Sluit [X]   
 

Fortwachter Algra in 1921: in dienst bij het Korps Politietroepen

Donateur worden?

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 23-7-2024

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam

Nieuwsgierig? Lees deze nieuwsbrief maar!Nieuwsbrief 537

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
Een nieuwsbrief over militair erfgoed in de regio Amsterdam.
26ste jaargang, nummer 537, 20 februari 2024

 

Inhoud

In deze nieuwsbrief:

 

Inleiding

Het is alweer schoolvakantie... Slechts drie echte artikelen deze keer, maar wel langer en wat diepgravender dan gebruikelijk. Prima om tijdens de vakantie rustig te lezen. Alle best gevarieerd, maar archiefstukken zijn het achterliggende thema en de directe aanleiding voor de artikelen. Over drie weken verschijnt een thema-nieuwsbrief over de Tuchtklasse Edam met heel bijzondere informatie over het militaire leven op de forten.

In deze nieuwsbrief is er een artikel over hoe een eenvoudige vraag over de bewapening van Fort bij Abcoude een interessante speurtocht in de archieven werd. Daarna een andere, maar onnodige zoektocht naar een al 20 jaar bekend archiefstuk. Tenslotte ontvingen we foto's van interessante archiefstukken over het met munitie volrijden van het magazijn Fort Uitermeer. En natuurlijk herhalen we eerst even het bericht over de dagexcursie op 4 mei waarvan de inschrijving al goed loopt! Tussendoor zijn de vele korte 'dienstberichten' in twee blokken opgenomen.

Lees deze nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2024/nieuwsbrief-537/
De volgende nieuwsbrief zal waarschijnlijk op 14 maart aanstaande verschijnen.

Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.
Meer: Slechts een deel van de gevonden informatie kan worden gepubliceerd, neem contact op als je voor onderzoek meer informatie wenst.

 

Dienstberichten 1

- In het onlangs gepubliceerde artikel "Een reflectie op de Oude Hollandse Waterlinie (1672)" wordt vanuit waterbouwkundig oogpunt gekeken wat die waterlinie ons voor de toekomst leert. Nederland bevindt zich midden in verschillende transities die de relatie met water onder druk zetten. Een discussie is gebaat bij inzichten vanuit de (toegepaste) wetenschap over een vergelijkbare situatie in het verleden.
Een reflectie op de Oude Hollandse Waterlinie (1672)

- Het artikel over Fort bij Velsen in Nieuwsbrief 535 bleek binnen enkele weken volledig achterhaald - bronnen hadden handiger ingezet kunnen worden. Zodra we van de gemeente Beverwijk alle documenten van de vergunningaanvraag hebben ontvangen en doorgenomen, komen we daar uiteraard op terug.
Fort bij Velsen twee jaar later

- Tijdens een korte omweg zijn even de restanten van het Militair Terrein Zeeburg geïnspecteerd. Naast een van de bekende Duitse bunkers van het Fliegerhorst Schellingwoude is een onbekende bunker onder het struikgewas vandaan gekomen. Uiteraard zijn website en database hierop verbeterd en bij grote uitzondering zijn voor drie bunkers nieuwe foto's geplaatst.
Fliegerhorst Schellingwoude

- Het verkennend onderzoek van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) over de Stay Behind organisaties, is afgerond en als bijlage van een Kamerbrief naar de Tweede Kamer gestuurd. Als de voorgestelde publicatie tot stand komt, leidt dit mogelijk tot meer informatie over het gebruik van de forten door deze organisaties. Onze publicatie over de Stay Behind organisaties is op bijzondere wijze genoemd in het advies.
Advies NIMH ten aanzien van een historisch onderzoek naar de Nederlandse Stay Behind-organisaties tijdens de Koude Oorlog

 

Dagexcursie Stelling van Amsterdam 2024 (H)

Tekst: René Ros.
Foto: Hans Baas.

