Sluit [X]   
 

Steunen met een donatie?

© 1999-2025, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 27-5-2025

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam

Nieuwsgierig? Lees deze nieuwsbrief maar!Nieuwsbrief 558

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
Een nieuwsbrief over militair erfgoed in de regio Amsterdam.
27ste jaargang, nummer 558, 8 juli 2025

 

Inhoud

In deze nieuwsbrief:

 

Inleiding

Welkom bij het dubbel-dikke zomernummer van 2025, waar jij als lezer ruim twee maanden de tijd voor hebt om rustig tot je te nemen en wellicht zelfs als 'lectuur' tijdens je vakantie te lezen? En waardoor ik nog een maand rust heb voordat ik aan de volgende nieuwsbrief moet beginnen. De artikelen zijn eerder dit jaar geschreven, die niet actueel zijn en soms wat te lang voor in een normale nieuwsbrief. Dit zijn alle onderwerpen in het kort:

Is neutraliteit ook een emotie en menselijke houding? Hekken langs gedekte wegen waarvan nog één bekend is. Verslag in twee delen van inspectietochten in de StvA. Maar ook de militaire carrières van vier verwante Vincent van Gogh's en de verwarring die dat oplevert. En de teksten en tekening (geen Van Gogh) in de bergloods van Fort aan de Drecht. Tenslotte verslag van de excursie naar de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog in België, meer informatie over en uit het Fortwachters Register en verboden motorboten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Laat de aankondiging van deze nieuwsbrief twee maanden in je Inbox staan en lees af en toe een van de artikelen? De volgende nieuwsbrief zal midden september verschijnen.

Tip: houd de cursor boven de afbeeldingen om een beschrijving te lezen.


Dienstberichten

- Houd jij je met de geschiedenis van de Stelling van Amsterdam bezig, en je gaat daarover een artikel schrijven voor bijvoorbeeld de eigen gidsengroep of een historische vereniging? Overweeg dan eens om je artikel ook in deze nieuwsbrief te plaatsen, zodat ook de lezers daarvan over je bevindingen kunnen lezen. Heb je dat langer geleden al eens gedaan, dan kan dat ook nog steeds. Of wil je wellicht een verslag van een bezoek of wandeltocht of een opiniestuk bijdragen?
Hoe dan ook, stuur je artikel gerust op! En als het aan een paar minimale eisen voldoet, dan plaatsen we het.

- Op 9 februari 1982 bood de gemeente Haarlemmermeer een deel van het Fort bij Aalsmeer als brandweer-oefenlocatie te koop aan aan de Regionale Brandweerorganisatie Amstelland/Meerlanden. Uit de stukken blijkt dat het fort op dat moment als oefenlocatie in gebruik was bij de Bescherming Bevolking kring NH-f. (NL-HlmNHA 2316, inv.nr. 1407)
Fort bij Aalsmeer

- Op 2 juli jongstleden is, in opdracht van de provincie Noord-Holland, begonnen met het vervangen van de informatieborden bij de forten en inundatiewerken. Na de zomervakantie volgt meer informatie hierover.

- Auteur Paul Moeyes publiceert online korte artikelen 'Scherven' over Eerste Wereldoorlog-onderwerpen. Recent is een artikel verschenen over een Rode Kruis oefening in de Stelling van Amsterdam met een centrale rol voor Weesp.
De Veldslag bij Weesp

- De gedigitaliseerde bezettingsstaat van de Vesting Holland uit april 1940 is nu ook beschikbare als PDF.
Bezettingsstaat Vesting Holland 2024 (PDF)

- Als deze nieuwsbrief gedrukt op A4-pagina's zou zijn uitgegeven, dan had je dit eerste half jaar al ongeveer 100 pagina's ontvangen, twee keer zoveel op A5-pagina's.

