|
InleidingZonder veel extra moeite is het gelukt om met een aantal opgespaarde lange artikelen een gehele nieuwsbrief over de Meidagen te kunnen publiceren. Wel eerst nog even over de aanstaande excursies, voor de dagexcursie de allerlaatste drie dagen om aan te melden! Tip: houd de cursor boven de afbeeldingen om een beschrijving te lezen.
|
Dienstberichten- Naar aanleiding van een vraag over hoe ik die archiefinformatie tot een artikel verwerk: van interessante archiefstukken maak ik in de studiezaal foto's. Soms alleen een tekst of wat aantekeningen intypen. Deze foto's en aantekeningen gaan in de database bij de informatie over het archiefstuk, dat gemarkeerd wordt als 'verwerken'. In de loop der tijd neem ik die archiefstukken door, verwerk het in de website en database en gebruik het voor het schrijven van artikelen. Heel soms neem ik een draagbare A4-scanner mee. - Op 17 april jongstleden is Fort aan de Winkel openbaar verkocht voor een bedrag van 4,5 miljoen euro. Nieuwe eigenaar is ons nog niet bekend. Het fort heeft geen bomvrije gebouwen en 'Verblijfsrecreatie en Natuur' als bestemming. - Op donderdag 29 mei aanstaande is het Hemelvaartsdag. Onze bibliotheek is dan in de middag open. Als je dan wel gelegenheid hebt om langs te komen, bij te praten en materiaal in te zien dan ben je van harte welkom. Wellicht tijdens een fietstocht naar Fort Uitermeer? - Op 21 mei aanstaande bestaat deze Stelling van Amsterdam-website 10.000 dagen! Andere mijlpaal: de nieuwsbrieven zijn de grens van 1,3 miljoen woorden gepasseerd. - Reactie: "goede site, regelmatige updates en achtergrondverhalen. prettig om te lezen".
|
Excursie naar de Kustbatterij bij Durgerdam (H)Tekst en foto: René Ros. Op zaterdag 28 juni aanstaande organiseren we een aparte excursie naar de Kustbatterij bij Durgerdam. Het is een van de weinige mogelijkheden om met een historische rondleiding de afgelegen kustbatterij met vuurtoren te bezoeken. De boottocht en het schootsveld zijn al een belevenis, het eiland en de gebouwen zijn een ervaring op zich. Aanmelden is gestart!
We verblijven ongeveer anderhalf uur op het eiland, voor een rondleiding en vrij wandelen. Twee eigen gidsen zullen aandacht aan de militaire historie en de natuur schenken. Neem ook zeker een fotocamera mee! De kosten bedragen 25 euro inclusief btw en aanmelden en betalen vooraf is noodzakelijk. Donateurs ontvangen 10% korting. Meld je aan via onderstaande link en je ontvangt daarna een bevestiging met informatie voor de betaling. Aanmelden kan tot en met 20 juni aanstaande, zolang er nog plaatsen op de veerboot zijn. Kustbatterij bij Durgerdam
|
Dagexcursie Stelling van Amsterdam 2025 (H)Tekst: René Ros.
