Sluit [X]   
 

Steunen met een donatie?

© 1999-2025, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 20-8-2025

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam

Nieuwsgierig? Lees deze nieuwsbrief maar!Nieuwsbrief 563

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
Een nieuwsbrief over militair erfgoed in de regio Amsterdam.
27ste jaargang, nummer 563, 11 november 2025

 

Inhoud

In deze nieuwsbrief:

 

Inleiding

Eerst verslag van de onthulling van een kunstwerk in de St. Aagtendijk. Dan kort de reclame voor ons nieuwe boek herhalen, als cadeautip. Verder een lang artikel over arrestanten in drie Beemster-forten aan het eind van de Eerste Wereldoorlog (liever mobilisatie 1914-1919). Deel 3 over de aanwinsten en tenslotte het ontmantelen van de Vesting Holland aan het begin van de Tweede Wereldoorlog.

Tip: houd de cursor boven de afbeeldingen om een beschrijving te lezen.

 

Dienstberichten

- Na raadpleging van bronnen en lang overpeinzen is ervoor gekozen om de naam 'geniedijk' niet meer in onze publicaties te gebruiken. De 'Geniedijk Haarlemmermeer' is gewijzigd in 'Liniewal Haarlemmermeerpolder'. Ook niet helemaal een originele naam, maar het lijkt meer op de originele lange naam en op die van andere liniewallen. In alle voorgaande nieuwsbrieven blijft de term en naam 'geniedijk' behouden, omdat het een archief van nieuwsbrieven vormt dat na publicatie niet inhoudelijk wordt gewijzigd. In de rest van de website is de term wel vervangen.
'Liniewal of liniedijk?' in Nieuwsbrief 547 (2024)

- Na een eerdere herdenkingsmunt voor het werelderfgoed Stelling van Amsterdam in 2017, werd op 2 oktober een nieuwe, mooie herdenkingsmunt voor de 'Hollandse Waterlinies' aangekondigd. In het persbericht staat over het kaartje op de munt: "De lijn geeft de locatie van de linies aan en de driehoekjes vertegenwoordigen de bouwwerken langs de linie: de forten, vestingen en kastelen". De gearceerde vlakken worden niet genoemd maar die verbeelden de inundaties.
Waarom worden er onterecht inundaties ten westen (links) van de lijn van de NHWL weergegeven? Het is zo'n eenvoudige weergave en dan zo'n blundertje? Is per ongeluk de Oude Hollandse Waterlinie of de Hintere Wasserstellung meegenomen? En waarom zijn elf van de twaalf afbeeldingen in de bijbehorende drukwerkjes alleen van de NHWL en is de StvA vergeten?
De ceremoniële 'eerste munt' werd 'geslagen' tijdens de Conferentie Hollandse Waterlinies op 31 oktober jl. en daarmee werd ook de uitlevering gestart. De munten in UNC en BU kwaliteit zitten inmiddels in onze collectie.
Hollandse Waterlinies Vijfje op website KNM

- In het archief 2.13.264 Mijn- en Munitie Opruimingsdienst (MMOD) in het Nationaal Archief, is aanvullende informatie gevonden over de explosie in juli 1946 van het Magazijn Noorderweg (nu Amerikahaven, Westelijk Havengebied Amsterdam). Niet te verwarren met Magazijn Noordertocht.
Magazijn Noorderweg

- Wist je dat deze website sinds 22 oktober 2007 wordt gearchiveerd door de KB nationale bibliotheek? Het was de 144e van de nu bijna 25.000 gearchiveerde Nederlandse websites. En sinds kort is ook een papieren exemplaar van ons boek daar gearchiveerd.

- Om persoonlijke redenen is onze bibliotheek op Fort Uitermeer, waarschijnlijk de rest van dit jaar, alleen op afspraak geopend. Als ik zeker weet dat ik aanwezig zal zijn, en er niet al andere afspraken zijn, dan geldt die beperking niet. Het wordt in het overzicht op de website aangegeven.
Bibliotheek

 

Nieuwe ruige kunst van cortenstaal in het Westfront

Tekst: René Ros (DStvA).
Foto's: René Ros (DStvA), Martin Hilgers.
Met dank aan: Landschap Noord-Holland, provincie Noord-Holland.

Een kunstwerk is iets dat iedereen mooi of lelijk mag vinden én vaak een eigen betekenis kan geven. Maar kan een kunstwerk ook een nuttige functie hebben? Stalen constructies op rotondes helpen om de rotondes van elkaar te onderscheiden en een volgende keer te herkennen. Maar we hebben het nu over een paar ton roestig cortenstaal dat door Landschap Noord-Holland (LNH) in de Sint Aagtendijk, als liniewal van de Stelling, is geplaatst. Kan dat ook functioneel zijn en is het dat ook?

Directeur Rüter, gedeputeerde Beemsterboer en wethouder Suanet tijdens de onthulling.De St. Aagtendijk is een zeedijk van middeleeuwse oorsprong die door inpoldering van het IJ haar oorspronkelijke waterkerende functie verloor. In 1894-1896 werd de dijk verbouwd tot inundatiekade en gedekte weg voor de Stelling. Dus historisch gezien een dijk met aan de oostzijde zeewater, maar later een liniewal met mogelijk inundatiewater aan de westzijde.