- Onze bibliotheek op Fort Uitermeer is in de maanden juli en augustus op de geplande dagen alleen op afspraak te bezoeken.
Bibliotheek

- Reacties:
"En als ik [mijn periode] als uitgangspunt neem, toen ik gedeputeerde cultuur was, zie ik dat jullie niet stil gezeten hebben. Dus hartelijk gefeliciteerd met het behaalde resultaat. Geweldig."
"[...] Als politicus was ik verantwoordelijk voor het Werelderfgoed Stelling van Amsterdam. [...] Hij bepleitte dat erfgoed en beïnvloedde tevens de beleidsvorming met betrekking tot de Stelling van Amsterdam binnen de provincie Noord-Holland."
"Dat ik je soms lastig vind en af en toe zeurderig zal ik niet ontkennen. Maar ik weet dat je het vanuit een gedrevenheid doet om zo precies mogelijk te zijn."
"Dank voor de inzet van jouw kennis en kunde voor de Hollandse Waterlinies."
(Dit zijn de laatste reacties die hier regulier in de Dienstberichten gepubliceerd worden. Er kwamen alleen maar minder reacties binnen, terwijl het omgekeerde de bedoeling was. Complimenten en klachten blijven beide welkom.)

 

"Niemand wil onnoodige en ongerechtvaardigde verbittering"

Tekst: René Ros.
Foto: Nationaal Archief.
Bron: Strijdtonelen, De Eerste Wereldoorlog in Nederlandse Pers en Literatuur 1914-1918, Paul Moeyes, 2024 (NL-WpDStvA-C16218)

Neutraliteit zit misschien wel dieper in de Nederlandse volksaard dan we denken. "Ik bemoei me er niet mee want ik wil geen heibel" en voor de "lieve vrede" zijn veel gehoorde uitspraken en omschrijven eigenlijk ook neutraliteit. Als je alles maar laat gebeuren en over je heen laat komen, vinden mensen je wel aardig, maar wordt je mogelijk vertrapt en heb je meestal alsnog heibel. Dat geldt voor kleine en grote omstandigheden waarbij je personen en organisaties verantwoordelijk moet houden voor grensoverschreidingen, van de landsgrenzen of van gedrag.

A.A.H. Struycken, lid van de Raad van StateIn het boek 'Strijdtonelen, De Eerste Wereldoorlog in Nederlandse Pers en Literatuur 1914-1918' door Paul Moeyes (p. 492-493) wordt een uitspraak uit 1914 van A.A.H. Struycken, lid van de Raad van State, geciteerd over het in gevaar brengen van de neutraliteit door de pers. Het gaat er niet om dat geschiedenis zich herhaalt, maar dat er wel overeenkomsten zijn. Is het menselijk gedrag niet veranderd?

"Niemand wil onnoodige en ongerechtvaardigde verbittering wekken en toch, het soberste, het eenvoudigste woord kan in landen, waar de gemoederen zóó bewogen zijn als bij onze naburen het geval is, licht krenkend zijn voor menschen, die in hun opgezweept nationalisme slechts één zijde van elke zaak willen of kunnen zien. Mag de angst, bij die oorlogvoerenden een volkomen ongerechtvaardigde verbittering te wekken, ons weerhouden om uit te spreken wat er in het hart van duizenden in ons volk omgaat? Ons antwoord is: neen, zoo slechts bij het uitspreken van die meening de grootste soberheid betracht wordt, de grootste eerlijkheid bij de beoordeeling van de motieven voor handelingen, die wij onmogelijk goedkeuren kunnen, zooals wij weten die tot nu toe betracht te hebben bij het neerschrijven van alle meeningen, die wij in den laatsten tijd uitspraken, meeningen die wij nog geheel onderschrijven."

In hedendaags Nederlands en wat algemener, interpreteert auteur Moeyes het als volgt:

"Struycken maakte duidelijk dat onwelgevallig nieuws voor de betrokken partij altijd beledigend was, maar dat betekende niet dat het nieuws onwaar was of niet gepubliceerd mocht worden. Het niet willen beledigen fnuikte de betrouwbaarheid en de vrijheid van nieuwsvoorziening en meningsuiting. Die betrouwbaarheid kwam nog verder onder druk te staan in de eerste oorlogsweken, toen alle kranten verslaggevers naar het Belgische grensgebied stuurden. Deze journalisten waren in grote meerderheid geen gelouterde oorlogsverslaggevers, en hun onervarenheid, gekoppeld aan een onmiskenbare gemakzucht, resulteerde in een berichtgeving die zich meer liet leiden door geruchten, verhalen uit tweede of derde hand en Duitse propaganda dan door eigen waarneming, onderzoek en verificatie."