AL 86% VAN DE PLAATSEN GEBOEKT! We beginnen met koffie en thee bij 'Fort H' en maken een wandeling over de oostelijke wallen van Muiden met de vele gebouwen. Ook brengen we een bezoek aan het Waterpaviljoen over de waterlinies, op het terrein van het Muiderslot. We komen van de wandeling bij in Steakhuis Piet de Leeuw, waar een eenvoudige lunch klaar staat. Hierna gaan we per boot naar Fort aan het Pampus waar je met een gids mee kan, daarna vrij kan rondwandelen en we er sluiten af met een borrel met uitzicht over de voormalige Zuiderzee. Daarna nog een bezoek aan de Westbatterij. De dag begint om 10.00 uur en duurt tot ongeveer 17.00 uur. Met enkele auto's kunnen deelnemers opgehaald worden van het treinstation Weesp. Na afloop worden zij uiteraard weer bij het treinstation teruggebracht. Meer informatie is te vinden op de webpagina over de dagexcursie en daar kan je je ook tot en met 9 mei aanmelden. Het aantal deelnemers is beperkt tot 35 en door voorinschrijving door donateurs met introducees is een groot deel van de plaatsen al geboekt. Het aantal kan deze keer niet uitgebreid worden! Dagexcursie Stelling van Amsterdam
|
Vesting Holland was een fictie?Tekst en foto: René Ros. Het boek "...de fictie dat Holland een vesting is" verscheen al in 2021 maar het bleef lang liggen, omdat door corona en andere zaken het er niet van kwam om ook enkele genoemde archiefstukken te raadplegen. Het is de boek-uitgave van een proefschrift dat een jaar eerder door Joost Michels bij de Universiteit van Amsterdam werd verdedigd. Het is een van de beste boeken die de afgelopen jaren over vestingbouw verscheen, gebaseerd op primaire archiefbronnen, over complexe materie maar zorgvuldig en toch goed leesbaar. Het boek beslaat de vestingbouw in ons land vanaf 1914 tot 1940, tussen de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog. Een aantal van de in de voetnoten genoemde bronnen heb ik in het Nationaal Archief geprobeerd te vinden voor meer informatie. Dat is maar beperkt gelukt en zal geheel aan mij liggen, het is moeilijk om in dikke stapels de juiste brief terug te vinden. De wel gevonden bronnen bleken, op één uitzondering na, geen noemenswaardige aanvullingen te bevatten. Dit artikel had dus vier jaar eerder kunnen verschijnen...
In december 1916 nam Stellingcommandant Ophorst kennis van een verslag door twee Nederlandse officieren geschreven, over hun bezoek aan een Duitse militaire onderzoeksinstelling bij Keulen. Daar was voor studie/oefendoeleinden een loopgraafstelling aangelegd volgens het ei- of spaghettimodel. Dit houdt in dat twee tot drie ovaal rondgaande loopgraven vooraan liggen, voor infanterie met geweren. Met enkele loopgraven zijn de ovalen verbonden met naast- en achterliggende loopgraven, waarin een schuilplaats is gebouwd. Dus niet twee of drie parallel zigzaggende loopgraven met verbindingsloopgraven, zoals bijvoorbeeld het restant op de Bussumerheide. (p.33-34) Al op 4 september 1914 had de Stellingcommandant een voorstel aan de Opperbevelhebber Land- en Zeestrijdkrachten (OLZ) Snijders gedaan, tot "het inrichten van de voorpositie Het Slot - de Cruquius in het acces bij Vijfhuizen". De OLZ wilde daar toen nog niet toe overgaan. (NL-HaNA 3.09.23, inv.nr. 88, conc. Pak AA 11 Dossier 1202) In maart 1917 gaf de Stellingcommandant opdracht om mitrailleuropstellingen en granaatvrije schuilplaatsen op het Fort bij Vijfhuizen te bouwen. Deze zijn enkele jaren geleden in de frontwal van het fort aangetroffen en uitgegraven. Vanwege de nabijheid van hoge duingronden vond de Stellingcommandant dat onvoldoende en besloot loopgraafstelsels vóór het fort aan te laten leggen, de Voorpositie bij Cruquius (vh. Fort bij Heemstede) en halverwege de Voorstelling bij Vijfhuizen. De verschillende commandanten hadden veel vrijheid en van standaardisatie was geen sprake, zodat de Voorstelling bij Vijfhuizen naar het Keulse voorbeeld werd aangelegd. Helaas is er vrijwel niets meer van over. Alleen de granaatvrije onderkomens, de mitrailleuropstellingen en enkele grenspalen zijn nog op het tegenwoordige golfterrein te vinden. (p.33-34)