Vanuit die westzijde kwam je als aanvaller een inundatiegebied, kade, defensieve gracht, dijklichaam en weg tegen. Op zes plaatsen moest toegang tot een weg of tot weilanden behouden blijven, daarvoor werden dammen met duikers in de gracht aangelegd. En vervolgens hellingen om de wal op te gaan óf coupures (doorsnijdingen) in die wal. Maar wel met gronddepots waarmee de coupures bij oorlogsdreiging dichtgestort konden worden. Afgerond met een inlaatsluis, een nevenbatterij en wat schijnbaar willekeurig rondgestrooide grenspalen.

In december 2004 werd ik 'officieel' door Fred Hommers van de Stichting Stelling van Amsterdam, op zijn pensioenfeest, benoemd tot Inspecteur-generaal van de Stelling van Amsterdam. Het leverde deze keer een uitnodiging van Landschap Noord-Holland op. In de namiddag van 9 oktober zouden zij de oplevering vieren van het project voor de 'liniedijken'. Dankzij eerder ontvangen foto's was al bekend wat er onthuld zou gaan worden, maar de inspecteur-generaal moest zelf toch ook maar poolshoogte nemen.

Een exclusief gezelschap verzamelde zich op Fort bij Veldhuis. Twee politici in net pak met idem schoenen, een directeur in cortenstaalbruin en de rest in hun werkkloffie met soms modderstappers. Ook de nette schoenen liepen over het wandelpad bovenop de St. Aagtendijk, daalden, klommen en klauterden over hekken om bij dam nummer 2 te komen. Dat is de dam en coupure waar in 2012-2014 een fietspad, met brug over de snelweg A9, van/naar Heemskerk is aangelegd. Het is daardoor de coupure met veel passerende fietsers, maar niet toen wij er waren; slechts drie passanten wachtten op de ceremoniële opening.

Gedeputeerde Beemsterboer en Directeur Rüter tijdens de onthulling.De drie toespraken waarin iedere andere partij wordt bedankt voor medewerking middels financiën of arbeid zijn nogal voorspelbaar. Wel kon directeur LNH Bas Rüter enkele (oud-)medewerkers in het zonnetje zetten. Waarna gedeputeerde Jelle Beemsterboer (Noord-Holland) en wethouder Ron Suanet (Heemskerk) spraken. Gedrieën knipten ze tweemaal een touw door en trokken tweemaal landbouwplastic weg om tweemaal de letters 'Stelling' te onthullen. Na afloop was er een gezellige borrel in Fort bij Veldhuis, mede omdat de politici niet meteen weg moesten.

De onthulde holle 3D-letters zijn onderdeel van twee cortenstalen constructies aan weerszijden van de coupure, die de oorspronkelijke doorsnede van de liniewal aangeven. Elf meter lang en een meter of drie hoog. De inspecteur-generaal moest uitleggen waarom de doorsneden niet symmetrisch zijn, de liniewal was aan één zijde met een zogenoemd infanterie-banket ingericht om militairen met geweer op te stellen. De gronddepots zijn wel een beetje door de ingreep aangetast maar de constructie is omkeerbaar.

Het fietspad loopt af naar de gracht, maar de constructies waren keurig waterpas waar dat moest. Als iemand die tijdens een opleiding heeft leren lassen, was ik onder de indruk van de mooie, rechte lassen zonder vervormingen door de hitte. Opvallend is dat het met cortenstaal markeren van een coupure, een trendbreuk is van eerdere betonnen exemplaren bij Hoofddorp en De Kwakel.

Het kunstwerk op de inundatiekade bij Fort aan Den Ham.Ook bij Fort aan Den Ham is een soortgelijke, maar kleinere constructie geplaatst. Kleiner, omdat het daar het profiel van een veel lagere inundatiekade betreft. Het gaat om de Inundatiekade van de Nauernasche Vaart tot De Dam, waar die aansluit op het fort, de spoorweg en de latere autoweg (zie foto links). Dat is een plek met veel passerende automobilisten.

In het gebied van de twee kunstwerken zijn 100 wilgen geplant als onderdeel van het Liniedijken project, die nog te klein zijn om al echt op te vallen. Hopelijk gaat Landschap Noord-Holland na afsluiting van dit project wel afscheid nemen van het woord 'liniedijk' en het gangbare 'liniewal' gebruiken!

Het woord 'Stelling' in beide kunstwerken zal een passant alleen wat zeggen als de Stelling van Amsterdam al bekend is, zoals door artikelen in de regionale bladen. Zoeken naar de term brengt je naar websites waar je stellingen met planken en leggers kan kopen. De cortenstalen letters 'van Amsterdam' zouden vast tot veel hogere kosten hebben geleid en ook hadden ze kleiner moeten zijn. Naast het kunstwerk in de St. Aagtendijk staat gelukkig een nieuw, klein informatiebord.

Maken deze twee kunstwerken het herkenbaar dat iemand door de hoofdverdedigingslijn van de Stelling gaat? Dat je een dijk met een gracht, doorsnijdingen, bulten, betonnen bouwwerkjes en een enkele grenspaal niet herkent als een deel van de Stelling is voor ons moeilijk voorstelbaar. Nota bene in een vlak land waar elke verhoging je zou moeten opvallen. Voor mensen met minder voorkennis en bewustzijn van hun omgeving, zou het best eens kunnen werken. Het past in de ruige liniewal en die is er niet slechter van geworden. Zeker niet met een zonsondergang over het inundatiegebied.

Het kunstwerk in de coupure in de St. Aagtendijk bij zonsondergang.