Groepsfoto deelnemers dagexcursie 2023 op Fort bij Uithoorn.Op zaterdag 4 mei aanstaande zal voor de twintigste keer de geheel verzorgde, unieke dagexcursie naar een deel van de Stelling van Amsterdam plaatsvinden. We bezoeken drie forten, een kustbatterij en een halve vesting in de Sector Ouderkerk met een rondrit door het gebied.

Het is ons uiteraard bekend dat 4 mei tevens Dodenherdenking is, en daar gaan we zo veel mogelijk ook bij stilstaan. De oorzaak ligt er vooral in dat we een datum moesten kiezen die alle partijen schikt. En we hebben te maken met natuurorganisaties die de rust van vleermuizen bewaken en horeca-exploitanten die volgeboekt zijn met huwelijksfeesten.

We beginnen met koffie en thee op de Kustbatterij bij Diemerdam en wandelen daar dan ook een rondje. Daarna rijden we naar het bijzondere Fort bij Abcoude, met aansluitend een lunch in de bergloods. Na de lunch rijden we via de Batterijen aan het Gein en de Liniewal Gein-Nigtevecht naar het Fort bij Nigtevecht waar we ook rondwandelen en fotograferen.

Vervolgens rijden we naar het Fort Uitermeer waar we ook rondwandelen én het authentieke gebouw B van binnen mogen kijken. Langs de Vecht (onder voorbehoud van wegwerkzaamheden) rijden we naar Bastion Bakkerschans van de Vesting Weesp. Dat bastion en het naastgelegen bastion Nieuw-Achtkant kunnen we bekijken. Het tussengelegen Fort aan de Ossenmarkt is niet toegankelijk maar is natuurlijk wel goed van buiten te fotograferen. In de Artillerieloods op bastion Bakkerschans sluiten we de dag af met een drankje en een hapje.

De dag begint om 9.30 uur en duurt tot ongeveer 17.15 uur. De busjes halen de deelnemers op van het treinstation Weesp en de P+R Muiden om iedereen naar de Kustbatterij bij Diemerdam te brengen. Na afloop wordt ieder uiteraard weer bij die locaties teruggebracht. De chauffeurs gaan daarna dineren bij een Chinees restaurant in Amsterdam-Zuidoost en anderen kunnen - op eigen kosten - ook gezellig aanschuiven.
Alle kosten zijn inbegrepen in de deelnameprijs en onze donateurs krijgen korting. Het aantal deelnemers is beperkt en door voorinschrijving door donateurs is een deel van de plaatsen al geboekt. Een aanmelding is pas voltooid bij ontvangst van de betaling, dus iemand die eerder betaald is eerder verzekerd van deelname!

Meer informatie is te vinden op de webpagina over de dagexcursie en daar kan je je ook tot 26 april aanmelden.
Je bent van harte welkom om deel te nemen en je kan je vanaf heden aanmelden! En neem gerust een familielid, kennis of collega mee.

Dagexcursie Stelling van Amsterdam

 

Hoe Fort bij Abcoude een infanteriefort werd

Tekst: René Ros.
Afbeeldingen: zie bron, collectie Doc.centrum Stelling van Amsterdam.
Bron: Nationaal Archief 3.09.23, inv.nr. 436, Memorie van Verdediging Fort bij Abcoude; boek ‘t Fort Abcoude, Geschiedenis en natuur, red. J. Baalbergen 1991 (NL-WpDStvA-C393)

Fort bij Abcoude is een van de uitzonderingen op de Opgave der Bewapening uit 1910. Het heeft een voetnoot dat het genoemde geschut niet de werkelijkheid weergeeft. Maar we willen toch graag weten welke bewapening er tijdens de mobilisatie 1914-1918 door de militairen bemand werd? Ga je mee op speurtocht?