Stellingcommandant Ophorst wilde in 1918 het Fort bij Muiderberg alsnog voltooien, maar besefte dat er andere bouwwerken voor nodig waren. (In het ontwerp van het fort uit 1921 in het archief van de EAI Amersfoort herkennen we nu een loopgraaf van het ei- of spaghettimodel). In 1930 waren er plannen om oud geschut te hergebruiken door ze in moderne, gewapende betonnen kazematten in te bouwen. Zoals met de hefkoepelkanonnen in het zuidelijke deel van de StvA, dat niet behoorde tot het Noordfront (het boek noemt het aantal van 47, maar ik kom niet verder dan 24 stuks). Voor de afsluiting van de nieuwe Rijksweg 4 werden twee ontwerpen gemaakt, waarvan één met een hefkoepel erin (zie rechts in afbeelding rechts). De hogere kosten, de ouderdom van het geschut (oudste uit 1897) en het kwetsbare pantser maakte, dat voor het andere ontwerp werd gekozen. Het is een mooi verhaal dat het gedachteproces weergeeft, maar aan weerszijden van snelweg A4 staan nu drie kanon- en mitrailleurkazematten van het type V.I.S. zonder hefkoepels (p.108)
De auteur betoogt dat deze 'stalen overdekkingen' niet gebaseerd waren op Franse koepels waarmee De Man bekend was, maar op een, in een Duitse bron genoemd, Italiaans ontwerp voor mitrailleurs en pantserafweergeschut. Deze kazematten waren in de jaren 1920-1930 door de Italiaanse Genie in de Alpen langs de grens met Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk gebouwd (ook gebaseerd op lessen uit de Eerste Wereldoorlog, maar blijkbaar voor De Man niet achterhaald). De daarop gebaseerde ontwerpen zijn daadwerkelijk in ons polderland gerealiseerd en kennen we nu als de vermaarde G-kazematten. Maar gebaseerd op ontwerpen voor een linie in het gebergte. (p.134) De overkoepelende vraag van de studie, zoals weergegeven in de titel, is waarom Holland geen vesting was. De auteur concludeert daarover: "Zowel in de periode van de mobilisatie 1914-'18, tijdens het Interbellum als in de mobilisatie 1939-'40 heeft de legerleiding geen samenhangende, gedragen visie op het vestingstelsel, noch op de betekenis van vestingwerken in het krijgsplan." "Uiteindelijk hebben het gebrek aan visie van de legerleiding en, afgeleid daarvan, het gebrek aan vestingbouwkundig programma, het lot van de Vesting Holland bezegeld. De legerleiding heeft nooit willen investeren in een tijdige en adequate voorbereiding van de hardnekkige verdediging van de Vesting Holland. De vesting ging ten onder aan het eigen succes: het feit dat de stelling er was, gekoppeld aan de mare van haar kracht, leidt tot passiviteit bij de generale staf." "In die zin is de Vesting Holland, zoals Von Schmid al in 1922 betoogt, in 1940 inderdaad een fictie gebleken: de legerleiding heeft de waarde van een goed voorbereid vestingstelsel niet juist ingeschat en is met een krijgsplan aan de haal gegaan, dat niet uitgaat van de kracht van de vesting en waarin deze geen meerwaarde heeft. Dat, terwijl er een solide basis voorhanden is: door de combinatie van natuurlijke omstandigheden en innovatieve waterstaat- en vestingbouwkundige techniek kan de legerleiding in de Vesting Holland met minimale middelen een maximale weerstand leveren." We lopen vaak met zijn allen, met de beste bedoelingen, maar wat aan te rommelen. Toen, nu en in de toekomst. Het is makkelijk om achteraf conclusies te trekken, maar dat is wel hoe we er van kunnen leren en een visie opstellen. Maar voorspellen is niet mogelijk, dat kunnen we onze voorouders niet kwalijk nemen. Het boek wordt van harte aanbevolen en is via onderstaande Boekwinkeltjes-link bij de auteur te verkrijgen. Voorstelling bij Vijfhuizen
|
Schrijver over de GrebbelinieTekst: René Ros. In 25 jaar tijd zijn er veel nieuwe archiefbronnen beschikbaar gekomen, niet alleen digitaal maar ook als papier. Er zijn genoeg zaken in onze collectie waarvan een hernieuwd onderzoek aanvullende informatie zou opleveren. Maar dan zou alles opnieuw uitgezocht moeten worden, náást de bijna wekelijkse nieuwe aanwinsten. Zonder andere mensen die dat zouden willen en kunnen, is dat onbegonnen werk. Bij uitzondering en vanwege de Meidagen, heb ik dat uit eigen nieuwsgierigheid toch gedaan met een opmerkelijk boek in onze collectie. In het boek 'Nederlands Geschut sinds 1677' zitten persoonlijke toevoegingen en er was eigenlijk nog helemaal geen onderzoek naar de schenker gedaan.