Ook betekent het niet dat wat door de één als belediging wordt opgevat, ook door de ander als belediging is bedoeld. Was destijds de zelfcensuur om buiten de oorlog te blijven, tegenwoordig wordt zelfcensuur toegepast om geen ruzie met anderen te krijgen. In een goede samenwerking zouden we elkaar in beslotenheid de waarheid moeten kunnen zeggen. Maar als er geen contact is en dus geen samenwerking, dan is een openbare uiting vaak de enige en meest logische methode, zeker als contact wordt afgehouden.

Volgens mij is bovenstaande heden ten dage nog relevant, waarbij nota bene politici en ambtenaren verder zouden moeten kijken en niet pers of onderzoekers als vijand moeten zien, juist vanwege hun eigen betrouwbaarheid.

'Strijdtonelen van Paul Moeyes' in Nieuwsbrief 545 (2024)

 

De draaihekken bij De Kwakel

Tekst: René Ros.
Foto's: collectie Geniemuseum Vught, René Ros.
Met dank aan: Tom Pick, Jeannette ten Brink (Stichting 't Enge Bos).

In maart van dit jaar stuurde Tom Pick een e-mail over "hekken Stelling van Amsterdam" nabij De Kwakel met een foto van een nog bestaand hek. Dergelijke hekken worden wel op plattegronden weergegeven, maar een gedetailleerde bouwtekening kan ik me niet herinneren ooit gezien te hebben. Ook het doorzoeken van geraadpleegde archiefstukken hielp het geheugen niet.

Een landhek aan de Liniewal Geindijk - Nigtevecht in 1904.Alhoewel Tom Pick zelf betrokken is geweest bij een poging een van die hekken te redden, citeert hij uit de herinneringen van Cock Lek uit De Kwakel van februari 1994:
"De Stelling van Amsterdam had vroeger langs alle vuurlijnwegen vele kilometers prikkeldraad en bij alle toegangswegen tot boerderijen waren robuuste draaihekken. De Kwakel kent nu nog twee van die hekken. Een witte op het landje van de melkboer, nu Thomas (bij Vuurlijnbatterij nr. 3), en een meer vervallen hek dichtbij de K.D.O. [sportvereniging Kracht Door Oefening] parkeerplaats (voorheen Vuurlijnbatterij 2). Deze laatste mocht ik weghalen van de eigenaar."

"Het andere hek, van Thomas, mocht op een gegeven moment toch weg. Actieve vrijwilligers van het eerste uur, onder andere Johan Schous en Tom Pick, beschermers van het Fort aan de Drecht, hebben dat hek opgehaald en veilig opgeborgen in dat fort. Maar daar bleek weinig waardering voor, want toen het Fort aan de Drecht moest worden opgeknapt door 'vaklieden' heeft men het hek niet als Geniehek herkend en dus maar weggegooid!..."

Als we even voorbij de lekentermen zoals "alle vuurlijnwegen", "Vuurlijnbatterij" en "Geniehek" kijken, dan lijkt dit een waardevolle vastlegging over de nadagen van twee van die hekken. "Langs alle vuurlijnwegen" is mogelijk niet helemaal juist, maar dat hangt ervan af wat je eronder verstaat. In mijn onderzoeken ben ik het plaatsen van hekken, ten laste van de begroting van het Ministerie van Oorlog, alleen tegengekomen bij tot inundatiekade in te richten wegen (zoals de Inundatiekering Kwadijk) of tot liniewallen geherprofileerde polderdijken (zoals de Linie Kudelstaart - Uithoorn). Daarbij hoorde ook het herstellen en aanpassen van de toeritten naar boerderijen en weilanden.

Het lijkt mij sterk dat hiervoor speciaal ontworpen hekken zijn gebruikt, vermoedelijk ging het om hekken die in de handel verkrijgbaar waren en mogelijk door de lokale timmerman werden gemaakt. Gezien de inkervingen van lijnen in de balken lijkt het zelfs een bouwpakket te zijn geweest. Tom Pick heeft deze inkervingen vastgelegd in een schets van een nog bestaand hek.
Landhekken is een algemenere term, waarin verschillende modellen te onderscheiden zijn en het model draaihek waar wij het nu over hebben is niet heel gangbaar meer. Ook op een van de recent ontdekte foto's van Fort bij Nigtevecht is zo'n hek te herkennen aan de Liniewal Geindijk - Nigtevecht (zie foto hierboven). En ook op een foto van inundaties bij Beverwijk aan een niet-militaire weg. In oude kranten werden (zonder afbeeldingen) landhekken te koop aangeboden, samen met bijvoorbeeld varkenshokken en soms als deel van een verkoop door een deurwaarder.