Fragment met frontwal, van "Toestand van het fort na het in staat van verdediging stellen"De Opgave der Bewapening 1910* is de enige momenteel bekende bron met een opgave van de bewapening op alle forten en ertussen. Fort bij Abcoude kreeg de aantekening: "komt niet met den feitelijke toestand overeen, doch is te beschouwen als eene in vroegere jaren ontworpen bewapening, die herzien wordt bij het afwerken dier forten." Het fort was als artilleriefort gebouwd maar, door verbeteringen bij die artillerie, werden de volgende forten als kleiner infanteriefort met betonnen gebouwen gebouwd.

Volgens die bewapeningsstaat zou het fort vier stuks 10 cM. Kazemat, twee stuks 6 cM. Hefkoepel kanonnen en 8 M'90 mitrailleurs krijgen. Maar Fort bij Abcoude had helemaal geen kazematten en hefkoepelgebouwen!
Het is wel typisch de bewapening voor een fort met de betonnen gebouwen. Dat komt overeen met een overzicht uit 1911 waarin staat dat Fort bij Abcoude en Fort Uitermeer herbouwd zouden worden. Probeer je dat eens voor te stellen!

De Memorie van Verdediging van het fort is in 1908 voor het laatst bijgewerkt en die noemt bijna dezelfde aantallen maar toch met een verschil. Vier 10 cM. op hoge affuit en twee 6 cM. Veld kanonnen evenals vier M'90 mitrailleurs. Het verschil is dat het om verrijdbaar geschut gaat, voor op emplacementen in de wallen.

In de Memorie van Verdediging zit ook een plattegrond "Toestand van het fort na het in staat van verdediging stellen", vermoedelijk ook uit 1908. Daarop zijn vier grote emplacementen met traversen in de frontwal te zien, met de nog bestaande "schuilplaats" ertussen. Traversen zijn haaks op de hoofdwal staande wallen, waartussen het geschut werd opgesteld, en die voor enige bescherming tegen inkomende projectielen zorgden.
En op de flanken zijn twee keer twee kleinere emplacementen te zien. Maar de emplacementen betekenen niet dat er ook zoveel geschut zou staan. In ieder geval komt de huidige werkelijkheid niet met die plattegrond overeen en dat is niet omdat eigenaar Natuurmonumenten heeft gegraven. De traversen zijn niet meer aanwezig en de loopgraaf op het dak van de bomvrije kazerne is er bij gekomen.

De frontwal zonder traversen in de jaren 1980.Er moet dus tussen 1908 en 1980 iets gewijzigd zijn aan het fort. Luchtfoto's uit de periode 1920-1940, in de collectie van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, laten al geen traversen maar wel loopgraven zien. Met minimale aanpassingen moet het fort toch van een artilleriefort tot een infanteriefort zijn omgevormd, waarschijnlijk tijdens de mobilisatie 1914-1918.

Begin oktober 1915 hadden fortcommandant Grebe en de 1e Toegevoegde Officier voor Artillerie van de Groep Abcoude Van Thiel een bespreking en bezichtiging op het fort. Zij vonden dat door verlegging van de hoofdverdedigingslijn, de bewapening aangepast moest worden. Het gevaar bestond dat eigen veldopstellingen in gevaar zouden komen door eigen vuur. Hun voorstellen werden op 14 oktober door de commandant van de Groep Abcoude (met een onleesbare handtekening) ter goedkeuring aan de commandant der Stelling Ophorst voorgelegd. Een document over een beslissing zit helaas niet in het dossier.

In de brief noemt de groepscommandant de op dat moment aanwezige bewapening: twee 10 cM. voor groot flankement in oostelijke richting, twee 6 cM. veld en vier M90 op borstweringaffuit. Dat lijkt op de Memorie van Verdediging 1908 behalve dat twee 10 cM. afgevoerd zijn en de twee overgeblevene van de frontwal naar de oostelijke flank moeten zijn verplaatst. Daarmee was de frontwal leeg en de kern van het artilleriefort verdwenen.