Fort bij Veldhuis
Sint Aagtendijk
Inundatiekade van de Nauernasche Vaart tot De Dam
'Afscheidsreceptie Fred Hommers' met benoeming Inspecteur-generaal in Nieuwsbrief 180 (2004)
'Herkenbaarheid voor liniedijken van Stelling van Amsterdam' op website Landschap Noord-Holland
'Onthulling kunstwerk liniedijk bij Fort bij Veldhuis' op website provincie Noord-Holland

 

Nieuw boek 'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' (H)

Tekst: Alexander Senger en René Ros.

In het voorwoord stelt militair historicus en emeritus hoogleraar Wim Klinkert, dat het nieuwe boek 'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' een fraai inzicht geeft in het ontstaan, opbouw en functioneren van de Stelling van Amsterdam.

BESTEL NU VOOR SINTERKLAAS EN DE KERST!!!

Kaft van Kennismaken met de Stelling van Amsterdam.En zo is het ook precies bedoeld. Niet de individuele forten staan in de schijnwerpers, maar de Stelling van Amsterdam als militair afschrikwekkend systeem; een slimme combinatie van ondoorwaadbaar water, op de zwakke plekken beschermd door 'bewapend' betonnen verdedigingswerken, rondom de Nederlandse hoofdstad. Nergens anders in de wereld is dit principe zo effectief toegepast.

Maar hoe werkte dat systeem van inundaties en forten, hoe is het gebouwd en welke voorzieningen waren nodig om het daarbinnen zo'n negen maanden uit te houden? Hoe is het de Stelling in de Eerste en Tweede Wereldoorlog vergaan en hoe was het leven op de forten? Dat zijn enkele vragen die dit boek wil beantwoorden.

En tenslotte kijken we ook naar de huidige en toekomstige waarde van deze unieke verdedigingsgordel; wat hebben we tegenwoordig aan de forten, liniewallen, wegen en de polders waaruit de Stelling bestaat. De Stelling van Amsterdam is sinds 1996 UNESCO Werelderfgoed en het meer dan waard om in goede staat door te geven aan de volgende generaties.

Review: Ziet er goed uit, mooie foto's, duidelijke tekst en heel goede info. Goed bruikbaar voor de rondleidingen. +Mooie foto's +Goed leesbaar

Kennismaken met de Stelling van Amsterdam
Introduction to the Defence Line of Amsterdam
Einführung in die Verteidigungslinie von Amsterdam

 

Nationaal Archief: Krijgsraadarrestanten

Tekst: René Ros.
Foto's: Foto van H. Koolman, Foto Elektra Leiden, 04-05-1919 (NL-WpDStvA-C12056).
Bron: NL-HaNA 3.09.23, inv.nr. 548 en 549; Briefkaarten, H. Koolman (NL-WpDStvA-C12055 t.e.m. NL-WpDStvA-C12056); Briefkaart Kinderen met bloemen in raam, Jan van Bommel, 20-09-1919 (NL-WpDStvA-C16249).

Het was bekend dat er rond 1918 dienstweigeraars in enkele forten werden ondergebracht. Weigerde je op principiële gronden de militaire dienst, werd je toch in een fort gestopt!? Studiebericht 17 en het boek Stelling van Amsterdam (1988) noemden deze krijgsraadarrestanten al héél kort. Vermoedelijk uit dezelfde mappen als dit uitgebreidere artikel, waarmee dat verleden van drie forten weer wat duidelijker wordt. Even opfrissen: arrestanten moeten nog voor de rechter komen en verblijven in een Huis van Bewaring, gevangenen hebben van de rechter een vrijheidsstraf opgelegd gekregen en zitten vast in een gevangenis. En dit artikel gaat over arrestanten.

Vorig jaar werd begonnen met structureel archieven in het Noord-Hollands Archief te doorzoeken en dat is bijna voltooid. Maar tussendoor waren er ook stukken in het Nationaal Archief die voor actuele zaken geraadpleegd moesten worden. Dan ga je niet na een ochtend weer naar huis, maar pak je de middag voor minder urgente stukken op de wenslijst. Zodoende werden ook drie mappen over krijgsraadarrestanten in de forten geraadpleegd.

Een map ging wel over een arrestantengebouw, maar dat bleek niet voor de krijgsraadarrestanten te zijn en is in de vorige nieuwsbrief apart aan bod gekomen. In de andere twee mappen zaten de stukken niet op chronologische volgorde, hetgeen bij kleine aantallen geen probleem is. Het ging nu om 40 foto's van documenten zodat het in de database is gesorteerd op de datum van de brief.

Drie forten

Het was 1 maart 1918 toen Stellingcommandant Ophorst aan de Opperbevelhebber schreef over de technische voorzieningen om twee forten "geschikt te maken voor het inbewaringstellen van krijgsraadarrestanten". Fort bij Spijkerboor was gereed en Fort aan de Nekkerweg zou dat weldra ook zijn, voor 5.600 gulden (vergl. 48.000 euro) per stuk. Of de brief is verzonden is onduidelijk, omdat achterop handgeschreven staat dat de brief aangehouden was omdat de kosten voor badgelegenheid evenals handboeien en dergelijke er nog bij moesten. Op 15 maart eindigde voor Ophorst zijn functie als commandant van de Stelling.