Een landhek in 't Enge Bos bij De Kwakel.Achter enkele kassen in De Kwakel, is een bijna vergeten landje dat door de broers Cock en Kees Lek tot een natuurgebiedje en bos is omgetoverd. Het is door hun kinderen naar Bor de Wolf's " 't Enge Bos" uit de Fabeltjeskrant genoemd. Door de inmiddels volwassen dochter van Kees Lek werd ik ter plaatse ontvangen, om het bos maar vooral het hek te bekijken en te fotograferen. Van het hek is wel eens een balk vervangen en het is geheel donker geschilderd, maar het hout en het mechaniek ziet er nog goed uit. Ook de inkervingen zijn nog goed herkenbaar.
Volgens de in de betonnen voet geschreven datum, is het hek op 8 oktober 1994 op deze nieuwe locatie geplaatst. Een flink, degelijk hek zoals je ze tegenwoordig niet vaak meer ziet.

Aan de Vuurlijn staat nog één soortgelijk hek, maar van kleiner formaat en het lijkt van recente datum te zijn. Het staat volgens een bouwtekening wel op de locatie van een oorspronkelijk hek. Op een matig leesbare bouwtekening van de Linie Kudelstaart - Uithoorn tel ik 12 hekken op toeritten. Maar ook bij vijf doorsnijdingen van wegen en paden door de wal stonden steeds twee hekken aangegeven. In totaal gaat het dan om 22 hekken.

Het bestek voor het "Maken van een gedekte weg, tevens inundatiekering, tussen Uithoorn en Kudelstaart." uit 1891, heeft het over 25 "draaihekken" van dennenhout met maten van alle planken en de kosten. In een aanvullend artikel werd dit gewijzigd in 15 stuks. Ook van belang is dat ze volgens het bestek wit geverfd moesten worden. Overigens, prikkeldraad, voor het terrein tussen de hekken, werd toen nog stekeldraad genoemd.
In ieder geval moest het hele project op 1 mei 1893 voor de eerste maal opgeleverd worden, met vier maanden later een tweede oplevering. Dat betekent dat het enige nog bekende hek in 't Enge Bos 132 jaar oud is.

De oorspronkelijke locatie van het hek dat naar Fort de Drecht was overgebracht, staat niet op de genoemde bouwtekening, dus er zullen sinds de aanleg in 1893 nog wel eens wat hekken bijgekomen of verdwenen zijn. Het is niet uitgesloten dat ook andere hekken naar elders zijn verplaatst. Zo is er een foto van de voormalige spoorwegovergang bij Fort bij Uithoorn, waarop ook een dergelijk wit draaihek is te zien. Wie weet zijn, rond De Kwakel maar ook elders, nog andere draaihekken te vinden?

Inundatiekering Kwadijk
Linie Kudelstaart - Uithoorn
Fort aan de Drecht
Stichting 't Enge Bos

 

Inspectietochten (1/2): Noord van NZK

Tekst en foto's: René Ros.
Met dank aan: Jan Brilleman, Alexander Senger, Carolien Vernout (allen DStvA).

Voorgenomen was om weer vaker de Stelling in te trekken om forten en de kleine objecten ertussen te bezoeken. Dat is op meerdere dagen gelukt, in gezelschap van verschillende personen. In dit artikel een overzicht van wat ons is opgevallen en opgemerkt moet worden. Forten die niet genoemd worden zijn geen bijzonderheden over of zijn niet bezocht. Alhoewel in andere volgorde bezocht, begint dit overzicht met Fort bij Edam om - historisch verantwoord - tegen de wijzers van de klok met de Kustbatterij bij Durgerdam te eindigen. Al reizende zijn er 1625 foto's gemaakt.
In dit eerste artikel komt het gebied ten noorden van het Noordzeekanaal (NZK) aan bod, de sectoren Ilpendam en Zaandam.

