Sluit [X]   
 

Bureau Stellingcommandant in 1917: "Oefening in luchtwachtdienst"

Donateur worden?

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 23-7-2024

De Stelling van Amsterdam - Extra

Smalspoor

smalspoor (het ~; -sporen) 0.1 smalle spoorbaan voor tijdelijk gebruik 0.2 spoorbaan met geringere spoorbreedte dan normaalspoor.

Bij de bouw van de Stelling was vervoer over het water of rails de belangrijkste vervoersvorm, zeker in de aannemerij en voor zware transporten. In beide gevallen zorgde stoom voor de aandrijving. Vanaf 1900 was het autotransport in ontwikkeling en in opkomst waarna rond 1920 de vrachtauto een geduchte concurrent was voor paard en wagen, het spoor en de boot, met uitzondering van zeer zware lasten. Het gebruik van smalspoor kende haar hoogtepunt van 1880 tot 1955.

Dit hoofdstuk tracht een overzicht te geven van het gebruik van smalspoor bij de forten, sectorparken en groepsdepots en de algemene voorzieningen. Daarnaast wordt het gebruik besproken voor de proefnemingen bij Schoorl, het unieke geniespoor naar Fort aan de Nekkerweg evenals het spoor op de Schietkatoenfabriek "De Oude Molen". Helaas zijn er slechts enkele spoorrestanten.

Forten

Smalspoor Fort bij Spijkerboor
Soldaten met een smalspoorlorrie op rails op Fort bij Spijkerboor in 1916. Het bord toont een grammofoonspeler met de tekst: "Moeder hij doet het weer op Spijkerboor".
(Foto: collectie René Ros.)

Bij de bouw van zowel de verdedigbare aardwerken voor het "het Kleine Plan" en de bomvrije gebouwen werd smalspoor gebruikt voor de aanvoer van zand en bouwmaterialen. Op het fortterrein werd dit met draagbaar smalspoormaterieel tijdelijk aangelegd waar het nodig was. Buiten het fortterrein moet, voor zover bekend, elk fort een smalspoorverbinding met een nabijgelegen loskade aan het water hebben gehad. Het is onbekend of deze smalspoorverbindingen na de bouw aanwezig bleven voor eventueel transport van munitie en materieel.
Omdat de forten vanwege de inundaties vrijwel altijd op dijkniveau gebouwd zijn, zijn er slechts flauwe hellingen tussen de loskade en het fort. Ook de korte afstand maakte dat de wagens met mankracht voortbewogen konden worden.

Wanneer de smalspoor tracés zijn opgebroken is helaas onbekend. Het enige zekere is dat op vrijwel geen enkel fort nog smalspoor te vinden is. In 2001 is op het Fort bij Spijkerboor een dwarsligger voor smalspoor gevonden.

Sectorparken en groepsdepots

Ook de sectorparken waren voorzien van smalspoor naar een loskade aan het vaarwater. Echter, op het Sectorpark Sloten, afd. Materieel was draagbaar smalspoormaterieel opgeslagen. Het bedoelde gebruik is helaas onbekend. Vanaf het Sectorpark Sloten, afd. Munitie werd gebruik gemaakt van elektrisch spoor (de tramweg?) naar de Ringvaart van de Haarlemmermeer.
In één of meer groepsdepots aan de Assendelver Zeedijk van de Sector Zaandam was ook draagbaar smalspoormaterieel opgeslagen. Mogelijk was dit materieel bedoeld om in oorlogstijd een smalspoorverbinding te maken tussen de groepsdepots (met bomvrije munitiemagazijnen) en een vaarwater zoals het Noordzeekanaal. Volgens een getuige heeft dit smalspoor daadwerkelijk onderlangs de dijk gelegen.

Algemene voorzieningen

Het Rijks Magazijn van Geneesmiddelen in Amsterdam had smalspoor om goederen in het magazijn te verplaatsen en naar de steiger aan de Singelgracht. Ook dit spoor is verdwenen.

De spooraansluiting van de Artillerie Inrichtingen werd onderhouden door de Spoorwegcompagnie van het leger. Vanaf 1926 werd de aansluiting verzorgd door de Nederlandse Spoorwegen. Dit betrof een aansluiting van normaalspoor maar op het terrein was ook smalspoor in gebruik voor transport tussen de fabrieken, kruitmagazijnen en de steigers.

Ook magazijncomplexen waren voorzien van een smalspoor op het terrein en naar de loskade. Zo waren de drie grote munitiemagazijnen in de Grote IJ-polder, Noordertocht, Noorderweg en Zuiderweg, voorzien van een uitgebreid smalspoornet met wissels en draaischrijven naar elk magazijngebouw. Deze drie magazijncomplexen zijn nu geheel verdwenen en de enige overblijfsels zijn de plattegronden en bouwtekeningen in de archieven.

Proefnemingen bij Schoorl

Door Decauville Ainé te Petit Bourg bij Parijs, de fabrikant die het smalspoor ontwikkelde en tot bloei bracht, werd in 1891 een stoomlocomotief gebouwd. Met de naam "Schoorl" werd deze locomotief in de duinen van Schoorl ingezet voor de schietproeven van 1891 en 1892. Daartoe werd vanaf de Franschman, tussen Bergen en het latere Bergen aan Zee, een smalspoorlijn met een spoorbreedte van 600 mm aangelegd, in totaal acht kilometer spoor. Er waren lorries met banken voor het vervoer van manschappen en een apart rijtuig voor de officieren.
Na afloop van de proeven ging de locomotief naar Utrecht maar keerde in 1894 even terug naar Schoorl toen de proefopstellingen werden geruimd. De rails is ook opgeruimd maar tussen paal 30 en 33 was (volgens de auteur) in 2001 nog het tracé te herkennen. Zowel door enkele taluds maar ook door de begroeiïng, waarschijnlijk omdat er heide-zoden langs de spoorbaan waren gelegd om verstuiving te voorkomen.