Plattegrond van gebouwen Fort bij Spijkerboor met toevoegingen voor Huis van Bewaring.De nieuwe Stellingcommandant Overduijn vernam op 13 mei, via de Opperbevelhebber, dat de Minister van Oorlog verzocht om het Fort aan de Nekkerweg in te richten voor krijgsraadarrestanten. Op 23 mei stelde hij 14.000 gulden (vergl. 120.000 euro) beschikbaar voor het inrichten van zowel Fort bij Spijkerboor als Fort aan de Nekkerweg. En 2.500 gulden (vergl. 21.000 euro) voor elektrische verlichting op Fort aan de Nekkerweg. Qua gereedheid klopt er iets niet in vergelijking met de brief van de Stellingcommandant d.d. 1 maart, maar wat?

Uit een plattegrond van Fort bij Spijkerboor blijkt dat er voor de arrestanten aparte ruimten voor dag- en nachtverblijf zouden komen of waren. En wel vijf dagverblijven, meestal lokalen maar ook de linker gang bij het frontgebouw, en negen nachtverblijven waarvan één in de poterne. Voor de bewakers was er één dagverblijf op de bovenste verdieping, oorspronkelijk het verblijf voor onderofficieren, en twee nachtverblijven linksbeneden. (Een plattegrond van Fort aan de Nekkerweg werd niet aangetroffen.)

Maar er werden ook achttien nieuwe cellen gebouwd waarvan sommige ver van de lokalen, vermoedelijk tegen geluidsoverlast door geschreeuw. Zoals drie in het frontgebouw, drie in de poterne onder de middelste mitrailleuropstelling en in elk van de twee gangen naar de hefkoepels twee cellen (dus 4 in totaal, voor wie moeite heeft met het woord elk). De keelkazemat bleef intact en werd nog niet omgebouwd tot cellen. De plaats van enkele cellen zou kunnen samenhangen met muurkrabbels.

De aanpassingen aan Fort aan de Nekkerweg waren op 19 juni gereed en de vraag was wanneer personeel zou arriveren en begonnen kon worden met het overbrengen van arrestanten. Tegelijk werd besloten dat het fort bestemd was voor principiële dienstweigeraars. De Opperbevelhebber vroeg de Stellingcommandant welk ander fort geschikt zou zijn als derde Huis van Bewaring. Ook noemde de Opperbevelhebber dat er een onderzoek liep om de arrestanten naar het eiland Urk te verplaatsen bij een 2e mobilisatie. Dat zou in geval van oorlog zijn, waarbij de manschappen met groot verlof moesten terugkeren naar de forten en de gevangenen juist weg moesten.

Fort aan de Jisperweg

De Stellingcommandant bleek het Fort aan de Jisperweg als derde fort op het oog te hebben, waarvoor de Chef Verlichtingspark op 9 juli 6.600 gulden (vergl. 56.000 euro) begrootte voor de inrichting ervan en de elektrische verlichting. Omdat het fort te ver van het stroomnet van de gemeente Beemster lag, moest voor een nog onbekend bedrag een locomobiel (met dynamo) aangeschaft worden.

Deel van de plattegrond van Fort aan de Jisperweg, het linker deel met keelkazemat.Op 22 juli stelde de Stellingcommandant aan de Opperbevelhebber voor, om Fort aan de Jisperweg te gaan gebruiken voor krijgsraadarrestanten zijnde niet-dienstweigeraars. De reden om dienstweigeraars apart van andere krijgsraadarrestanten te houden, zal zijn geweest om kwalijke beïnvloeding door de dienstweigeraars op de andere arrestanten te voorkomen.

Als redenen voor de keuze gaf de Stellingcommandant aan dat het fort nabij de al gebruikte forten bij Spijkerboor en aan de Nekkerweg lag. En bovendien in het Noordfront, dat niet dadelijk bedreigd zou worden in geval van oorlog. In afwijking van de andere twee forten, wilde men de manschappenlokalen gebruiken als gecombineerde dag- en nachtverblijven voor in totaal 80 arrestanten met 'slechts' vier cellen en één politiekamer.

Een plattegrond van het bomvrije gebouw van Fort aan de Jisperweg laat zien welke aanpassingen nodig werden geacht om het fort in te richten als Huis van Bewaring:
- twee cellen in de gang naar de linker stormdeur (waarvan één van buiten via die stormdeur toegankelijk was. Op een recente foto is een spoor van de tussenwand te zien),
- een politiekamer in de linker keelkazemat,
- twee cellen in de rechter keelkazemat (enkele sporen van extra afscheidingsmuren op recente foto's te zien),
- een afgescheiden bergplaats in de gang naar de rechter stormdeur,
- alle schietgaten in de keelkazematten dichtgezet,
- de binnendeuren van vier lokalen à 20 arrestanten dichtgezet zodat de lokalen alleen via de buitendeur toegankelijk waren,
- de ruimten links, midden en rechts waren voor voorzieningen en bewakers en bleven wel onderling via binnendeuren toegankelijk,
- de bergloods werd voorzien van ruimten voor wachtcommandant, wachtlokaal, wachtkamer en rustkamer (vermoedelijk voor de buitenbewaking).

Arrestantenhuisvesting

In dezelfde brief van 22 juli kwam het korps aan bod dat de drie Militaire Huizen van Bewaring zou bemannen, alhoewel een naam voor dat korps niet in de geraadpleegde documenten is opgemerkt. De staf zou vooral uit officieren van de regimenten Grenadiers en Jagers bestaan. En als op 30 juli al het personeel op Fort aan de Nekkerweg aanwezig zou zijn, dan kon op 1 augustus begonnen worden met het overbrengen van arrestanten. Op 28 juli werd het fort aan de Kapitein-Directeur van Spijkerboor Loeffen, tevens korpscommandant, overgedragen voor ingebruikname op 30 juli.