De 10 cM. kanonnen wilde de groepscommandant wel op het fort houden, maar een betere opstelling buiten het fort vond hij ook prima. De 6 cM. opstellingen wilde hij wijzigen en in elk van de twee "orillons" van het fort plaatsen, de uitstekende 'oren' aan de zijkanten van het fort. En wel zodanig dat er voor elk stuk drie emplacementen waren, waarmee van schietrichting gewisseld kon worden door het verplaatsen naar een ander emplacement. De M'90 mitrailleurs wilde hij op het fort houden voor het geval dat alle stellingen rond het fort waren gevallen. Wel wilde hij ze van de keel naar het front verplaatsen, waar ze de gracht beter konden bestrijken.

De werkzaamheden konden door de fortbezetting uitgevoerd worden, maar door hun geringe aantal zou dat niet in korte tijd kunnen plaatsvinden. De zinsnede "De benoodigde grond ware te verkrijgen uit eenige bestaande traversen die geen reden van bestaan meer hebben." en het tegenwoordig ontbreken van die traversen, ondersteunt de theorie dat die werkzaamheden echt zijn uitgevoerd. Als dat eind 1915 of begin 1916 is uitgevoerd dan bestond de bewapening voor het merendeel van de mobilisatie uit twee 10 cM. kanonnen op hoog affuit en twee 6 cM Veld. Zo was het Fort bij Abcoude een infanteriefort geworden, waarbij de mitrailleurs letterlijk en figuurlijk naar voren waren geschoven ten koste van de kanonnen.

* We hebben lang geleden een afdruk van onze webpagina ervan in het Artilleriemuseum op de Legerplaats Oldebroek zien hangen.

Fort bij Abcoude
Opgave der Bewapening 1910
Fort bij Abcoude in Beeldbank NIMH

 

De onnodige zoektocht naar een archiefstuk

Tekst en foto's: René Ros.
Met dank aan: medewerkers Gemeentearchief Zaanstad.

Er zijn helaas niet veel mensen die archiefonderzoek doen, maar je hoeft geen archivaris-opleiding gedaan te hebben. Er zijn maar drie heel belangrijke zaken bij archiefonderzoek: de bron, de bron én de bron. Dit artikel laat aan de hand van een slecht voorbeeld zien waarom een goede bronnenadministratie belangrijk is. Het is ook deze keer opbouwend, door aan te geven hoe het beter kan.

Hoofdtoegang van het Stadhuis en Gemeentearchief Zaanstad.Toen ik in oktober 2004 de scan "Inkwartiering.jpg" van een vrijwilliger kreeg was ik natuurlijk blij met die bijdrage. Maar de persoon had een vage omschrijving met twee mogelijke plaatsnamen en dat het uit het Zaans archief kwam. De bron kon niet genoteerd worden (traceerbaarheid), niet zelf geraadpleegd en geïnterpreteerd worden (controle) en niet zien welke stukken eromheen zaten (context). Bovendien kon het bestand niet goed bewaard worden, er was immers geen archief(blok) waar ik het onder kon noteren. Je raadt het al: na al die jaren zat de aantekening nog wel in de administratie, en de scan is er misschien nog wel maar is onvindbaar.

In de online inventarissen van het Gemeentearchief Zaanstad was het niet gelukt om het origineel te vinden. Tot januari dit jaar was er geen nieuwe verlanglijst voor stukken in dat archief om een bezoek te rechtvaardigen. Bij het ter plekke doornemen van stukken over de Boerensluis, werd het probleem aan een medewerker voorgelegd. Kort daarna was een enthousiast overleg van drie medewerkers gaande en binnen een kwartier lag er een zes centimeter dik boekwerk op tafel.

