Sluit [X]   
 

Steunen met een donatie?

© 1999-2025, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 18-3-2025

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam

Nieuwsgierig? Lees deze nieuwsbrief maar!Nieuwsbrief 555

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
Een nieuwsbrief over militair erfgoed in de regio Amsterdam.
27ste jaargang, nummer 555, 6 mei 2025

 

Inhoud

In deze nieuwsbrief:

 

Inleiding

Zonder veel extra moeite is het gelukt om met een aantal opgespaarde lange artikelen een gehele nieuwsbrief over de Meidagen te kunnen publiceren. Wel eerst nog even over de aanstaande excursies, voor de dagexcursie de allerlaatste drie dagen om aan te melden!
Daarna over de Vesting Holland in de aanloop naar en eindigend met de Meidagen 1940. Dan een verhaal over een 'Halfwegger' in de Grebbelinie tijdens die Meidagen 1940. En tenslotte over inundatiepeilen in het gebied, ook die door de Duitse bezetter zijn gesteld en vanaf de Meidagen 1945 weer drooggemalen konden worden.

Tip: houd de cursor boven de afbeeldingen om een beschrijving te lezen.

 

Dienstberichten

- Naar aanleiding van een vraag over hoe ik die archiefinformatie tot een artikel verwerk: van interessante archiefstukken maak ik in de studiezaal foto's. Soms alleen een tekst of wat aantekeningen intypen. Deze foto's en aantekeningen gaan in de database bij de informatie over het archiefstuk, dat gemarkeerd wordt als 'verwerken'. In de loop der tijd neem ik die archiefstukken door, verwerk het in de website en database en gebruik het voor het schrijven van artikelen. Heel soms neem ik een draagbare A4-scanner mee.

- Op 17 april jongstleden is Fort aan de Winkel openbaar verkocht voor een bedrag van 4,5 miljoen euro. Nieuwe eigenaar is ons nog niet bekend. Het fort heeft geen bomvrije gebouwen en 'Verblijfsrecreatie en Natuur' als bestemming.

- Op donderdag 29 mei aanstaande is het Hemelvaartsdag. Onze bibliotheek is dan in de middag open. Als je dan wel gelegenheid hebt om langs te komen, bij te praten en materiaal in te zien dan ben je van harte welkom. Wellicht tijdens een fietstocht naar Fort Uitermeer?
Bibliotheek

- Op 21 mei aanstaande bestaat deze Stelling van Amsterdam-website 10.000 dagen! Andere mijlpaal: de nieuwsbrieven zijn de grens van 1,3 miljoen woorden gepasseerd.

- Reactie: "goede site, regelmatige updates en achtergrondverhalen. prettig om te lezen".

 

Excursie naar de Kustbatterij bij Durgerdam (H)

Tekst en foto: René Ros.

Op zaterdag 28 juni aanstaande organiseren we een aparte excursie naar de Kustbatterij bij Durgerdam. Het is een van de weinige mogelijkheden om met een historische rondleiding de afgelegen kustbatterij met vuurtoren te bezoeken. De boottocht en het schootsveld zijn al een belevenis, het eiland en de gebouwen zijn een ervaring op zich. Aanmelden is gestart!

Geschutemplacementen op de Kustbatterij bij Durgerdam.De excursie begint om 12.45 met inschepen op de veerboot, afgemeerd aan de buitenzijde van de schutsluis bij het adres Bert Haanstrakade 1051 in Amsterdam-IJburg. In IJburg geldt betaald parkeren, maar het is goed per fiets en met de tram 26 bereikbaar. Om ongeveer 15.15 worden we weer van het eiland opgehaald en uiterlijk 15.45 zijn we terug in IJburg.

We verblijven ongeveer anderhalf uur op het eiland, voor een rondleiding en vrij wandelen. Twee eigen gidsen zullen aandacht aan de militaire historie en de natuur schenken. Neem ook zeker een fotocamera mee!
Je kan zelf eten en drinken meenemen, maar het afval zal je ook zelf mee terug moeten nemen. Op de veerdienst is aan boord ook drinken te verkrijgen. Op het eiland zijn toiletten aanwezig.

De kosten bedragen 25 euro inclusief btw en aanmelden en betalen vooraf is noodzakelijk. Donateurs ontvangen 10% korting. Meld je aan via onderstaande link en je ontvangt daarna een bevestiging met informatie voor de betaling. Aanmelden kan tot en met 20 juni aanstaande, zolang er nog plaatsen op de veerboot zijn.

Kustbatterij bij Durgerdam
Aanmelden voor excursie Kustbatterij bij Durgerdam
Rederij Navigo
Vuurtoreneiland

 

Dagexcursie Stelling van Amsterdam 2025 (H)

Tekst: René Ros.
Foto: onbekende passant met camera van Hans Baas (DStvA).