Toen werd het augustus 1918 en deed de Garnizoenscommandant Haarlem zijn beklag over de slechte huisvesting van krijgsraadarrestanten. En de vernielingen die zij veroorzaakten in de daarvoor gebruikte politiekamer van de Infanterie-kazerne (Koudenhorn Kazerne). De Eerstaanwezend Ingenieur der Genie in Haarlem, blijkbaar nog niet op de hoogte van de werkzaamheden van zijn collega in Amsterdam, suggereerde 'opzending' van arrestanten naar de Huizen van Bewaring in Amsterdam of 's-Gravenhage.

Koudenhorn Kazerne te Haarlem in 1916.Volgens de Commandant Subsistenten Detachement (voor verzorging militairen van andere korpsen) zaten er 15 arrestanten in de politiekamer van 4,5 bij 7 meter in de kazerne. Enkele arrestanten verbleven daar al sinds maart, met weinig afleiding en geen arbeid waardoor regelmatig kleding en meubilair vernield werd. Zo ook bij een poging tot ontsnapping waarbij vijf arrestanten verbonden moesten worden, omdat zij zich aan glasscherven hadden bezeerd. Een deserteur kon er vervolgens niet gehuisvest worden, waardoor hij in een arrestlokaal op de Cavalerie-kazerne (Ripperda Kazerne) werd geplaatst, daar een poging tot zelfmoord deed en naar het Militair Hospitaal in Amsterdam werd vervoerd.

Reserve-Kapitein Reitsma, de officier belast met het toezicht op krijgsraadarrestanten, drong dan ook aan op een spoedig einde van deze toestand. De Auditeur-Militair van het 1e Militaire Arrondissement sloot zich hier bij aan en liet weten een jaar eerder het probleem al aangekaart te hebben. Het is duidelijk dat hij wat verder van de werkvloer stond, hij had het vooral over het grote aantal arrestanten en het beperkte aantal plaatsen.

Ondertussen vroeg Kapitein-Directeur Loeffen aan de Stellingcommandant om 750 gulden (vergl. 6.400 euro). En wel voor een paar gemakkelijke stoelen, vloerkleed, gordijnen, spiegel, servies enzovoort om het verblijf van de officieren in de oude, houten directiekeet op de afgelegen plek te veraangenamen. Fijntjes werd opgemerkt dat de conducteur der Artillerie lager in rang was, maar in een veel grotere bakstenen villa mét serre woonde!

De Garnizoenscommandant Haarlem deed op 1 oktober zijn beklag bij de Opperbevelhebber. Blijkbaar hadden ze een soort groeps-chat omdat de Stellingcommandant er op reageerde. Die stelde dat het probleem alleen is op te lossen met het bouwen van goed ingerichte Huizen van Bewaring met geschikt personeel, zoals ze ook overwogen op de Oranje-Nassau Kazerne in Amsterdam. Hij besloot zijn schrijven van 17 oktober met: "In afwachting van den bouw dier inrichtingen zouden krijgsraadarrestanten kunnen worden overgebracht naar daartoe reeds ingerichte of nog in te richten forten".
De Garnizoenscommandant Haarlem zal bij het lezen daarvan, een kreet van verbazing hebben geslaakt!

Niet veel later, 14 oktober, stuurde de Opzichter der Fortificaties te Purmerend Govers een begroting van 30.600 gulden (vergl. 260.000 euro) voor de bouw van barakken op de drie forten. De barak op Fort bij Spijkerboor zou aan 57 personen en 25 bewakers logies (slaapgelegenheid) bieden en een kantine voor 75 man. Voor Fort aan de Nekkerweg en Fort aan de Jisperweg waren kleinere barakken voor 39 man logies en kantine voor 60 man voorzien. Deze begroting werd een week later door de Stellingcommandant gebruikt in een voorstel aan de Opperbevelhebber. Zijn motivatie was dat door het personeel buiten de bomvrije gebouwen onder te brengen, meer ruimte voor meer arrestanten ontstond én een betere huisvesting van het personeel.

Het was 4 november 1918 toen Kapitein-Directeur Loeffen schreef geen bezwaar te hebben krijgsraadarrrestanten "uit het garnizoen Haarlem in te sluiten op het fort aan de Jisperweg". Maar wel pas na voltooiing van de elektrische verlichting en dat zou ongeveer 1 december zijn. Een wat ongelukkige timing weten we nu.

Arrestanten en bewakers

Bewaker Koolman van Fort aan de Nekkerweg.In onze collectie bevinden zich zeven briefkaarten van twee bewakers van deze Militaire Huizen van Bewaring. En wel van Jan van Bommel (1899-1971) op Fort bij Spijkerboor en H. Koolman (onbekend) op Fort aan de Nekkerweg.

Op de enige kaart van Van Bommel staat een unieke stempel met de tekst "Militair Huis van Bewaring o/h. Fort bij Spijkerboor". Over zijn werk schreef hij: "Ik heb het nu goed geschoten want ik heb nu twee gulden per dag toelagen om dat ik bewaker ben" (vergl. 17 euro).

Koolman schreef op zijn zes kaarten van juni 1916 t.e.m. mei 1919 meestal alleen "de groeten" aan een familie Eveleens in Aalsmeer. Op één kaart ondertekende hij met "Bewaker Fort Nekkerweg bij Purmerend". Verder is er slechts één lange zin: "Ik hoop Woensdag of Donderdag met verlof te komen, en hoop allen nog in gezondheid te ontmoeten" staat op de briefkaart d.d. 25-2-1919. Bedenk daarbij dat de Spaanse Griep-pandemie toen heerste. Van zijn briefkaarten was er één studiofoto van hemzelf (zie foto-uitsnede rechts). Jammer dat zijn identiteit niet kon worden vastgesteld.