Het was een boekwerk met de ingekomen stukken van de gemeente Assendelft in 1913, die niet individueel in de inventaris staan. Nu moest uw onderzoeker zelf aan de slag en die bladerde elke pagina om tot de schouder zijn bestaan duidelijk maakte. Halverwege werd de brief gevonden en werd het briefnummer genoteerd (traceerbaarheid). De Commissaris der Koningin in Noord-Holland had op 10 juli informatie van de commandant van de 1e Militaire Afdeling (tevens Stellingcommandant) doorgestuurd aan de burgemeester van Assendelft. En wel dat een compagnie van het 2e Regiment Vesting-Artillerie voorgoed naar Fort Zuidwijkermeer was verplaatst. Dat is overigens geen "inkwartiering": huisvesting van militairen bij burgers (controle).

De brief van fortcommandant Kapitein Jhr. O. Witsen Elias aan de burgemeester van Assendelft.Toen volgde de vraag of de schouder verder doorbladeren nog leuk vond. Toch gedaan en jawel, 28 genummerde brieven verder was er weer een treffer (context) en daarna niets meer. De dato 25 juli lichtte de compagnies-commandant, en nu ook fortcommandant, zelf de burgemeester in en meldde dat hij het bevolkingsregister zou bijhouden. De afzender was Kapitein Jhr. O. Witsen Elias (1868-1939), die tijdens de mobilisatie commandant van Fort bij Velsen zou worden.

Het was in ieder geval een productieve ochtend. En dit is slechts een klein en eenvoudig voorbeeld waarbij geen grote en complexe correcties in de website en database gemaakt moesten worden. Toch zijn de teksten wat verbeterd en kon de tweede brief als een nieuwe historische gebeurtenis worden genoteerd. Maar je kan je voorstellen dat iemand met andere kennis een bron anders kan interpreteren dan de persoon die een archiefstuk vindt.

Ik wil niemand afschrikken om archiefonderzoek te doen, integendeel. Maar wel als advies meegeven om vanaf het begin zorgvuldig te werken en je brongegevens te noteren. Schrijf achterop papieren kopieën of in de bestandsnaam van digitaal materiaal, de archiefdienst, archiefnummer en inventarisnummer. Word je onderzoek omvangrijker, leg het dan in een Excel-document vast. Je hoeft de bronnen niet gedetailleerd te publiceren, als je het achter de schermen maar voor jezelf op een rijtje hebt staan.

Als database-ontwikkelaar heb ik Excel overgeslagen en de ruim 4.000 archiefdossiers met aantekeningen in een eigen database genoteerd. Daarbij gekoppeld aan gebeurtenissen, mensen en forten. Natuurlijk zijn er in mijn administratie ook vergissingen gemaakt. En bij geschonken kopieën van materiaal is de bron helaas vaak niet bekend.
Er zijn mensen die me alleen al vanwege de bronnen-administratie niet begrijpen en/of knettergek vinden, hopelijk draagt dit artikel bij aan hun kennis en begrip. Een collectie zonder bronnen en zonder ordening is geen collectie maar een warboel waar hoogstens de samensteller wat in terug kan vinden. Dergelijke collecties zijn er helaas al genoeg en hebben we weinig aan.

Administratie is zelden leuk om te doen, maar wel erg handig en het draagt bij aan de efficiëntie en betrouwbaarheid van je werk. Heb je een archiefstuk al geraadpleegd of niet? Wil jij "ik weet niet waar het origineel is" zeggen tegen iemand die een betere scan van een document of bouwtekening wil? Onlangs werd om foto's van archiefstukken gevraagd, omdat het archief wegens digitalisering tijdelijk niet beschikbaar is. Binnen 15 seconden kon met een zoekactie achterhaald worden dat we er toevallig foto's van hebben en werden deze beschikbaar gesteld.

In deze nieuwsbrieven worden de gebruikte archiefstukken genoemd en gebruikt. Als je naar aanleiding daarvan stukken wilt inzien voor onderzoek, dan ben je natuurlijk van harte welkom. Ik kan ze in ieder geval snel voor je terugvinden. Maar dan wel zelf goed je bronnen noteren...