Groepsfoto deelnemers dagexcursie 2024 bij Fort op de Ossenmarkt in Weesp.Op zaterdag 17 mei aanstaande zal voor de 25ste keer in 22 jaar de geheel verzorgde, unieke dagexcursie naar een deel van de Stelling van Amsterdam plaatsvinden. We bezoeken deze keer de Vesting Muiden met haar vele gebouwen en het Fort aan het Pampus.

AL 86% VAN DE PLAATSEN GEBOEKT!

We beginnen met koffie en thee bij 'Fort H' en maken een wandeling over de oostelijke wallen van Muiden met de vele gebouwen. Ook brengen we een bezoek aan het Waterpaviljoen over de waterlinies, op het terrein van het Muiderslot.

We komen van de wandeling bij in Steakhuis Piet de Leeuw, waar een eenvoudige lunch klaar staat. Hierna gaan we per boot naar Fort aan het Pampus waar je met een gids mee kan, daarna vrij kan rondwandelen en we er sluiten af met een borrel met uitzicht over de voormalige Zuiderzee. Daarna nog een bezoek aan de Westbatterij.

De dag begint om 10.00 uur en duurt tot ongeveer 17.00 uur. Met enkele auto's kunnen deelnemers opgehaald worden van het treinstation Weesp. Na afloop worden zij uiteraard weer bij het treinstation teruggebracht.
Alle kosten zijn inbegrepen in de deelnameprijs en onze donateurs krijgen ongeveer 10% korting. Een aanmelding is pas voltooid bij ontvangst van de betaling, dus iemand die eerder betaalt is eerder verzekerd van deelname!

Meer informatie is te vinden op de webpagina over de dagexcursie en daar kan je je ook tot en met 9 mei aanmelden. Het aantal deelnemers is beperkt tot 35 en door voorinschrijving door donateurs met introducees is een groot deel van de plaatsen al geboekt. Het aantal kan deze keer niet uitgebreid worden!
Je bent van harte welkom om deel te nemen en je kan je vanaf heden aanmelden! En neem gerust een familielid, kennis of collega mee!

Dagexcursie Stelling van Amsterdam

 

Vesting Holland was een fictie?

Tekst en foto: René Ros.
Afbeeldingen: '...de fictie dat Holland een vesting is'.
Bron: '...de fictie dat Holland een vesting is.', Vestingbouw door het wapen der genie, 1914-'40, Joost Michels, 2021, ISBN 9789090328676 (NL-WpDStvA-C11117); Nationaal Archief 3.09.23 Stelling Amsterdam, (1873) 1886-1922.

Het boek "...de fictie dat Holland een vesting is" verscheen al in 2021 maar het bleef lang liggen, omdat door corona en andere zaken het er niet van kwam om ook enkele genoemde archiefstukken te raadplegen. Het is de boek-uitgave van een proefschrift dat een jaar eerder door Joost Michels bij de Universiteit van Amsterdam werd verdedigd. Het is een van de beste boeken die de afgelopen jaren over vestingbouw verscheen, gebaseerd op primaire archiefbronnen, over complexe materie maar zorgvuldig en toch goed leesbaar. Het boek beslaat de vestingbouw in ons land vanaf 1914 tot 1940, tussen de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog.

Een aantal van de in de voetnoten genoemde bronnen heb ik in het Nationaal Archief geprobeerd te vinden voor meer informatie. Dat is maar beperkt gelukt en zal geheel aan mij liggen, het is moeilijk om in dikke stapels de juiste brief terug te vinden. De wel gevonden bronnen bleken, op één uitzondering na, geen noemenswaardige aanvullingen te bevatten. Dit artikel had dus vier jaar eerder kunnen verschijnen...

Plattegrond van de loopgraven in de Voorstelling bij Vijfhuizen.Het boek laat zien wat er in de periode 1914-1940 op de Genie-burelen, vooral het Centraal Inundatie en Technisch Bureau (CITB), gebeurde toen er aanvankelijk, door bezuinigingen en 'vredesdividend', vrijwel niets gebouwd werd. En welke gevolgen dat had voor de vijfdaagse oorlog in Mei 1940. In dit artikel lichten we een aantal nieuwe zaken uit het boek, die betrekking hebben op de Stelling van Amsterdam. Achter elke paragraaf worden de paginanummers uit het boek of die ene gevonden archiefbron genoemd.