Uit vijf toegevoegde vellen papier en één foto blijkt dat het boek in 1987 een cadeau van een veteraan aan een andere veteraan was. Geplakt op het voorste schutblad zit een vel papier met deze gekalligrafeerde tekst: De gebruikte naamstempel bevat "Jac. Schrijver", "domus Scriptor" en een adres in Zwanenburg (N.H.). Op dat adres staat boven de voordeur dezelfde tekst "domus Scriptor", latijn voor 'het schrijvershuis', wat een leuke woordgrap met zijn achternaam is. Uit de digitaal beschikbaar gekomen pensioenkaart van de gemeente Amsterdam, blijkt dat hij in ieder geval op 19-jarige leeftijd werkte als secretarie-schrijver bij het Arbeidsbureau van die gemeente. Zijn achternaam paste goed bij zijn beroep. Hij heeft daar zijn hele leven gewerkt en eindigde in de functie van Hoofdcommies. Hij moet de crisis en werkloosheid van de jaren 1930 van nabij achter het loket meegemaakt hebben. Hij ging in 1970 met pensioen.
In de Militieregisters werd gevonden dat hij tot 1925 aan de Vrijwillige Landstorm was verbonden toen hij bij het Regiment Vestingartillerie werd ingelijfd. Via overplaatsingen en reorganisaties werd hij in juni 1939 bij het 12e Regiment Motorartillerie ingedeeld. Dat past bij de eenheid die hij zelf noemt: 2e Batterij, 1e Afdeling, 12e Regiment Artillerie. Zijn rang blijft echter onbekend. Aangezien voor de StvA (Noordfront VgH) geen troepen meer ingedeeld waren, werden dienstplichtige jongemannen uit de Amsterdamse regio, zoals Schrijver, bij eenheden ingedeeld die elders een oorlogstaak hadden. Lang geleden moest je naar het Legermuseum in Delft om de Groene Serie met gevechtsverslagen van 1940 in te zien, tegenwoordig staat het onderliggende archief digitaal online. De commandant van 2-I-12RA 1e luitenant H.W. Felderhof heeft vier pagina's beschreven. Schrijver wordt er niet bij naam in genoemd, maar het verslag komt overeen met zijn verslag van de 40ste reünie. Op 10 mei 1940 moesten ze de batterij nabij Amerongen en Elst opstellen (een kaart ontbreekt), waren om 5.00 uur gereed en die namiddag werden de eerste schoten gevuurd. De logistiek liep goed en het moreel was hoog. Op 11 mei werd de stelling door een Duits vliegtuig beschoten, zonder slachtoffers. Bij het opruimen hakte een kanonnier met een bijl in zijn hand, dat minder ernstig bleek dan aanvankelijk gedacht werd. In de ochtend van 12 mei werd in hoog tempo gevuurd, maar werden ze ook zelf beschoten. Na het besluit tot verplaatsen en aanvang daarvan werden in de nabijheid rode vuurpijlen afgeschoten. Niet wetende wie dit deed, werd dit als aanwijzing voor verraad gezien en besloten om niet te verplaatsen. De volgende ochtend beschoot de vijandelijke artillerie de stelling waar naartoe had moeten worden verplaatst... Ook een telefoonverbinding werd verbroken waarbij kwaadwillige opzet of een toevallige granaatscherf de mogelijke verklaringen waren. De achterdocht was blijkbaar groot. In de middag van 13 mei moest de batterij zich terugtrekken en reden de Trado-trucks over de Lekdijk naar Schalkwijk. Rond 21.00 uur waren ze daar kwartier aan het maken, toen ze via Vreeswijk verder naar Benschop moesten. Als reden werd het snel stijgende water genoemd, zeer waarschijnlijk het stellen van de inundaties van de NHWL/Oostfront. Voor zonsopgang de volgende dag was de batterij weer opgesteld en konden de manschappen rusten. Onder hen moet Jacob Schrijver zijn geweest. Over zijn ervaringen tijdens de bezetting is helaas niets bekend, maar die Meidagen van 1940 moeten hem nog lang bezig hebben gehouden. "In den namiddag kwam het bericht der capitulatie. Hoewel deze tijding verslagenheid en verbittering teweegbracht, deden zich geen excessen voor." Grebbelinie
|
Over Nederlandse en Duitse inundatiepeilenTekst: René Ros. In de afgelopen 15 jaar is uit verschillende bronnen informatie, vooral cijfers, in de database verzameld over de geplande en soms daadwerkelijk uitgevoerde inundaties. De afgelopen tijd is dat ondergebracht in vier 'inundatiestaten' voor Linie van Amsterdam (1849), Stelling van Amsterdam (1905), Vesting Holland (1933) en Duitse bezetter (1944-1945). De cijfers bevatten nog hiaten, maar is er iets uit te concluderen? Bijvoorbeeld of, zoals de authentieke bron 'Geschiedenis van de Stelling van Amsterdam' noemt, de inundatiehoogte inderdaad 20-30 cm. hoog was?
