|
InleidingBeste lezer,
Op verzoek van uw vrijetijds-historicus heeft dhr. Wools tijdens de zomervakantie geen boek gelezen, maar zelf geschreven over zijn dienstplicht bij de 420e Infanterie Beveiligingscompagnie Mobiel (420 IBC) op de Oranje-Nassau Kazerne (ONK) te Amsterdam. Mede namens de lezers, hartelijk dank aan dhr. Wools voor zijn bijdrage aan de geschiedschrijving van de Stelling. Veel leesplezier! Bekijk de nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2010/nieuwsbrief-357.html De volgende nieuwsbrief zal waarschijnlijk op 22 september verschijnen. Met vriendelijke groet,
|
Levenslange belangstellingAangezien ik altijd in de Zaansteek gewoond heb en dan op de fiets naar het strand van Heemskerk of Bakkum ging, kwam ik tijdens deze fietstochten altijd de forten van de Stelling van Amsterdam tegen. Menig schoolmaatje wist te vertellen dat er salamanders zaten bij de vuurlinie. We gingen daar dan op de fiets naar toe en zagen soms militairen op de forten.
Ik ontdekte toen ook dat de forten allemaal hetzelfde er uit zagen, maar het bleek dat er nogal wat verschillen waren. Er waren forten die na de oorlog als gevangenis gebruikt waren. Die waren aan de binnenzijde beschilderd door de gevangenen. Ook waren er keukens bij gebouwd en was er een observatiepost op een fort gebouwd. Ik was ook brutaal genoeg om deze zaken te onderzoeken als ik daar toevallig toch moest zijn. Noot redacteur: dhr. Wools hoopt over enkele jaren met pensioen te gaan en denkt na over een vrijetijdsbesteding. Wellicht als vrijwilliger op een fort? Wegens afsnauwen, toen hij hiervoor een fort buiten openingstijden betrad, heeft één fort al 'minpunten'... Biografie 'Sergeant Wools': https://www.stelling-amsterdam.nl/mensen/wools/
|
Uitermeerse Knotse Kneuzen Rally
Eenmaal op het complex zagen we dat er allemaal GMC vrachtwagens uit de Tweede Wereldoorlog stonden. De chauffeur ontdekte dat de “masters” in de voertuigen zaten en hij startte één van de vrachtauto’s. Wat hij kon, dat konden de anderen natuurlijk ook. Echter, de volgende dienst moest ik bij Kapitein van de Wetering komen. Hij vroeg mij even de beheerder van Uitermeer te bellen. Van hem kreeg ik te horen: “Dat jullie met die oude bakken gereden hebben is nog tot daar aan toe. Maar cross volgende keer niet meer door mijn gazon heen!“ Fort Uitermeer: https://www.stelling-amsterdam.nl/forten/uitermeer/
|
Schietoefeningen420 IBC Van Heutsz bleek een compagnie op vredessterkte. Dat hield in dat het kader op volledige sterkte was, maar het aantal soldaten was gehalveerd. Hierdoor kwam het aantal personeelsleden precies overeen met de patrouillewerkzaamheden.
Zo tegen het einde van 1975 moest er dus naar de Harskamp gegaan worden om er voor te zorgen dat het volgende jaar weer de juiste hoeveelheid munitie werd toegewezen. Er bleek nog veel te veel munitie voor de Bren mitrailleur te zijn. Het kader wist daar wel raad mee. Er werden vier vulploegen gevormd die de houders vulden met munitie en tegelijkertijd stonden er mensen op vier schietpunten. Het is voor mij de enige keer dat ik met de Bren vanaf de heup geschoten heb op een borstschijf, afstand 300 meter, en nog raak ook. De munitiehoeveelheid werd in één dag weer op orde gebracht.
De personeelsleden van de handgranaatbaan hadden een autowrak aan het einde van de handgranaatbaan neergezet. Het was de bedoeling dat de heren daar ‘s avonds nog wat mee zouden oefenen. Het wrak stond op een afstand waarvan ze dachten dat toch niemand dat zou halen. Helaas gooide ik met een mooie worp een aanvalshandgranaat (luchtdruk) midden onder het wrak en toen ik weer keek was het dak wat boller geworden en stonden de deuren open. Ik kreeg de sportieve complimenten van de heren. Al met al heb ik wat 420 IBC betreft beslist niet te klagen gehad over de geoefendheid met wapens. Het op een bijzonder rustige manier vertrouwd maken met het pistool tijdens de opleiding in Ermelo en later het pistoolschieten onder leiding van sergeant-majoor Rooker heeft mij tot de dag van vandaag geholpen. In mijn werk als brigadier van politie loop ik nog steeds dagelijks met een pistool op de heup. Schietkamp Harskamp: https://www.stelling-amsterdam.nl/kazernes/harskamp/
|
Surinaamse jongens
De Surinaamse jongens waren over het algemeen gewone jongens. Er zaten er echter ook een paar tussen die echt crimineel gedrag vertoonden. Een van de soldaten handelde in hasj en hasjolie. Een andere soldaat bleek een heroïnetransport te doen en daarvoor in Groningen gepakt te zijn. Toevalligerwijze ben ik deze man en zijn broertjes nog zeer frequent beroepsmatig tegen gekomen in het politiekorps waar ik kort na mijn militaire dienst ging werken. De winter van 1975-1976 was een winter waarbij het behoorlijk vroor terwijl het windstil was. Hierdoor was het water van de fortgrachten tot een dikte van ongeveer 30 cm dichtgevroren en zo helder als glas. De Hollandse soldaten vonden dat prima, hoefden ze niet steeds die hekken open te doen.