In december 1916 nam Stellingcommandant Ophorst kennis van een verslag door twee Nederlandse officieren geschreven, over hun bezoek aan een Duitse militaire onderzoeksinstelling bij Keulen. Daar was voor studie/oefendoeleinden een loopgraafstelling aangelegd volgens het ei- of spaghettimodel. Dit houdt in dat twee tot drie ovaal rondgaande loopgraven vooraan liggen, voor infanterie met geweren. Met enkele loopgraven zijn de ovalen verbonden met naast- en achterliggende loopgraven, waarin een schuilplaats is gebouwd. Dus niet twee of drie parallel zigzaggende loopgraven met verbindingsloopgraven, zoals bijvoorbeeld het restant op de Bussumerheide. (p.33-34)

Al op 4 september 1914 had de Stellingcommandant een voorstel aan de Opperbevelhebber Land- en Zeestrijdkrachten (OLZ) Snijders gedaan, tot "het inrichten van de voorpositie Het Slot - de Cruquius in het acces bij Vijfhuizen". De OLZ wilde daar toen nog niet toe overgaan. (NL-HaNA 3.09.23, inv.nr. 88, conc. Pak AA 11 Dossier 1202)

In maart 1917 gaf de Stellingcommandant opdracht om mitrailleuropstellingen en granaatvrije schuilplaatsen op het Fort bij Vijfhuizen te bouwen. Deze zijn enkele jaren geleden in de frontwal van het fort aangetroffen en uitgegraven. Vanwege de nabijheid van hoge duingronden vond de Stellingcommandant dat onvoldoende en besloot loopgraafstelsels vóór het fort aan te laten leggen, de Voorpositie bij Cruquius (vh. Fort bij Heemstede) en halverwege de Voorstelling bij Vijfhuizen. De verschillende commandanten hadden veel vrijheid en van standaardisatie was geen sprake, zodat de Voorstelling bij Vijfhuizen naar het Keulse voorbeeld werd aangelegd. Helaas is er vrijwel niets meer van over. Alleen de granaatvrije onderkomens, de mitrailleuropstellingen en enkele grenspalen zijn nog op het tegenwoordige golfterrein te vinden. (p.33-34)

Een schuilplaats in de frontwal van Fort bij Vijfhuizen.In de NHWL en ook in andere linies werd ook naar eigen inzichten gebouwd en zelfs binnen een linie werden verschillende bouwwerken aangelegd, zoals de waarnemingsposten op Fort op de Ruigenhoekse Dijk en het Fort bij Asperen. In opdracht van minister van Oorlog Rambonnet, nam de OLZ in 1917 stappen om tot standaardisatie van de schuilplaatsen te komen. Het boek bevestigt dat "op Olderbroek" schietproeven op drie typen schuilplaatsen werden uitgevoerd: ongewapend beton, gewapend beton en hout-ijzer. Hieruit volgden de schuilplaatsen 1918/I voor ¼ sectie (8 man) en 1918/II voor ½ sectie (16 man) van gewapend beton. Daarmee zouden de gehele hoofdverdedigingslijnen van de linies versterkt moeten gaan worden.
Begonnen werd met de kwetsbare accessen bij Spaarndam (StvA) en de Houtense Vlakte (NHWL) en daar bleef het bij. Bij Spaarndam werd de Voorstelling bij Spaarndam aangelegd en was de vraag of dit nu tot verbetering had geleid: de verdedigingsstrook was 500 meter dieper geworden, maar de inundatie met dezelfde afstand verkleind (in werkelijkheid 350-400 meter). De bevindingen uit Frankrijk waren klakkeloos in een polderstelling toegepast en bleken onbruikbaar. (p.45-48)

Stellingcommandant Ophorst wilde in 1918 het Fort bij Muiderberg alsnog voltooien, maar besefte dat er andere bouwwerken voor nodig waren. (In het ontwerp van het fort uit 1921 in het archief van de EAI Amersfoort herkennen we nu een loopgraaf van het ei- of spaghettimodel).
De gemeente Weesp wilde de hoofdverdedigingslijn graag snel naar de lijn Uitermeer-Muiderberg verleggen, zodat haar classificatie en beperkingen van de Kringenwet zou vervallen (dat zou echter pas in 1947 gebeuren). Die lijn had geen prioriteit voor de nieuwe Stellingcommandant Kollewijn, zodat het plan in 1923 werd geschrapt en pas in de jaren 1930 door de aanleg van Rijksweg 1 met zes kazematten bij Hakkelaarsbrug en Muiden versterkt zou worden. (p.88-91)

In 1930 waren er plannen om oud geschut te hergebruiken door ze in moderne, gewapende betonnen kazematten in te bouwen. Zoals met de hefkoepelkanonnen in het zuidelijke deel van de StvA, dat niet behoorde tot het Noordfront (het boek noemt het aantal van 47, maar ik kom niet verder dan 24 stuks). Voor de afsluiting van de nieuwe Rijksweg 4 werden twee ontwerpen gemaakt, waarvan één met een hefkoepel erin (zie rechts in afbeelding rechts). De hogere kosten, de ouderdom van het geschut (oudste uit 1897) en het kwetsbare pantser maakte, dat voor het andere ontwerp werd gekozen. Het is een mooi verhaal dat het gedachteproces weergeeft, maar aan weerszijden van snelweg A4 staan nu drie kanon- en mitrailleurkazematten van het type V.I.S. zonder hefkoepels (p.108)