Fort Zuidwijkermeer
Fort bij Velsen
Bronvermelding Archieven

 

Dienstberichten 2

- Ook de nieuwsbrief-administratie is verder geautomatiseerd en de database zegt nu dat er tot grote verrassing sinds 1999 maar liefst 1,2 miljoen woorden in 536 nieuwsbrieven zijn getypt. Dat zijn ongeveer 3.050 A4-pagina's en 6.100 A5-pagina's. Dat laatste formaat was gangbaar bij papieren clubblaadjes en met ca. 24 pagina's zouden dat 254 uitgaven zijn. Oftewel 64 jaargangen als kwartaalblad en tweemaal zoveel als halfjaarlijkse uitgave.

- In ieder geval in de maand maart zal onze bibliotheek op Fort Uitermeer niet op vrijdagmiddag, maar op zaterdagmiddag open zijn voor inloop en afspraken. Om bij te praten, vragen te stellen, te discussiëren en boeken in te zien oftewel kennis uitwisselen ben je van harte welkom.
Bibliotheek

- De archiefwetten van Ros in het Onderzoekers Intermezzo lijstje zijn op een aantal artikelen in deze nieuwsbrief van toepassing. Ik legde ze onlangs bij wijze van grap aan medewerkers van Het Utrechts Archief voor en die gingen helemaal los op leuke aanvullingen, waarvan een aantal zijn overgenomen.
Onderzoekers Intermezzo

- Persoonlijk vind ik het prettig om voordat je een artikel leest, dat je weet door wie het is geschreven. Helaas staat mijn naam boven vrijwel alle artikelen en ook ik zou daar wel vaker een andere naam willen zien. Dus als je je eigen resultaten van veld- of archiefonderzoek wilt delen, dan ben je van harte welkom om deze nieuwsbrief daarvoor te gebruiken.

- Er wordt gewerkt aan een thema-nieuwsbrief in begin mei, over een nog niet bekende schilder van muurschilderingen op Fort bij Spijkerboor. Als jij mogelijk informatie hierover weet, anders dan het rapport van Van Wijnen uit 2017, dan verneem ik graag van je.

 

Operatie "Uitermeer"

Tekst: René Ros.
Foto's: Rien van Scheindelen†, Kees van der Stad† (collectie Doc.centrum Stelling van Amsterdam), René Ros en collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie.
Met dank aan: Huib ter Haar (DStvA), Sandra van Lochem.
Bronnen: Nationaal Archief 2.13.188 inv.660; Munitievoorziening door de eeuwen heen (NL-WpDStvA-C351); Magazijncomplex Uitermeer, DGWT Dir. Noord-Holland 1983 (NL-WpDStvA-C6487).

In de jaren vijftig wordt het Nederlandse leger opnieuw opgebouwd, met een nieuwe dreiging uit het oosten, voor onze vrede en veiligheid. Veel Amerikaanse wapens en munitie werd sneller geleverd, dan we er magazijnen voor konden bouwen. Maar in 1956 kwam het magazijncomplex Uitermeer gereed en werd het volgereden met munitie uit drijvende magazijnen.

Bulldozer met militairen voor de resten van een remise op Fort Uitermeer.Op mijn verjaardag vond Sandra van Lochem, bekend van de luchtwachttorens, een archiefdossier over Operatie "Uitermeer". Ze stelde de 41 foto's ervan als verjaardagscadeau beschikbaar, onder vermelding van de archiefbron. Die documenten zijn doorgenomen en worden in dit artikel samengevat om een beter leesbaar beeld van de hele operatie te geven. Bovendien weten we nu welke munitie er aanvankelijk was opgeslagen.

In afwachting van de bouw van nieuwe munitiemagazijnen werd de ontvangen munitie in fortgebouwen maar ook in drijvende magazijnen opgeslagen. Een drijvend magazijn bestond uit meerdere gehuurde binnenvaartschepen die in een afgelegen water, zoals een oude rivierarm, lagen. De schipper en zijn gezin bleef op het schip wonen, maar gingen er bij onweer wel af. Er zijn mij negen van dergelijke drijvende magazijnen in Nederland bekend.

