen, 97 Duitse vrouwen en 4 Duitse kinderen. Bij ongeregeldheden is hier op 14 maart 1946 een gedetineerde doodgeschoten.
In augustus 1945 waren er plannen om voor de winter naar een nieuw IJ-kamp aan de Nieuwendammerdijk te verhuizen maar deze waren vertraagd. En vermoedelijk uiteindelijk uitgesteld en vervangen door overbrenging naar het Kamp Laren.
Volgens een justitieel onderzoek uit 1951 op basis van gegevens van de bevolkingsregisters zijn er in Kamp Da Costakade en Kamp Levantkade in totaal 56 mannen en 2 vrouwen om het leven gekomen.

De voormalige Militaire Bakkerij werd van augustus 1945 tot juli 1948 gebruikt als 'Centrale Bakkerij voor de Bewarings- en Verblijfkampen'. De Duitse bezetter had het ook als bakkerij gebruikt en het zelfs verbouwd. Op 5 mei 1945 werd de bakkerij "in bruikbare toestand" door de Binnenlandse Strijdkrachten overgenomen.
Wanneer de bakkerij door het Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging werd overgenomen was zelfs voor de accountant in 1948 niet meer te achterhalen - het waren chaotische tijden - maar "rond 1 oktober 1945" wordt genoemd. Eerder al, vanaf 30 augustus 1945 werden broden aan de kampen in Noord-Holland geleverd voor 5 guldencent per brood.
Het personeel bestond uit zeventien bakkers en twee of drie ploegen delinquenten met drie bewakers.

Overigens waren er in Amsterdam ook twee kampen vanaf de Duitse inval in mei 1940 tot medio juni 1940. In de Markthallen aan de Jan van Galenstraat en in de loods 'Celebes' op de Javakade werden NSB-ers en Rijksduitsers geïnterneerd.

Van kazernement naar fort

Spijkerboor Staalmeesters

Een gedeeltelijke kopie van het schilderij "Staalmeesters" van Rembrandt in een van de lokalen van het Fort bij Spijkerboor.
(Foto: © René Ros, 2002)

Eind 1945 begon het Ministerie van Oorlog met de herbouw van het Nederlandse leger en wilde de diverse kazernementen weer gaan gebruiken voor het oorspronkelijke doel. Ter vervanging werd in 1945 besloten om twaalf forten van de Stelling (maar dertien geworden?) in gebruik te gaan nemen voor 250 delinquenten per fort. Dat betrof, op twee na, vrijwel alle forten van de Stelling ten noorden van het Noordzeekanaal.
Omdat in de forten zowel de water- als elektriciteitsvoorziening ontbraken, waren zeer omvangrijke aanpassingen nodig en tevens tralies, afrastering en schilderwerk. De werkzaamheden werden vrijwel gelijktijdig gestart maar in een aantal gevallen niet voltooid of gebruikt omdat het aanbod van delinquenten snel kleiner werd. De kosten van normaal onderhoud werden gelijk verdeeld tussen het Ministerie van Oorlog en het Ministerie van Justitie. Voor het gebruik werd een gebruiksvergoeding aan Domeinen betaald, dat ongeveer 380 gulden per maand bedroeg.

Forten die met zekerheid als kamp in gebruik zijn geweest zijn:

Gedurende 1946 werden de forten in gebruik genomen en verhuisden de kampen vanuit de steden naar het platteland. Het kamp Koudenhorn werd verdeeld over Kamp Duinrust in Overveen, Kamp "Fort bij Penningsveer" en Kamp "Fort bij Hoofddorp". In het Fort bij Hoofddorp werd ook het Kamp "Sectorpark" opgenomen. Kamp Rochdale verhuisde naar het Kamp "Fort Zuidwijkermeer" en Kamp "Fort benoorden Purmerend". Terwijl in het Fort bij Spijkerboor - al eerder als gevangenis gebruikt - waarschijnlijk het Kamp "Kruithuis" werd opgenomen.