Ontwerp van een kazemat met hefkoepelgeschut.In augustus 1935 beëindigde kapitein C.W. can Dooden zijn functie als hoofd CITB en werd majoor C.H. de Man zijn opvolger. De Man was weinig enthousiast over de door Van Dooden toegepaste pantserplaten in de schietgaten van de kazematten op de Afsluitdijk en het ontwerp voor de brugkazematten. Ze waren gebaseerd op voorschriften naar aanleiding van de Eerste Wereldoorlog en De Man vond ze achterhaald. In een gewijzigde tekst voor de vestingbegroting van 1937 werden vervolgens 'kleine stalen vaste overdekkingen' genoemd. (p.134)

De auteur betoogt dat deze 'stalen overdekkingen' niet gebaseerd waren op Franse koepels waarmee De Man bekend was, maar op een, in een Duitse bron genoemd, Italiaans ontwerp voor mitrailleurs en pantserafweergeschut. Deze kazematten waren in de jaren 1920-1930 door de Italiaanse Genie in de Alpen langs de grens met Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk gebouwd (ook gebaseerd op lessen uit de Eerste Wereldoorlog, maar blijkbaar voor De Man niet achterhaald). De daarop gebaseerde ontwerpen zijn daadwerkelijk in ons polderland gerealiseerd en kennen we nu als de vermaarde G-kazematten. Maar gebaseerd op ontwerpen voor een linie in het gebergte. (p.134)

De overkoepelende vraag van de studie, zoals weergegeven in de titel, is waarom Holland geen vesting was. De auteur concludeert daarover:

"Zowel in de periode van de mobilisatie 1914-'18, tijdens het Interbellum als in de mobilisatie 1939-'40 heeft de legerleiding geen samenhangende, gedragen visie op het vestingstelsel, noch op de betekenis van vestingwerken in het krijgsplan." "Uiteindelijk hebben het gebrek aan visie van de legerleiding en, afgeleid daarvan, het gebrek aan vestingbouwkundig programma, het lot van de Vesting Holland bezegeld. De legerleiding heeft nooit willen investeren in een tijdige en adequate voorbereiding van de hardnekkige verdediging van de Vesting Holland. De vesting ging ten onder aan het eigen succes: het feit dat de stelling er was, gekoppeld aan de mare van haar kracht, leidt tot passiviteit bij de generale staf."

"In die zin is de Vesting Holland, zoals Von Schmid al in 1922 betoogt, in 1940 inderdaad een fictie gebleken: de legerleiding heeft de waarde van een goed voorbereid vestingstelsel niet juist ingeschat en is met een krijgsplan aan de haal gegaan, dat niet uitgaat van de kracht van de vesting en waarin deze geen meerwaarde heeft. Dat, terwijl er een solide basis voorhanden is: door de combinatie van natuurlijke omstandigheden en innovatieve waterstaat- en vestingbouwkundige techniek kan de legerleiding in de Vesting Holland met minimale middelen een maximale weerstand leveren."

We lopen vaak met zijn allen, met de beste bedoelingen, maar wat aan te rommelen. Toen, nu en in de toekomst. Het is makkelijk om achteraf conclusies te trekken, maar dat is wel hoe we er van kunnen leren en een visie opstellen. Maar voorspellen is niet mogelijk, dat kunnen we onze voorouders niet kwalijk nemen. Het boek wordt van harte aanbevolen en is via onderstaande Boekwinkeltjes-link bij de auteur te verkrijgen.

Voorstelling bij Vijfhuizen
Voorpositie bij Cruquius
Legerplaats bij Oldebroek
Voorstelling bij Spaarndam
Fort bij Muiderberg
Kazematten Hakkelaarsbrug
Kazematten Muiden
Kazematten Slotertocht
'Het Utrechts Archief: Eerstaanwezend Ingenieur Amersfoort' in Nieuwsbrief 548 (2024)
'… de fictie dat Holland een vesting is' op website Boekwinkeltjes

 

Schrijver over de Grebbelinie

Tekst: René Ros.
Afbeeldingen: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam.
Met dank aan: Edwin Kapitein (DStvA afd. Bomen), Bert Rietberg (Stichting Grebbelinie, Stichting Bezoekerscentrum Grebbelinie).
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam (NL-AsdSAA), 5175 Gemeentelijk Pensioenbureau 1812-1981, NL-AsdSAA 5182 Commissie van Kazernering sinds 1812, NL-AsdSAA 30238 Bevolkingsregister Amsterdam: archiefkaarten, 1939-1994, NL-HaNIMH 409 Gevechtsverslagen en -rapporten mei 1940, NL-HaCBG Nationaal Register van Overledenen.