In juli 1956 werden van die schepen gelost en de inhoud op het voormalige Fort Uitermeer opgeslagen. De wallen van het fort waren de jaren ervoor geëgaliseerd en werden vijf remises, een kazemat en enkele groepschuilplaatsen gesloopt. Ook werd toen begonnen met het opblazen van de toren, maar niet voltooid - beide om onbekende redenen.

Het fort was een munitiemagazijncomplex geworden, in de betekenis van meerdere magazijn(gebouw)en voor de opslag van munitie en afgekort tot MMC. De naam ervan blijkt Basis Munitie Magazijn nr. 23 "Uitermeer" te zijn geweest. Uit die naam is af te leiden dat het geen munitievoorraad voor een specifiek legerkorps e.d. was, maar een algemene voorraad dat in het achtergebied van een mogelijke strijd werd aangelegd.
De bijbehorende kaart toont 12 grote A-magazijnen, 4 middelgrote B-magazijnen en 3 kleine C-magazijnen. De grote magazijnen liggen vrijwel allemaal aan de buitenrand van het terrein, de anderen zijn er heel afgemeten tussen geplaatst om een veilige afstand te houden. Daarnaast staat een "vuurwerkers-werkplaatsje" en de wachterswoning op de kaart. Een "bureel annex wachtgebouwtje" is anders georiënteerd dan de huidige woning op die locatie bij de poort. En aan de Vecht-oever ter hoogte van de toren is "in de toekomst te maken aanlegsteiger" genoteerd.

Munitiemagazijn 2 in het zomerzonnetje op Fort Uitermeer.De voorbereiding en uitvoering van de operatie was de taak van de commandant van 107 Technische Dienst Basis Munitie Bataljon (107 TD Ba Mu Bat) Noord, destijds kantoorhoudende aan de Keizerstraat 24 te Gorinchem. Vanuit deze eenheid werd ongeveer 50 man ingezet.
Voor het sjouwwerk werden de dienstplichtigen van 156 Intendance Werktroepen Compagnie 1e Legerkorps (156 Int Werkt Cie 1 LK), ongeveer 80 man plus kampstaf, ingezet. Verder waren er nog (alles circa) 10 marechaussees voor regelen van verkeer, 5 man verbindingsdienst en 10 man Geneeskundige Dienst. Alles bij elkaar circa 175 man.
De 101 Vervoers Basisgroep zou de "voertuigen" regelen, maar uit de documenten wordt niet duidelijk of zij ook de chauffeurs leverden. In ieder geval op één dag waren er 19 vrachtwagens ingezet.

Er zit een Nominatieve Appellijst "Uitermeer" in het dossier met 38 namen, van dienstplichtige soldaten van de lichting 55. Inclusief hun registratienummers waarin de geboortedatum zit; geboren in 1935-1937. In verband met de privacywetgeving mogen deze namen niet gepubliceerd worden, terwijl het wel handig zou zijn om enkele van hen nog als ooggetuige te kunnen vinden en spreken.

Vrachtwagens van de Werktroepen Compagnie op Kamp Rooswijk te Velsen (ter illustratie).Het bivak werd van donderdag 12 tot zaterdag 14 juli 1956 ingericht in Laren, met medewerking van de garnizoenscommandant Bussum. Inclusief gebruik van de kantine op de Kolonel Palmkazerne in Bussum. Uiteraard waren er uitgebreide instructies, ook vanwege de veiligheid zoals het voeren van rode vlaggen op de vrachtwagens. En vangnetten tussen schip en loskade om te voorkomen dat er kisten in het water zouden vallen. Plus de hele administratie van munitielaadbrieven, rittenblad en dagrapporten van de kadecommandanten. Met de opmerking of de kadecommandant op de munitielaadbrief van de laatste vrachtwagen van de dag even kon noteren dat het de laatste was. Dan kon de losploeg op het fort daarna naar het bivak.