De locomotief "Schoorl" heeft vanaf oktober 1896 dienst gedaan in het kamp Vuursche, bij het schietterrein in de Biltsche Duinen, bij het Spoorweg- en Telegraafcompagnie van het Korps Genietroepen. In 1907 werd het oefenterrein, nu van de Spoorwegafdeling, naar de legerplaats bij Zeist verplaatst. Daar deed zij dienst op een smalspoorlijn tussen de Legerplaats bij Zeist en het station te Huis ter Heide. Rond 1913 werd de "Schoorl" uit dienst genomen en gebruikt als verwarmingsketel. In 1914 zou de "Schoorl", wegens grote drukte, weer in gebruik zijn genomen maar tegen het eind van de oorlog in 1918 viel het doek definitief.

Geniespoor naar Fort aan de Nekkerweg

Nekkerweg
De arbeiders met de elektrische locomotief en een wagen van het Geniespoor.
(Foto: collectie R. v.d. Leest, z.j.)

Door de grote afstand van het Fort aan de Nekkerweg tot het Noordhollands Kanaal werd er in 1896 door aannemer C. de Groot te Gorinchem, als onderdeel van het inrichten van een verdedigbaar aardwerk, een smalspoorlijntje van 2,5 kilometer lengte aangelegd met een spoorbreedte van waarschijnlijk 900 mm. Alhoewel elders de afstand loskade - fort ongetwijfeld met mankracht overbrugd kon worden, werd voor deze lijn een elektrische locomotief aangeschaft. Dit was de allereerste elektrische locomotief van Nederland en werd door de firma Van Rietschoten en Houwens te Rotterdam geleverd. Op 4 mei 1896 vond een geslaagde proefrit plaats waarbij met volle belasting 20 procent meer snelheid werd bereikt dan in het contract was vastgelegd.
Op dit Geniespoor werd gereden met een klein motorrijtuig met trolley aan de bovenleiding en enkele bakwagens. Het tracé begon op de dijk van het Noordhollands Kanaal met een afdaling naar de Nekkerweg. Aan de westzijde van de Nekkerweg liep het naar de kruising met de Volgerweg. Daar maakte het een bocht naar het oosten, de stoomtram Purmerend - Alkmaar kruisend, om op een terrein in de noordoosthoek van de kruising te eindigen. De lijn is nog in gebruik geweest voor de bouw van de bomvrije gebouwen want in 1913 bestond het nog. Pas rond 1934 is het spoor verwijdert zodat aannemelijk is dat het niet alleen voor de bouw is gebruikt, maar ook voor munitietransport.

Schietkatoenfabriek "De Oude Molen"

De Koninklijke Nederlandse Springstoffen Fabrieken N.V. schafte in 1955 nog een locomotief aan voor gebruik op de Schietkatoenfabriek "De Oude Molen" in Ouderkerk aan de Amstel. (Zie ook Buskruitmakers.)
De locomotief van het fabrikaat Schöma, type KDL8 werd geleverd door Oving Spoor met fabrieksnummer 1710, bouwjaar 1955 en een spoorbreedte van 600 mm.

Spoorrestanten

Spaarndam

Diemerdam

Binnen en buiten de gracht van Fort benoorden Spaarndam is smalspoor zichtbaar.
(Foto: © René Ros, 2000)
Het smalspoor op de Kustbatterij bij Diemerdam met op de achtergrond de geschutsopstelling.
(Foto: © René Ros, 2008)

Waarschijnlijk omdat Fort benoorden Spaarndam functioneerde als magazijncomplex, terwijl andere forten werden ontmanteld, is daar een stuk smalspoor (700 mm.) overgebleven. Het loopt langs de keelzijde en over een tiental meters van de houten lossteiger in de richting van de brug over de fortgracht. Een IJmuidenaar Peter van Warmendam beweerde in het Haarlems Dagblad van 8 maart 1999 dat hij op en na Dolle Dinsdag in 1944, vijftig meter spoor heeft gesloopt en doorverkocht voor gebruik op een jachthaven bij Penningsveer. Maar in 1950 liep het spoor nog over de fortbrug voor gebruik door de Koninklijke Marine als magazijncomplex, zie ook Beambte Berkhof.

Een van de drie open geschutsopstellingen van de Kustbatterij bij Diemerdam heeft een bijbehorend munitiemagazijn dat verder van de opstelling ligt dan voor de andere twee opstellingen. Vanaf de opstelling en tot in het bomvrije magazijn ligt nog steeds circa 30 meter smalspoor met een spoorbreedte van 300 mm op een betonnen bedding.

In de gehele hoofdgang (86 meter) van het Fort aan het Pampus ligt in het beton spoor van 1265 mm. dat bedoelt was voor het vervoer van zware onderdelen van de beide geschutskoepels. Op deze manier konden de lopen, affuiten, accumulatoren e.d. tijdens de bouw en bij onderhoud geplaatst en uitgenomen worden.

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Het Kenniscentrum Waterlinies (KCW) verzamelt, onderzoekt, borgt en verspreidt kennis over de Hollandse Waterlinies: de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. (Advertentie)
 
 
 
FMTraining - Trainingen en cursussen voor gebruikers en ontwikkelaars van FileMaker (Advertentie)