In 25 jaar tijd zijn er veel nieuwe archiefbronnen beschikbaar gekomen, niet alleen digitaal maar ook als papier. Er zijn genoeg zaken in onze collectie waarvan een hernieuwd onderzoek aanvullende informatie zou opleveren. Maar dan zou alles opnieuw uitgezocht moeten worden, náást de bijna wekelijkse nieuwe aanwinsten. Zonder andere mensen die dat zouden willen en kunnen, is dat onbegonnen werk. Bij uitzondering en vanwege de Meidagen, heb ik dat uit eigen nieuwsgierigheid toch gedaan met een opmerkelijk boek in onze collectie. In het boek 'Nederlands Geschut sinds 1677' zitten persoonlijke toevoegingen en er was eigenlijk nog helemaal geen onderzoek naar de schenker gedaan.

Extra blad met gekaligrafeerde tekst in het exemplaar van 'Nederlands Geschut sinds 1677'.De beginperiode was een leerproces, dat blijkt uit het feit dat niet bekend is wanneer en voor welk bedrag het boek is aangekocht. De huidige collectie-administratie was er nog niet zodat die details toen niet werden vastgelegd en de factuur was niet ingestoken. In ieder geval is het boek voor juli 2011 verworven. Het is een niet al te dik boek van A4-formaat uit 1978. De titel 'Nederlands Geschut sinds 1677' is nog uit de tijd dat een titel duidelijk was over de inhoud, en zelfs geen ondertitel nodig had. Het boek was aangeschaft voor de informatie over het geschut, maar bleek een verrassing te bevatten.

Uit vijf toegevoegde vellen papier en één foto blijkt dat het boek in 1987 een cadeau van een veteraan aan een andere veteraan was. Geplakt op het voorste schutblad zit een vel papier met deze gekalligrafeerde tekst:
"Ter herinnering
aan onze 47e reünie op dinsdag, 12 mei 1987
te Maarn-Grebbe-Kesteren
Aangeboden aan: M. de Vries
in dank voor de langdurige vriendschap.
Dat het U wel moge gaan in goede gezondheid.
Uw J. Schrijver"
Vervolgens een pagina met een handgeschreven brief waarin hij wijst op pagina's in het boek met foto's van "onze 10 cm Veld" en de Promers-kazerne te Naarden. En wat hij verder nog aan het boek heeft toegevoegd, zoals een gedicht met een tekening van eigen hand. Over de ontvanger M. de Vries, uit wiens nalatenschap het boek moet komen, werd niet meer informatie gevonden.

De gebruikte naamstempel bevat "Jac. Schrijver", "domus Scriptor" en een adres in Zwanenburg (N.H.). Op dat adres staat boven de voordeur dezelfde tekst "domus Scriptor", latijn voor 'het schrijvershuis', wat een leuke woordgrap met zijn achternaam is.
Achterin het boek zit een foto van hemzelf - postuur, bril en kleding à la Kees Schilperoort - met een artillerie-stropdas om, naast zijn vrouw onder een boom met witte bloesem. Een hedendaagse luchtfoto laat zien dat er in de achtertuin een zwembad is en de boom lijkt verdwenen. Maar in de voortuin staat nog een 'soort'-gelijke boom en Google Streetview fotografeerde het in april 2023 ook met dezelfde bloesem. Het gaat in beide gevallen om de witbloeiende variant van een Japanse sierkers (Prunus subhirtella autumnalis) en de foto moet daarom in februari of maart, vermoedelijk 1987, in zijn tuin zijn gemaakt.
De persoonslijst uit het Nationaal Register van Overledenen bevat hetzelfde adres, zodat vaststaat dat het om Jacob Schrijver (1905-2000) gaat. Daaruit blijkt ook zijn geboortedatum en -plaats, en dat op de foto zijn tweede vrouw moet staan.

Uit de digitaal beschikbaar gekomen pensioenkaart van de gemeente Amsterdam, blijkt dat hij in ieder geval op 19-jarige leeftijd werkte als secretarie-schrijver bij het Arbeidsbureau van die gemeente. Zijn achternaam paste goed bij zijn beroep. Hij heeft daar zijn hele leven gewerkt en eindigde in de functie van Hoofdcommies. Hij moet de crisis en werkloosheid van de jaren 1930 van nabij achter het loket meegemaakt hebben. Hij ging in 1970 met pensioen.
Uit de persoonskaart van zijn vrouw blijkt dat zij daar ook gedurende onbekende periode als tijdelijke klerk gewerkt heeft. Het lijkt erop dat deze 20 jaar jongere vrouw een collega of ondergeschikte van hem was of werd. Ze zijn in mei 1952 getrouwd, elf maanden na de scheiding van zijn eerste vrouw. Om privacy-redenen wordt hier geen informatie over eventuele kinderen gegeven.