Het handige was natuurlijk dat de schepen zelf van hun locatie richting Fort Uitermeer konden varen. Er werden drie losplaatsen gebruikt, afhankelijk van de grootte van het schip. Op elke kade waren "mechanische werktuigen en los-materieel" om de munitiekisten over te slaan in motorvoertuigen.
Schepen tot 550 ton tonnage konden de haven aan het Hilversumskanaal in Hilversum gebruiken, alwaar twee ruimen tegelijk gelost konden worden. De loskade van de Genie aan het Amsterdam-Rijnkanaal bij Nigtevecht was voor schepen tot 1.500 ton. Een loskade nabij Uitermeer kon schepen tot 1.000 ton aan. Er worden oude kaartcoördinaten van de loswallen genoemd, maar die krijgen we niet omgerekend.

De werkzaamheden zouden starten op maandag 16 juli en in vijf werkdagen moest de 1.000 ton zijn gelost, vervoerd en opgelegd. Het dossier bevat geen eindrapport of evaluatie, zodat niet bekend is of dat gelukt is. Er is wel een rapport van donderdag 19 juli dus de werkzaamheden zijn wel uitgevoerd. Er was wat vertraging door ziekte van personeel. Ook vertraagde het lossen van schepen met verschillende soorten munitie en verschillende partijen.

Een getrokken 155mm houwitser M114 in september 1956 in stelling tijdens een oefening van de 4e Divisie.Vanuit Zijkanaal F, bij Halfweg voeren de schepen Josina en Trio naar de loskade bij Uitermeer, Freya en Abeona naar Nigtevecht en de Nederland naar Hilversum. De Josina, Freya en Abeona werden het eerst gelost omdat de huurcontracten met hen binnen één tot twee weken zouden eindigen. De schepen Maria en de Elisabeth voerden beide naar Hilversum, maar kwamen van verder, respectievelijk van Nederhemert (Heusden) en Niftrik (Nijmegen).

Na afloop van de Operatie "Uitermeer" lagen in de A-magazijnen 16.000 stuks 155 mm. houwitsergranaten en 25.000 stuks kardoezen (propelling charge, voortstuwende lading) voor het verschieten van die granaten. In de B-magazijnen en C-magazijnen lagen kleinere hoeveelheden explosieven, ontstekers en rookgranaten evenals 75 mm. geweerpatronen. En de schepen konden weer voor gewoon vrachtvervoer ingezet worden.

Onze bibliotheek zit in wat in 1956 gebouw A-10 werd genoemd en later - in ieder geval in 1983 - een nummering had waar het huidige gebouwnummer 5 op is gebaseerd. Ook ons magazijn was gevuld met de 155 mm. granaten en kardoezen. Een lege 155 mm. huls of een munitiekist ervan zou dus mooi in onze collectie passen. Tweederde van de magazijnen zijn gesloopt en ook het merendeel van de originele bestrating is verdwenen. Laten we zuinig zijn op de magazijnen en bestrating die er nog wél zijn, als relict van de Koude Oorlog.

Maar, stel dat het magazijn niet opgeheven was en geen herontwikkeling had plaatsgevonden, dan zou de voorraad naar Oekraïne zijn verscheept omdat die munitie daar in grote hoeveelheden ook voor onze vrede en veiligheid wordt gebruikt... De voorraad van Uitermeer zou in één of twee dagen verschoten zijn.

Fort Uitermeer

 

Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven.

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Het Kenniscentrum Waterlinies (KCW) verzamelt, onderzoekt, borgt en verspreidt kennis over de Hollandse Waterlinies: de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. (Advertentie)
 
 
 
FMTraining - Trainingen en cursussen voor gebruikers en ontwikkelaars van FileMaker (Advertentie)