Een groep van drie forten, namelijk Fort bij Veldhuis, Fort aan de St. Aagtendijk en Fort Zuidwijkermeer, deelden een centrale keuken en ziekenafdeling. De ziekenafdeling stond bij het Fort aan de St. Aagtendijk omdat hier naast de aanwezige bergloods extra voorzieningen werden aangebracht. Zo werd een barak uit het Kamp Veendam in twee losse delen geplaatst als keuken-badgebouw en ziekenverblijf. Deze barak ging na opheffing naar Kamp "Mijnstreek". Op het Fort bij Veldhuis is een nog aanwezig keukengebouw verrezen. De keukeninstallatie ervoor kwam uit het Kamp "Duin en Bosch" en is later naar Kamp "Julia" te Eygelshoven afgevoerd.
Bij Fort Zuidwijkermeer werd de toen nog aanwezige bergloods als administratiegebouw gebruikt en er kwam een nieuw transformatorgebouw. Er was ook een keukengebouwtje van afvalmaterialen aanwezig maar dit is gesloopt bij de ontruiming.

Het Fort bij Hoofddorp werd net als de andere forten verbouwd maar bovendien werd een geheel nieuwe, niet meer aanwezige, barak gebouwd voor een totaal bedrag van 261.815,82 gulden. Op het Fort bij Spijkerboor werd een "stalen nissenhut" geplaatst.

Overbodige forten

Edam Tralies

Ook in het Fort bij Edam zitten tralies voor enkele binnenramen.
(Foto: © René Ros, 2010)

Door een snellere werking van het justitieel apparaat en door de mildere veroordelingen daalde het aantal te bewaren delinquenten. Bovendien wilde de regering de kampen opheffen en de delinquenten terug in de samenleving brengen waardoor er vanaf zomer 1947 een zestal gratie-golven volgden waarbij de straf werd verkort of geheel beëindigd. Deze gratie-golven waren nodig omdat de duur van het voorarrest langer werd dan de waarschijnlijk opgelegde straf als het tot een veroordeling zou zijn gekomen. En die veroordeling liet op zich wachten doordat de Tribunalen het werk niet aankonden.

Hierdoor werden de volgende forten niet in gebruik genomen terwijl er wel al in totaal ruim 90.000 gulden aan de inrichting gespendeerd was:

Omdat het Ministerie van Oorlog de forten al eerder voor legering had afgekeurd en voor opslag wilde gebruiken, vormden de gemaakte wijzigingen geen waardevermeerdering dat ten laste van het Ministerie van Oorlog zou kunnen komen. De gemaakte kosten moesten daarom afgeschreven worden.

Gebruik

In 1945 waren de voorzieningen in de kampen zeer minimaal omdat er geslapen werd op stro, geen medische voorzieningen waren en te weinig eten. Ook was er sprake ondervoeding maar ook van mishandeling en vernedering ("Duitse methoden") door de bewakers, veelal ex-verzetsmensen. Daarbij zijn landelijk tussen de 30 en 40 personen omgekomen door geweld en minimaal een achttal van Kamp Vught bij het opruimen van mijnen. Er zijn slechts 16 bewakers strafrechtelijk vervolgd en twee kampcommandanten van de elf kampen waar een sadistisch regime heerstte.
Dankzij inspectieteams die onverwacht de kampen bezochten en waar gedetineerden of hun familie hun beklag konden doen verbeterden de omstandigheden. Eind 1945 en begin 1946 was er betere voeding en kon in kribben geslapen worden. Maar in twee derde van de kampen was de medische voorziening nog onvoldoende.

De omstandigheden waren al beter toen de kampen in de forten van de Stelling werden gevestigd. Over het dagelijks leven is niet veel bekend maar sinds begin 1946 moesten de delinquenten overdag werkzaamheden uitvoeren zoals in de administratie en voedselvoorziening van het kamp maar ook het slopen van oorlogsbouwwerken zoals radarstations en voor het herstel van wegen.
Op het vm. Sectorpark Ilpendam, Afd. Materieel moesten ze slooponderdelen zoals pantserdeuren sjouwen. Delinquenten van het Kamp "Fort Zuidwijkermeer" werden bij de Dienst Wederopbouw en Staatsbosbeheer te werk gesteld voor tussen de 0,60 en 0,80 gulden per uur. Bij papierfabriek Van Gelder en Zonen waren veel delinquenten van Kamp "Fort Penningsveer" werkzaam. Uit hetzelfde kamp werden gevangenen te werk gesteld bij bedrijven op het nabijgelegen Industrieterrein Waarderpolder, waar ze vaak na hun gevangenschap bleven werken.