Jacob Schrijver met zijn vrouw in de tuin van zijn huis in Zwanenburg.De militaire eenheid was makkelijk te achterhalen omdat "2-I-12RA" genoemd wordt boven een verslag van de 40ste reünie in 1980 op "de Knobbel" van het Artillerie Schietkamp bij Oldebroek. Het verslag geeft ook een korte samenvatting van hun belevenissen in de Meidagen van 1940. Schrijver lijkt een prominente rol in de reünies gespeeld te hebben of ze in ieder geval belangrijk te hebben gevonden. Dat blijkt onder andere uit het Makkums-aardewerk bord dat alle deelnemers aan de reünie meekregen en waarop volgens het verslag zijn naam als maker staat. Uiteraard is gezocht of een bord online te vinden is, maar dat was niet het geval.

In de Militieregisters werd gevonden dat hij tot 1925 aan de Vrijwillige Landstorm was verbonden toen hij bij het Regiment Vestingartillerie werd ingelijfd. Via overplaatsingen en reorganisaties werd hij in juni 1939 bij het 12e Regiment Motorartillerie ingedeeld. Dat past bij de eenheid die hij zelf noemt: 2e Batterij, 1e Afdeling, 12e Regiment Artillerie. Zijn rang blijft echter onbekend. Aangezien voor de StvA (Noordfront VgH) geen troepen meer ingedeeld waren, werden dienstplichtige jongemannen uit de Amsterdamse regio, zoals Schrijver, bij eenheden ingedeeld die elders een oorlogstaak hadden.

Lang geleden moest je naar het Legermuseum in Delft om de Groene Serie met gevechtsverslagen van 1940 in te zien, tegenwoordig staat het onderliggende archief digitaal online. De commandant van 2-I-12RA 1e luitenant H.W. Felderhof heeft vier pagina's beschreven. Schrijver wordt er niet bij naam in genoemd, maar het verslag komt overeen met zijn verslag van de 40ste reünie. Op 10 mei 1940 moesten ze de batterij nabij Amerongen en Elst opstellen (een kaart ontbreekt), waren om 5.00 uur gereed en die namiddag werden de eerste schoten gevuurd. De logistiek liep goed en het moreel was hoog.

Op 11 mei werd de stelling door een Duits vliegtuig beschoten, zonder slachtoffers. Bij het opruimen hakte een kanonnier met een bijl in zijn hand, dat minder ernstig bleek dan aanvankelijk gedacht werd. In de ochtend van 12 mei werd in hoog tempo gevuurd, maar werden ze ook zelf beschoten. Na het besluit tot verplaatsen en aanvang daarvan werden in de nabijheid rode vuurpijlen afgeschoten. Niet wetende wie dit deed, werd dit als aanwijzing voor verraad gezien en besloten om niet te verplaatsen. De volgende ochtend beschoot de vijandelijke artillerie de stelling waar naartoe had moeten worden verplaatst... Ook een telefoonverbinding werd verbroken waarbij kwaadwillige opzet of een toevallige granaatscherf de mogelijke verklaringen waren. De achterdocht was blijkbaar groot.

In de middag van 13 mei moest de batterij zich terugtrekken en reden de Trado-trucks over de Lekdijk naar Schalkwijk. Rond 21.00 uur waren ze daar kwartier aan het maken, toen ze via Vreeswijk verder naar Benschop moesten. Als reden werd het snel stijgende water genoemd, zeer waarschijnlijk het stellen van de inundaties van de NHWL/Oostfront. Voor zonsopgang de volgende dag was de batterij weer opgesteld en konden de manschappen rusten. Onder hen moet Jacob Schrijver zijn geweest. Over zijn ervaringen tijdens de bezetting is helaas niets bekend, maar die Meidagen van 1940 moeten hem nog lang bezig hebben gehouden.

"In den namiddag kwam het bericht der capitulatie. Hoewel deze tijding verslagenheid en verbittering teweegbracht, deden zich geen excessen voor."

Grebbelinie
Slag om de Grebbeberg

 

Over Nederlandse en Duitse inundatiepeilen

Tekst: René Ros.
Foto: Doc.centrum Stelling van Amsterdam.
Met dank aan: Otto Bodemeijer (DStvA), Joost van Koutrik (HUA).
Bron: Noord-Hollands Archief, 616 Provinciale Waterstaat, 1943-1989; Het Utrechts Archief, 79 Provinciaal bestuur, 1813-1920.
Alle genoemde peilen en hoogten in cm. NAP, met daarachter tussen haakjes de laagste, hoogste en standaardspreiding.