Voor de Linie van Amsterdam waren dichtbij Amsterdam 34 inundatiekommen, soms bestaande uit meer dan één polder. Voor elke inundatiekom gaf de bron het maaiveldniveau en het inundatiepeil, waarbij we het inundatiepeil hebben genoteerd als het volledige peil zoals het later werd genoemd. Van 22 kommen kon de hoogte boven maaiveld berekend worden als gemiddeld 41 cm. (14/84/20). Laten we drie extreem grote waarden achterwege dan is het 35 cm. (14/59/13). Vier kommen nabij Spaarndam waren afhankelijk van de eb- en vloed van het nog open IJ en was geen inundatiepeil voor genoteerd. Ook moet opgemerkt worden dat destijds de nauwkeurigheid waarmee de inundaties geregeld en gemeten kon worden, niet groot zal zijn geweest. Maar liefst 93 inundatiekommen zijn in 1905 genoteerd voor de Stelling van Amsterdam, met de militaire stafkaart en de 'Geschiedenis van de Stelling van Amsterdam' als authentieke bronnen voor de geplande inundaties. Van de gebruikte polders is echter nergens een maaiveld-niveau gevonden. En wegens 120 jaar gronddaling kunnen de hedendaagse cijfers daar niet voor gebruikt worden. En pas vanaf ongeveer 1980 worden hoogtecijfers op de topografische kaarten weergegeven. Een authentieke bron zou daarom welkom zijn. In het Nationaal Archief is het boekje 'Algemeene Instructie voor het Inundatie-personeel' ingezien. Zonder jaartal maar de peilen en voetnoten komen overeen met de geheime militaire kaart (ook zonder jaartal) zodat ze bij elkaar moeten horen. Daarin 55 inundatiekommen waarvan van 45 de hoogte kon worden berekend tot gemiddeld 22 cm. (20/35/5). Voor de Vesting Holland gaat het in 1933 om 90 inundatiekommen, maar hiervan is alleen het voorlopige peil en niet het volledige peil bekend, zodat daarmee niet de hoogte berekend kan worden. Wel is een deel van de kommen daadwerkelijk in mei 1940 geïnundeerd als het Noordfront Vesting Holland en deel van het Oostfront. En als we dat bereikte peil met het voorlopige peil gebruiken om de hoogte te berekenen, dan komen we voor 33 kommen op gemiddeld -36 cm. (-237/-50/59). Daaruit is te concluderen dat vrijwel nergens het voorlopig peil werd bereikt. Aan deze peilen van de Vesting Holland hebben we dan eigenlijk niets.
Voor de inundaties voor de Vesting Holland en de Duitse bezetter is van veel polders op de dag nauwkeurig bekend wanneer de inundatie is gestart en geëindigd, en is de duur uit te rekenen. Voor de Duitse waterlinies is een soortgelijke deling te zien. Van Edam tot aan de Haarlemmermeerpolder gaat het om 38 polders waarvan we weten dat ze geïnundeerd zijn als noordelijk deel van de Vordere Wasserstellung. Van 14 polders weten we de exacte begin- en einddatum en daarmee de duur, die gemiddeld 466 dagen (std.afw. 16) bedroeg. Alle inundaties hierin startten in maart 1944 en als er een dag bekend is, dan is het de 7e maart. We kunnen alleen de cijfers van de Linie van Amsterdam 1849 en - met een aanname voor het maaiveld-niveau - de twee over de Stelling van Amsterdam gebruiken en daaruit is te concluderen dat ze de algemene 20-30 cm. waterdiepte redelijk of heel goed bevestigen. Van de andere twee inundaties zijn daarvoor geen cijfers, maar juist wel over de duur van de uitgevoerde inundaties met een onderscheid tussen de verschillende groepen polders. Posten van Kraijenhoff
|
Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven. |