Van het verdiende loon werd 20% aan de delinquent uitbetaald verdeeld in (volgens circulaire van 20 juni 1946) 10% voor het gezin, 3% voor gebruik in de kantine en 7% 'uitgaanskas' te betalen bij ontslag uit het kamp. Vanaf oktober 1947 kan er tot 20% aan het gezin uitbetaald worden, afhankelijk van het verdiende loon.
De kosten voor het verblijf en verpleging buiten het kamp werd uit het vermogen van de delinquenten betaald.
Zeker als man en vrouw uit een gezin waren gearresteerd hadden ze hun huis en huisraad al verloren voordat ze berecht waren en waren de eventuele kinderen in een pleeggezin of tehuis geplaatst. Bij vrijlating was men vrijwel berooid en maakte weinig kans op de arbeidsmarkt.

De forten zullen vooral als nachtverblijf zijn gebruikt. Het aantal van 250 delinquenten per fort komt redelijk overeen met het oorspronkelijk aantal soldaten dus er zullen ongeveer 20 delinquenten per lokaal ondergebracht zijn geweest. De delinquenten waren niet duidelijk herkenbaar omdat men ze niet wilde stigmatiseren. Waarschijnlijk was er in de forten een gemengde populatie delinquenten maar was er sprake van aparte vrouwen- en mannenzalen.
Het is moeilijk te achterhalen hoeveel kampen er landelijk in gebruik waren toen de forten als kamp gebruikt werden. Dat moeten er tussen de 37 en 130 geweest zijn, mogelijk 80. Dan heeft de Stelling qua aantal forten een vrij grote rol gespeeld omdat zeven forten (9%) een bewaringskamp zijn geweest. Van de 45.000 delinquenten zaten er naar schatting 1.750 (3,8%) gelijktijdig in de Stelling opgesloten.

Omdat het om politieke delinquenten ging die hun onschuld wilden bewijzen, met bewakers die de oorlogsjaren meestal in het verzet beleefd hadden, zal er een aparte sfeer geheerst hebben. Zowel delinquenten als bewakers gingen over de schreef.
Zo beklaagde een delinquent zich over een bewaker die zijn vrouw lastig viel en onder druk probeert te zetten om haar tot intimiteiten te bewegen. Het kwam ook voor dat echtparen probeerden om legaal of illegaal bij elkaar in hetzelfde kamp te komen. Diefstal van geld en eigendommen kwam ook voor waarbij zowel delinquenten als bewakers verdachten of daders waren.
Toen het Fort bij Veldhuis in september 1947 door personeel en delinquenten werd ontruimd verdween een elektromotor van een aardappelschilmachine. Ondervraging van de betrokkenen en zelfs een huiszoeking leidde niet tot opheldering. In het Fort bij Spijkerboor is een geldkistje met 3.400 gulden gestolen waarvan niet bekend is of de dader is gevonden.

Welke sporen zijn er nog?

Penningsveer Tralies

In plaats van de stalen luiken heeft het Fort bij Penningsveer tralies voor de ramen.
(Foto: © René Ros, 2009)

Per 1 april 1948 werd het Fort bij Penningsveer als laatste kamp in de Stelling gesloten - voor zover achterhaald kan worden. En toch heeft deze korte gebruiksperiode van maximaal twee jaar sporen op de forten achtergelaten.
Zo heeft het Fort aan de St. Aagtendijk nog traliedeuren in de gangen en enkele vensters met tralies maar bovenal is de caponnière ingericht als twee cellen waarvan de deuren met metalen bekleding, luikje en spionnetje nog aanwezig zijn. Ook in het Fort Zuidwijkermeer zijn traliedeuren aanwezig die waarschijnlijk vanwege het kamp zijn geplaatst. Fort bij Veldhuis en Fort bij Penningsveer hebben nog tralies voor veel buitenramen.
In Fort bij Edam, provisorisch bewaringskamp, is nog tralies voor enkele binnenramen van het frontgebouw aanwezig. Deze zijn echter geplaatst vanwege de internering van Engelse piloten in 1940.