Op Fort bij Edam troffen we de vrijwilligers aan een gezellige kop koffie voor het begin van een klusdag. Veel lokalen zijn origineel ingericht, zoals een manschappenlokaal en de keuken, en geven een mooie authentieke sfeer. Sommige lokalen zijn wat vol met oude afbeeldingen. De vervallen bergloods gaat eindelijk opgeknapt worden.

Klein Bali-eiland op Fort aan de Nekkerweg alias Fort Resort Beemster.De woning en bergloods van Fort bij Kwadijk staan er nog goed bij, ook enkele grenspalen zijn nog te zien. Jammer dat het fort er niet meer is, het oude tracé van de spoorweg Purmerend-Volendam is nog wel zichtbaar.

De paarden op Fort benoorden Purmerend zijn vervangen door een robot-grasmaaier, maar die zagen we nergens. Is deze de gracht ingereden of van het eiland ontsnapt? Verder weinig gewijzigd, alleen het grasdak is na een reparatie nog niet dichtgegroeid.

Slechts de linker helft van Fort aan de Nekkerweg alias Fort Resort Beemster is vrij te betreden. Wij waren er met miezerregen zodat het buitenterras verlaten was. Ondanks het weer liepen een paar mensen zoals ze geboren zijn, naar het losgelegen 'tropische' Klein Bali-eiland wat zichtbaar is vanaf het openbare deel. Dan maken we uiteraard geen foto's, maar bij vertrek werd daar door een medewerker nog even naar gevraagd. Het is wel grappig dat gedacht werd dat op die afstand met onze lenzen de gezichten zichtbaar op een foto zouden komen, laat staan specifieke kleine en door kou verschrompelde lichaamsdelen.

Op Fort bij Spijkerboor is aan de andere inrichting duidelijk te zien dat een nieuwe exploitant de theetuin bij de fortwachterswoning exploiteert. Dit jaar is het fort weer een aantal keren open voor het publiek. Het rondje buitenom de gracht is tussen zonsopgang en zonsondergang zonder honden altijd te bewandelen, wat een mooi zicht op fort en pantserkoepel geeft. Helaas zijn de informatiebordjes verdwenen.

De gerestaureerde Inlaatduiker aan de Starnmeerpolder.De Inlaatduiker aan de Starnmeerpolder, of eigenlijk het half-restant aan de Knollendammervaart, is bij de dijkverzwaring gerestaureerd en nu goed zichtbaar. Naar aanleiding van een eenvoudig voorstel wordt het binnenkort enigszins aangepast om een wat origineler beeld te geven. Grenspaal O1 is niet helemaal goed teruggeplaatst maar is nu niet meer over het hoofd te zien.

Iets verderop lag de Liniewal in de Starnmeerpolder die, ondanks dat het een provinciaal monument was, in de loop der tijd geheel is verdwenen. Aardlichaam, bakstenen duiker, meeste grenspalen en een groot deel van de grenssloten waren al verdwenen. Grenspaal O5 is mede dankzij ons uit de modder gered, staat nu op een tijdelijke plek en gaat binnenkort naar de nieuwe permanente plek. De liniewal was eigenlijk alleen nog te herkennen door een nogal massieve en lange afrit van de dijk naar het weiland.
Jammer dat er niet eerder naar historische informatie is gezocht. Door de dijkverzwaring is de afrit nu een meer gewone, minder massieve afrit geworden waarbij ook de originele gietijzeren duikers zijn verdwenen. Alleen op de hoogtekaart is de liniewal nog goed te herkennen.

Werkmannen waren op Fort bij Krommeniedijk bezig om de originele afsluiter uit de originele gietijzeren duiker, tussen gracht en polder, te verwijderen. Dit gebeurde zonder vergunning en de afsluiter zou naar de schroothandel gaan. Ik gaf aan het te willen behouden en interesse in overname te hebben. Via de provincie Noord-Holland is geregeld dat de afsluiter in het fortgebouw bewaard zal worden. Prima, dat scheelt mij weer regelen en sjouwen.
Verder is er weinig veranderd alhoewel we vernamen dat er een andere beheerder is gekomen (café?) en dat het fort eigenlijk niet open was. Of de rondleidingen nog gedaan worden en of die flink verbeterd zijn is ons niet bekend.