Van de gevangenen kennen we slechts zes namen, allen op Fort bij Spijkerboor, waaronder de schrijver Herman de Man. De directeur van Fort bij Spijkerboor en korpscommandant van alle drie forten, was Josephus Petrus Loeffen (1883-1957), zeer waarschijnlijk de gehele periode.
Behalve de briefkaarten liggen als tastbare herinneringen door arrestanten handgeschreven krantjes 'Het Daghet" in het archief van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.

Slot

Op 11 november 1918 ging de wapenstilstand in en zal er uiteindelijk niets van de barakken zijn gekomen. De overplaatsing van arrestanten uit Haarlem zal wel hebben plaatsgevonden, omdat de arrestanten natuurlijk niet plots werden vrijgelaten. Zij moesten nog voor de krijgsraad verschijnen en kregen mogelijk nog een straf opgelegd.

De mappen vermelden niets over het einde van de drie forten als Militaire Huizen van Bewaring. De briefkaarten van Van Bommel en Koolman uit september en mei 1919 tonen aan dat respectievelijk Fort bij Spijkerboor en Fort aan de Nekkerweg tot dan nog in gebruik waren. Uit andere bronnen is bekend dat Fort aan de Nekkerweg en Fort aan de Jisperweg uiterlijk begin 1920 zijn gesloten. Fort bij Spijkerboor sloot in 1921 als laatste.

In tegenstelling tot de dienstplichtigen en dienstweigeraars had Loeffen nog een lange militaire carrière en nam - nu met een gelukkige timing - per 1 mei 1940 ontslag. Zo ontkwam hij zelf aan deelname aan gevechtshandelingen en kriijgsgevangenschap. Hetzelfde dat zijn gevangen dienstweigeraars eerder ook tot doel hadden.

Fort aan de Nekkerweg
Fort aan de Jisperweg
Fort bij Spijkerboor
Bewaker Koolman
Gevangene de Man
'Die eerlijke bewakers' door Herman de Man in Het Daghet
Militaire Huizen van Bewaring in Personen Index
'Nationaal Archief: Arrestantengebouw en Badinrichting' in Nieuwsbrief 562 (2025)
Luchtfoto Fort Waver-Amstel 1920-1930 op website Beeldbank NIMH

 

Aanwinsten 2025 (3/4)

Tekst en foto's/scans: René Ros.
Met dank aan: Pim van den Bos (stichting Cultureel Erfgoed Koude Oorlog), Carolien Vernout (DStvA) en diverse particuliere schenkers en verkopers.

Ook in 2025 zijn er vele schenkingen of aankopen geweest, in de hoop dat er een verhaal of in ieder geval informatie uit het materiaal gehaald kon worden. Vaak lukt het niet er meteen een voldoende interessant verhaal uit te krijgen en is het bijvoorbeeld niet meer dan een leuke briefkaart. In andere gevallen kan de persoon geïdentificeerd worden, de herkomst van een voorwerp achterhaald worden of een relatie met een fort of ander gebouw gelegd worden. Met een serie artikelen in de laatste nieuwsbrieven van 2025, komen de verwervingen aan bod waar wat over te vertellen is.

Soldatenkist van P. Zegerman.Soldatenkist Zegerman

Dit voorjaar reden we naar Friesland om de soldatenkist van ene P. Zegerman op te halen. Dat combineerden we met een bezoek aan het Kazemattenmuseum Kornwerderzand. Behalve zijn naam staat op de kist ook 'ons' 2e Regiment Vestingartillerie (2RVgA), waardoor het voor ons interessant was. Dat het regiment en de compagnie werden genoemd maar geen bataljon, duidde erop dat de kist van 1913 of eerder moest zijn.

In het militaire stamboek werd een vermelding van Pieter Willem Zegerman gevonden, die geboren was in 1884 en in 1904 bij precies die eenheid werd ingelijfd voor zijn eerste opkomst. In het Nationaal Archief werd enkele maanden later zijn controlelijst gevonden, waarop hetzelfde wapennummer staat genoteerd als op de kist (rechtsonder op de foto rechts).

Na drie herhalingsopkomsten elke twee jaar eindigde de controlelijst op 1 augustus 1912 met overgaan naar de landweer en wel naar de "23e Compagnie Vesting-Artillerie in het 25e Landweerdistrict". Helaas zonder enige vermelding van forten of andere locaties. Vaak geeft de straflijst daar dan nog wel informatie over, maar die was er niet.

Wat er over de Landweer bekend is, gaat meestal over de omvangrijke Landweer Infanterie, die als apart te onderscheiden bataljons werden ingedeeld en zo ook in de bezettingsstaten voorkomen. Maar bij de kleinere Landweer (Vesting-)Artillerie en de Landweer Genie lijkt dat niet het geval en werden de manschappen gedetacheerd bij (of onder dezelfde eenheid-nummering ingezet) als de reguliere Leger-eenheden, zoals het 2RVgA.