In het Fort bij Spijkerboor zijn nog wandschilderingen van de delinquenten aanwezig. Overgebleven bouwwerken zijn het keukengebouw op Fort bij Veldhuis en twee transformatorgebouwtjes bij Fort Zuidwijkermeer en Fort bij Edam.

Op 1 juni 1948 werden de Tribunalen opgeheven waarna door speciale kantonrechters nog circa 2.000 uitspraken werden gedaan. Het Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging werd op 1 januari 1949 opgeheven. Het laatste Bijzonder Gerechtshof dat de deuren sloot, was die van Amsterdam op 31 december 1949.

Zie ook Thema-nieuwsbrief 'Bewaringskampen Politieke Delinquenten'.

Bijlage 1: Overzicht uit 1946 van kampen

Uit archief Parket van de Procureur-generaal te Amsterdam, 1940-1949.

Bijlage 2: Verloop aantal delinquenten en kampen

Afkomstig uit diverse bronnen m.n. de boeken 'In plaats van bijltjesdag' en 'Fout en niet goed'.

Jaar Datum Delinquenten Kampen
    Totaal w.v. vrouwen  
1945 juni >110.000   200
  31 juli 76.840 18.390  
  oktober 96.044 23.723 ca. 130
  12 november 98.119 23.579  
  december 87.493   ca. 130
1946 januari 86.963   101
  februari 78.440    
  - ook: 93.000   106
  maart 77.885    
  april 76.173   110
  mei 72.801   86
  halverwege 70.000   91
  juli 65.304    
  oktober 44.860   82
  november 40.327    
1947 maart     49
  mei 24.115 1.115 37
  september 19.000 900 37
1948 maart ?   19
  juli     15
1949 februari 1.969    
1950   ca. 2.300   0
1952 september 700-800   0
1953 november 464   0
1964 september 4   0
1966   3   0
1989   0   0

Bijlage 3: Kindertehuizen van de Bijzondere Jeugdzorg Noord-Holland

Plaats Naam Leeftijd Aanvang Einde Opmerking
Alkmaar Tehuis Kennemerhoek   1945? 1947?  
Amsterdam Doorgangshuis V&D   1945? 1946?  
  Tehuis aan de Beethovenstraat   ? ?  
  Tehuis Decroly   1945? 1947?  
  Tehuis de Hoeksteen 17-25 1945? 1 oktober 1948  
  Tehuis Kameleon   1945? 1946?  
  Tehuis het Mezennestje   1945? 1948?  
  Tehuis Pestalozzi   1945? 1946?  
  Tehuis Rousseau   1945? 1948? Van Eeghenstraat 86, 88, 177
Bussum Tehuis de Bijenkorf   1945? 1946?  
  Jeugdkamp Almere   ? ?  
Bloemendaal Tehuis de Clinghe 15-25 februari 1946 januari 1949  
Den Burg Tehuis Panorama   1945? 1946?  
Haarlem Tehuis 't Hoogt       Jan de Braystraat 2
  Tehuis voor Jeugdige Politieke Delinquenten       Koudehornkazerne
Heemstede Tehuis de Bosbeek 3-16 1 augustus 1947 maart 1949 Glipperdreef 209
Hilversum Tehuis Heideheuvel   1945? 1946?  
  Tehuis Het Mierennest   ? ?  
Huizen Werkkamp Almere   1945? 1948?  
Muiderberg Tehuis Noortheij / Noorthey 0-18 1945? >1948? ca. 50 kinderen
Valkeveen Tehuis Gustav Briegleb   1945? 1947?  
Wijk aan Zee Tehuis Relweg ? 1945? februari 1948 eigenaar Vereniging "Joodse Zee- en Boskolonies"
  Tehuis Stella Maris   ? 1 februari 1948 Districts Inspectie Leiden
  " ? 1 februari 1948 1 juli 1948 Provinciale Inspectie Noord-Holland/Utrecht
Zandvoort Tehuis de Tweesprong meisjes tot 21 januari 1946 januari 1947  
    jongens 13-21 januari 1947 1 oktober 1948  

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Het Kenniscentrum Waterlinies (KCW) verzamelt, onderzoekt, borgt en verspreidt kennis over de Hollandse Waterlinies: de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. (Advertentie)
 
 
 
Bureau Meerzijdig let op meerdere zijden bij support, mediation, procesbegeleiding en trainingen. (Advertentie)