In de afgelopen 15 jaar is uit verschillende bronnen informatie, vooral cijfers, in de database verzameld over de geplande en soms daadwerkelijk uitgevoerde inundaties. De afgelopen tijd is dat ondergebracht in vier 'inundatiestaten' voor Linie van Amsterdam (1849), Stelling van Amsterdam (1905), Vesting Holland (1933) en Duitse bezetter (1944-1945). De cijfers bevatten nog hiaten, maar is er iets uit te concluderen? Bijvoorbeeld of, zoals de authentieke bron 'Geschiedenis van de Stelling van Amsterdam' noemt, de inundatiehoogte inderdaad 20-30 cm. hoog was?

De Wijkermeerweg in Beverwijk door geïnundeerd terrein in 1944.Vorig jaar is veel informatie toegevoegd over de daadwerkelijke inundaties door de Duitse bezetter in 1944-1945, gevonden in archiefstukken van de Provinciale Waterstaat in het Noord-Hollands Archief. Dit jaar zijn cijfers van de Linie van Amsterdam uit 1849 door Otto Bodemeijer overgenomen uit een archiefstuk in Het Utrechts Archief. Die Linie van Amsterdam noemen we nu Posten van Kraijenhoff, alhoewel de eerste mogelijk een authentiekere naam maar ook verwarrender is. Interessant aan het jaartal 1849 is dat die Posten van Kraijenhoff, aangelegd tussen 1805 en 1810, toen niet een slapend verdedigingswerk waren, maar waarvoor een planning van de inundaties nodig werd gevonden.

Voor de Linie van Amsterdam waren dichtbij Amsterdam 34 inundatiekommen, soms bestaande uit meer dan één polder. Voor elke inundatiekom gaf de bron het maaiveldniveau en het inundatiepeil, waarbij we het inundatiepeil hebben genoteerd als het volledige peil zoals het later werd genoemd. Van 22 kommen kon de hoogte boven maaiveld berekend worden als gemiddeld 41 cm. (14/84/20). Laten we drie extreem grote waarden achterwege dan is het 35 cm. (14/59/13). Vier kommen nabij Spaarndam waren afhankelijk van de eb- en vloed van het nog open IJ en was geen inundatiepeil voor genoteerd. Ook moet opgemerkt worden dat destijds de nauwkeurigheid waarmee de inundaties geregeld en gemeten kon worden, niet groot zal zijn geweest.

Maar liefst 93 inundatiekommen zijn in 1905 genoteerd voor de Stelling van Amsterdam, met de militaire stafkaart en de 'Geschiedenis van de Stelling van Amsterdam' als authentieke bronnen voor de geplande inundaties. Van de gebruikte polders is echter nergens een maaiveld-niveau gevonden. En wegens 120 jaar gronddaling kunnen de hedendaagse cijfers daar niet voor gebruikt worden. En pas vanaf ongeveer 1980 worden hoogtecijfers op de topografische kaarten weergegeven. Een authentieke bron zou daarom welkom zijn.
We kunnen het voorlopige peil aannemen, één stap voor het volledige peil, waarbij de sloten gevuld zouden moeten zijn en dus bijna gelijk aan het maaiveld. Dan is van 74 kommen de hoogte te berekenen: gemiddeld 25 cm. (5/40/8) zodat de hoogten erg veel met elkaar overeenkomen en inderdaad tussen de 20 en 30 liggen.

In het Nationaal Archief is het boekje 'Algemeene Instructie voor het Inundatie-personeel' ingezien. Zonder jaartal maar de peilen en voetnoten komen overeen met de geheime militaire kaart (ook zonder jaartal) zodat ze bij elkaar moeten horen. Daarin 55 inundatiekommen waarvan van 45 de hoogte kon worden berekend tot gemiddeld 22 cm. (20/35/5).

Voor de Vesting Holland gaat het in 1933 om 90 inundatiekommen, maar hiervan is alleen het voorlopige peil en niet het volledige peil bekend, zodat daarmee niet de hoogte berekend kan worden. Wel is een deel van de kommen daadwerkelijk in mei 1940 geïnundeerd als het Noordfront Vesting Holland en deel van het Oostfront. En als we dat bereikte peil met het voorlopige peil gebruiken om de hoogte te berekenen, dan komen we voor 33 kommen op gemiddeld -36 cm. (-237/-50/59). Daaruit is te concluderen dat vrijwel nergens het voorlopig peil werd bereikt. Aan deze peilen van de Vesting Holland hebben we dan eigenlijk niets.