En omdat in de controlelijst niet staat dat hij in 1914 gemobiliseerd werd, is dat onzeker. Wel wordt nog vermeld dat zijn diensttijd op 31 december 1918 eindigde, maar hij kan best jaren als burger hebben thuis gezeten. Het enige spoor na 1918 is dat hij in 1967 in Amsterdam overleed, begraven werd maar het graf inmiddels geruimd is. Vrijwel geruisloos in de mist van de geschiedenis verdwenen, wij bewaren zijn kist mét zijn naam. (NL-WpDStvA-C16736)

Citadel van Antwerpen

De verkoper van bovenstaande soldatenkist gaf als extraatje het boek 'De eer van de vlag, uit het dagboek van een Hollandschen recruut in de jaren 1830-1832' mee, in 1931 uitgegeven door W. van den Akker. Geen relevantie met de Stelling van Amsterdam, maar met de Vesting Antwerpen. Een leesbaar, fantastisch fascinerend ooggetuige-verslag van een Nederlands militair in de Citadel (zuid) van Antwerpen ten tijde van de Belgische Opstand. De oorspronkelijke schrijver kon helaas niet geïdentificeerd worden, maar woonde in Heerhugowaard. In de inleiding wordt hij Jan de Vries genoemd, maar in de tekst noemt hij zichzelf éénmaal Dirk Versteegh. Ook de databank (Dapperheids)Onderscheidingen (NIMH) leverde geen resultaten op.
Maar ik weet nu eindelijk hoe het kan dat we weten dat "dan liever de lucht in" een van de laatste woorden van Van Spijk waren... Geïnteresseerd? Kom het boek dan gerust lenen. (NL-WpDStvA-B3871)

Wapenschild van Bureau Inlichtingen.Stay Behind

Van geheel andere orde en tijd, maar met een indirect verband met de Stelling, is de verwerving van vijf boekjes en twee wapenschilden over/van de Stay Behind organisaties. Aangezien ze de forten bij Spijkerboor, Uithoorn en Nigtevecht gebruikten, toch even aandacht schenken aan de Stay Behind-organisaties Operaties en Inlichtingen.

De vijf boekjes zijn tussen 1976 en 1981 uitgegeven door de Stichting Hendrik van Borselen, die als dekmantelorganisatie van Operaties fungeerde. Niet vermeldt maar we weten het nu wel, is dat ze geschreven zijn door Vice.Adm. b.d. A. van der Moer. Er waren al twee deeltjes in bezit, waarvan nu één dubbel, en er ontbreken nog twee boekjes uit 1982 en 1983.

Daarnaast twee wapenschildjes, met een plastic wapen op een houten schild. Op een staat "Inlichtingendienst Buitenland Nederland" (IDB) en dat moet een behoorlijk beperkte oplage zijn geweest. Maar hoe stel je je als opdrachtgever bij Hooymayers Heraldische Wapen Industrie voor en wat zeg je over een wapenschild zonder een naam?

Het tweede schild (zie foto links) bevat geen organisatienaam maar toont het wapen van "Bureau Inlichtingen", de voorganger van de andere Stay Behind organisatie Inlichtingen en van de IDB. Achterop is een papiertje geplakt waarop getypt is wat de betekenis van het wapen en de Latijnse spreuk is. De schilden zijn samen in de regio Den Haag opgedoken en we zullen nooit weten van wie ze geweest zijn...

Meer informatie over de Stay Behind-organisaties vind je in onze publicatie 'Beste Nederlanders' dat naar aanleiding van deze verwerving is aangepast. (NL-WpDStvA-C16503 en NL-WpDStvA-C16509)

Foto van het interneringskamp bij Zeist.Belgisch Kamp Zeist

Alleraardigst is ook de schenking van twee enveloppen "Kiekjes uit het Interneeringskamp bij Zeist" met elk 12 ongelopen, blanco prentbriefkaarten. Het zijn fraaie afbeeldingen van het interneringskamp voor Belgische militairen, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog bij Zeist heeft bestaan.

De voorgedrukte teksten zijn tweetalig, Nederlands/Vlaams en Frans/Waals. Ze hebben geen relatie met de Stelling maar geven wel een gevarieerd beeld van de internering van buitenlandse militairen door het neutrale Nederland. Zoals de militairen die de Nederlandse grens overstaken in het gebied waar het Amsterdamse 7e Regiment Infanterie de grenswacht verzorgde. De civiele vluchtelingen werden onder andere in Amsterdam opgevangen. (NL-WpDStvA-C16458 en NL-WpDStvA-C16459)

Collectie Inventaris
Buiten de Stelling: Kazematten Kornwerderzand
Beste Nederlanders
Thema 'Amsterdammers op grenswacht in Brabant' in Nieuwsbrief 471 (2019)

Noord-Hollands Archief: Vesting Holland ontmanteld

Tekst: René Ros.
Foto's: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam.
Bron: Noord-Hollands Archief, 571 Genie aangelegenheden op het Oostfront benoorden de Lek van de Vesting Holland, juli-oktober 1940.

Met de ondertekening door Nederlandse officieren van de capitulatie aan de Duitse bezetter, in Rijsoord in Zuidfront Vesting Holland, werd het Nederlandse leger niet onmiddellijk opgeheven. De manschappen moesten hun wapens en munitie inleveren. En de Genie moest versperringen en verdedigingswerken ontmantelen en de inundaties weer ongedaan maken. Zo ook voor het Oostfront van de Vesting Holland, de voormalige Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHWL) en deels tijdelijk Stelling van Amsterdam (StvA) geweest. Vier mappen daarover worden in Haarlem bewaard en we kwamen namen van Genie-officieren tegen die in hun jonge jaren in de StvA hadden gewerkt.