Nadat de ronde gelopen was hebben we hem, onderweg naar het volgende fort, uitgelegd hoe dat met ijs in Holland zat. Verderop in de nacht lukte het wel hem over het ijs te laten lopen.
|
Molukse jongensFoto gijzeling consulaat: Beeldbank Nationaal Archief. Op 2 december 1975 werd door Zuid-Molukkers (kinderen van oud-KNIL militairen) een trein gekaapt bij Wijster in Drenthe. Deze gijzeling duurde tot 14 december.
Het bleek dat het Indonesisch Consulaat in Amsterdam door Molukkers gegijzeld was. Vanaf dat moment heb ik de jongens bij elkaar geroepen en hen verteld wat de majoor tegen mij gezegd had. In één keer was de ketende meute, die 's morgens nog niet in staat was een borstschijf op 100 m te raken, een serieus geheel. Normaal waren de soldaten er niet bijzonder tuk op om met mij patrouille te rijden. Simpel vanwege het feit dat ik toen ook al een zeer serieus persoon was die echt niet in de kroeg ging zitten zuipen tijdens de koffiepauze. Hetgeen andere patrouillecommandanten wel bleken te doen.
Het volgende fort waarop we 24 uurs wacht moesten lopen was Fort bij Veldhuis. Veldhuis was op dat moment een volledig Mob-complex. Daar lagen dus uitrustingsstukken en wapens was ons verteld. Vanaf de liniedijk naar het fort was een oprijlaan met hele dikke populieren.
De volgende morgen kwam de objectbeheerder, als ik me goed herinner de sergeant-majoor Van Sprang, in zijn Fordje het complex op rijden. Hij stapte uit zijn auto en pakte daarbij een karabijn van de stoel naast hem. Toen ik met mijn hoofd daarover een gebaar maakte antwoordde hij; “Ik ken de sonen van mijn makkers!” (geen typfout). Op deze manier hebben we verschillende objecten bewaakt, tot zelfs na de jaarwisseling. Met Kerstmis mochten onze vrouwen en vriendinnen naar de ONK komen. Dat werd toch nog een gezellig feest. Ook weer mede door de Surinaamse jongens die een leuke, gemoedelijke sfeer maakten. Fort bij Edam: https://www.stelling-amsterdam.nl/forten/edam/
|
Kruitsporen
Alleen die dag hoorden we de fortwachter al roepen… peuken nu in de gracht gooien!! Het bleek dat er die dag tijdens het lossen een vat kruit gevallen en opengebarsten was en dat er nogal wat kruit tussen de stenen achter gebleven was. Pfffffffff. Ik had er niet aan moeten denken als ik mijn peuk had uitgetrapt en zo’n mooi brandend spoortje was onder een stalen deur door gekropen. Daarom stond dat bordje 'roken en open vuur verboden' altijd bij Fort Zuidwijkermeer. Fort Zuidwijkermeer: https://www.stelling-amsterdam.nl/forten/zuidwijkermeer/
|
Gepikeerd piket
Ik zat dus al een tijd in het volledig donker. De chauffeur en de soldaten sliepen op dat moment. Ik zag dat uit de richting van Amstelveen een auto de laan op reed en na enige meters zag ik dat de koplichten van de auto gedoofd werden. De auto reed echter nog een stuk door tot een paar honderd meter van het object. Ik had al gezien dat het een Fiat 127 was, de auto van het controle-piket. Ik heb snel de rest van de patrouille wakker gemaakt en hun mijn rottigheidje verteld. Ik wist dat degene die piket draaide er alles aan zou doen te bewijzen dat de patrouille niet alert was.
Zo gezegd zo gedaan. De piketman betrad het terrein zonder te waarschuwen en liep naar het donkere wachtlokaal. Op dat moment floot ik zachtjes tussen mijn tanden waarna het geluid klonk van een aantal schuivende pistoolsledes. We hebben er nooit meer iets van gehoord, maar we hebben er wel heel erg om gelachen. Het was wel de laatste keer dat ik zo door deze piket man gecontroleerd werd. Hij had wel door dat ik mijn werk serieus nam. Magazijn Bovenkerkerpolder: https://www.stelling-amsterdam.nl/bunkers/bovenkerkerpolder/
|
Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven. |