Een noodgemaal in de Beemster tijdens de inundatie door de Duitse bezetter.Provinciale Waterstaat had in 1944-1945 een lijst van 74 door de Duitse bezetter geïnundeerde polders, waarvan de meeste in de Stelling van Amsterdam. Deze inundaties waren een Duits hergebruik voor de Vordere Wasserstellung achter de Atlantikwall en ook een deel voor de Hintere Wasserstelling vanaf Diemen naar Gorinchem. Ons eigen verdedigingswapen werd door de bezetter tegen ons en onze bevrijders gebruikt...
Helaas weten we hier maar één peil per polder, namelijk het hoogste peil dat is bereikt. Over maaiveld of voorlopig peil is geen informatie en daarom is de hoogte niet te berekenen. Van de polders in de lijst voor de Stelling van Amsterdam in 1905 kunnen peilen overgenomen worden, maar dat maakt het er niet betrouwbaarder op en is dan ook niet gedaan.

Voor de inundaties voor de Vesting Holland en de Duitse bezetter is van veel polders op de dag nauwkeurig bekend wanneer de inundatie is gestart en geëindigd, en is de duur uit te rekenen.
Voor de Vesting Holland is er wel een verschil tussen het Noordfront (alles noord van het Noordzeekanaal) en het Oostfront (voorheen deel van de NHWL) te zien. De inundaties begonnen op 12 mei 1940 met een enkele een dag eerder of later. In het Noordfront zijn 26 polders met een bekende duur en dat is gemiddeld 23 dagen, omdat een flink deel in de eerste helft juni weer drooggemalen was. Het Oostfront betreft 14 polders met gemiddeld 13 dagen, waarbij er twee als laatste op 1 juni droog waren. Het lijkt er op dat het Noordfront de inundaties veel hoger zijn gekomen dan het Oostfront en dan duurt het ook langer om het weer droog te malen.

Voor de Duitse waterlinies is een soortgelijke deling te zien. Van Edam tot aan de Haarlemmermeerpolder gaat het om 38 polders waarvan we weten dat ze geïnundeerd zijn als noordelijk deel van de Vordere Wasserstellung. Van 14 polders weten we de exacte begin- en einddatum en daarmee de duur, die gemiddeld 466 dagen (std.afw. 16) bedroeg. Alle inundaties hierin startten in maart 1944 en als er een dag bekend is, dan is het de 7e maart.
De Hintere Wasserstellung is wat lastiger maar beperkend tot een Duitse kaart van 24 mei 1944 betreft het acht polders van Diemen tot Loenersloot, waarvan voor geen een de duur uitgerekend kon worden. Van drie van de vier met een bekende maand, begon de inundatie in april 1944 en eindigde in juni 1945, gelijk met de Vordere Wasserstellung.
Voor 24 andere polders in de Gooi- en Vechtstreek is van 20 de duur uit te rekenen als gemiddeld 49 dagen (std.afw. 20). Voor de meeste begon de inundatie pas half april 1945 en waren de laatste midden juni 1945 weer droog. Deze moeten naar het oosten gericht zijn geweest, als extra hindernis tegen de over land oprukkende Canadese troepen.

We kunnen alleen de cijfers van de Linie van Amsterdam 1849 en - met een aanname voor het maaiveld-niveau - de twee over de Stelling van Amsterdam gebruiken en daaruit is te concluderen dat ze de algemene 20-30 cm. waterdiepte redelijk of heel goed bevestigen. Van de andere twee inundaties zijn daarvoor geen cijfers, maar juist wel over de duur van de uitgevoerde inundaties met een onderscheid tussen de verschillende groepen polders.
Er zijn veel gegevens gevonden, maar er ontbreekt ook nog veel, zodat we deze 'inundatiestaten' nog niet openbaar maken zoals we met bewapenings- en bezettingsstaten hebben gedaan. Die konden compleet van originele stukken overgenomen worden, voor de inundatiestaten is het vooral stukjes data her en der verzamelen. Als je er aanvullende data voor weet, zoals de maaiveld-niveau's, dan horen we graag van je.

Posten van Kraijenhoff
Stadtverteidigungsbereich Amsterdam
Historische Militaire Kaart
'Archief van Provinciale Waterstaat Noord-Holland' in Nieuwsbrief 542 (2024)
Geschiedenis van de Stelling van Amsterdam

 

Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven.

Stelling van Amsterdam op Bluesky Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Fort Resort Beemster herbergt een van de meest luxueuze wellnessresorts met hotel van Nederland. In de karakteristieke sfeer van het fort beleeft u wellness zoals u nog nooit heeft ervaren. (Advertentie)
 
 
 
Fort Resort Beemster herbergt een van de meest luxueuze wellnessresorts met hotel van Nederland. In de karakteristieke sfeer van het fort beleeft u wellness zoals u nog nooit heeft ervaren. (Advertentie)