Kapitein De Boer en Oberstleutnant Rothe op een boot in de haven van Amsterdam.Genieofficier Van Dooden werd als hoofd Afwikkelingsbureau belast met de regeling van Genie-aangelegenheden voor de gehele Vesting Holland. In 1916 was hij Chef Verlichtingspark detachement Amsterdam geweest. Het Oostfront kreeg voor elke groep tot aan de Lek een eigen bureau, in de nabijheid gevestigd.

Zo kreeg Kapitein E. Scherpenhuijsen Rom het bevel voor de Groep Naarden (later van Groep Nieuwersluis). Zijn kantoor was nabij de Middenweg in Watergraafsmeer gevestigd, de toenmalige verkeersweg naar Naarden en Amersfoort. Mogelijk was Kapitein De Boer zijn collega of opvolger. Deze De Boer is als begeleider van Oberstleutnant Rothe te zien op foto's, gemaakt tijdens een boottocht in zomer 1940 van Amsterdam naar het Fort aan het Pampus en de Kustbatterij bij Durgerdam (zie foto rechts).

De vier mappen beslaan de periode 29 juli t.e.m. 22 oktober 1940. De eerste doos gaat veel over personeelsaangelegenheden, met namenlijsten van militair en burger personeel. Onder andere F.A. Vaillant werd in augustus 1940 genoemd als Hoofd v/h Regelingsbureau van de Inspectie der Genie. Terwijl wij hem kennen van de bouw van de bomvrije gebouwen op Fort bij De Kwakel in 1907.

Een heikel punt dat verduidelijkt moest worden was de groetplicht (salueren) naar elkaar door Nederlandse en Duitse militairen. Vooral Duitse militairen zouden geen "militaire eerbewijzen" aan Nederlandse militairen betuigen, wat tegen de orders van General der Flieger und Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden F. Christiaansen (1879-1972) zou zijn.
Verder zijn er veel papieren over het verplaatsen van (bouw)materiaal, maar de herkomst en de bestemming worden niet genoemd en er zijn geen kaarten bij.

In een latere doos zijn overzichten van gebouwde schuilplaatsen te vinden. Maar vooral veel facturen en bonnetjes voor bijvoorbeeld prikkeldraad. Zo zijn er rekeningen van aannemer Boekschoten te Vreeland voor werkzaamheden in het Inundatiestation 4, zoals het dichtmaken van coupures, weghalen van een afdak voor een pomp en leveren van balken voor het pompgemaal Horstermeer. Maar ook het ophalen van explosieve ladingen in de groepen Naarden en Utrecht, die bestemd waren geweest voor het opblazen van bruggen. Waaruit dus blijkt dat daar voorzieningen voor waren getroffen, waarschijnlijk voor de in die groepen gelegen spoor- en verkeersbruggen over het Merwedekanaal (het latere Amsterdam-Rijnkanaal).

Onder toezicht van een Duitse militair laden Nederlandse militairen een kabelrol op een vrachtwagen.De map over de tweede helft van september 1940 gaat vooral over schadevergoedingen aan burgers, zoals de oorlogsschade aan huizen in De Bilt. En tevens over het ontslaan van burgerpersoneel. De map over oktober bevatte geen direct interessant materiaal. Het opruimen en overdragen aan de Pionierstelle van de bezetter zal afgerond zijn. Wel moet opgemerkt worden dat al deze mappen een apart onderzoek waard zijn, dat verder gaat dan in een nieuwsbrief over de Stelling passend is. Archiefonderzoekers die zich met de Nieuwe Hollandse Waterlinie bezig houden - voor zover die er nog zijn - kunnen hier waarschijnlijk nog nieuwe of ondersteunende informatie vinden.

In november 1940 werden de officieren op non-activiteit gesteld, maar bleven formeel militair. Op 15 mei 1942 werden de officieren alsnog in Duitse krijgsgevangenschap geplaatst. Vaillant (1882-1951) zat van mei tot oktober 1942 in een Duits krijgsgevangenkamp. Ook Van Dooden (1884-1948) en Scherpenhuijsen Rom (1888-1980) zaten in krijgsgevangenschap, maar kregen pas in mei 1945 door de Amerikanen hun vrijheid terug.

Een foto van Van Dooden toont een door de gevangenschap getekende 59-jarige man, een schim in vergelijking met eerdere foto's, en hij zou drie jaar later al overlijden. Na de oorlog werd Van Dooden hoofd van het Bureau Registratie van Verdedigingswerken (B.R.V.) en ook Scherpenhuijsen Rom kreeg daar een functie. Ze mochten nu het omgekeerde doen: de Duitse verdedigingswerken ontmantelen, zonder nette overdracht omdat de Duitse militairen naar huis waren gegaan.

Genie Vesting Holland
Fort aan het Pampus
Kustbatterij bij Durgerdam
Bureau Registratie van Verdedigingswerken
Genieofficier Van Dooden
Thema 'De foto's van Oberstleutnant Rothe' in Nieuwsbrief 426 (2015)
'De bouwers van Fort bij De Kwakel' in Nieuwsbrief 528 (2023)

 

Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. Abonnementen kunnen in uitzonderlijke situaties zonder informeren en/of zonder opgaaf van redenen geweigerd of beëindigd worden. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven.

Stelling van Amsterdam op Bluesky Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
FMTraining - Trainingen en cursussen voor gebruikers en ontwikkelaars van FileMaker (Advertentie)
 
 
 
Buch 'Einführung in die Verteidigungslinie von Amsterdam' gedruckt und digital - 3 Sprachen (Advertentie)