Een van de bakstenen muren in de weg De Meerlanden in het inundatiekanaal.Van het 'Inundatiekanaal van de Pijp naar de inundatiesluis in de St. Aagtendijk' is nog maar weinig herkenbaars over. Het liep vanaf het eerder aangelegde Zijkanaal A bij Beverwijk, dat eindigde ter hoogte van de Wijkervaart, dat later 'De Pijp' werd genoemd en verbreed werd tot de haven van Beverwijk. Het inundatiekanaal is merendeels met grond of met woonboten versmald tot een sloot. Alleen aan de frontzijde van het Fort aan de St. Aagtendjk was het nog goed te herkennen. Totdat in 2013 voor de nieuwe ontsluitingsweg 'De Meerlanden' in dat deel een dam met twee duikers werd gelegd. Vermoedelijk geïnspireerd op bomvrije damsluizen zijn aan weerszijden van de weg twee bakstenen muren gebouwd. De oostelijke heeft openingen voor de twee duikers - waar de eerste bakstenen al uit zijn gevallen. De westelijke muur is alleen voor de sier en is bijna onzichtbaar door begroeiing - ook nep moet je onderhouden. De twee duikers komen namelijk met moderne openingen heel ergens anders uit! Dit was de eerste keer dat we het van dichtbij bekeken en hebben het in de database genoteerd als een moderne toevoeging aan de Stelling.

Over Fort Zuidwijkermeer is recent een apart artikel in Nieuwsbrief 556 verschenen, over het hergebruik als Kaasfort. En Fort bij IJmuiden hopen we binnenkort weer eens te bezoeken.

De afgelopen maanden wordt er flink gewerkt aan Fort bij Velsen. De laatste beplanting is van het eiland verwijderd, maar het lijkt er op dat de vorm van de oevers hersteld wordt conform de omgevingsvergunning die vorig jaar is aangevraagd (zie artikel in Nieuwsbrief 547). Verrassend is dat ook het terrein buiten de gracht, langs het Noordzeekanaal, nu van een granulaat-verharding is voorzien. De gemeente Beverwijk reageert echter niet op ons verzoek om meer informatie, we zullen het moeten afwachten.

Forten in de Sector Ilpendam
Forten in de Sector Zaandam
'Fort bij Velsen wordt eindelijk opgeknapt' in Nieuwsbrief 547 (2024)
'Ontwikkelen van Penningsveer en Zuidwijkermeer' in Nieuwsbrief 556 (2025)

 

Vincent van Gogh

Tekst: René Ros.
Foto: René Ros
Afbeelding: ChatGPT/DALL E)
Met dank aan: Hans Luijten (senior onderzoeker Van Gogh Museum), Hilde Jansma (Brabants Historisch Informatie Centrum).
Bronnen: Brabants Historisch Informatie Centrum, 5148 Gemeentebestuur Helvoirt, 1814-1934; Stadsarchief Amsterdam, 5000 Bevolkingsregister, 1850-1952; familiecorrespondentie collectie Van Gogh Museum; Stadsarchief Rotterdam, 318-04 Holland Amerika Lijn (HAL).

Als een persoonsnaam uit het verleden voorbij komt, dan is het tegenwoordig eenvoudig om te kijken of een militaire carrière te achterhalen is. Voorvaders in het programma Verborgen Verleden of een naam van een artiest in een oude krant. In dit geval was het het feit dat de schilder Vincent van Gogh bij zijn oom in Amsterdam heeft ingewoond. Qua leeftijd en woonplaats kon de schilder niet in de Stelling gelegerd zijn geweest, maar dat maakt het een niet minder interessant uitstapje.

De plaquette op de gevel van het Marine-etablissement Kattenburg te Amsterdam.De aanleiding om naar de bekende schilder Vincent Willem van Gogh te kijken, is de plaquette op het gebouw van het Marine-etablissement Kattenburg te Amsterdam. Daarop staat dat hij van mei 1877 tot juli 1878 daar bij zijn oom Schout-bij-Nacht Johannes van Gogh (*1817) woonde. De brieven van Vincent zijn hier waarschijnlijk de bron voor. Het bevolkingsregister van Amsterdam vermeldt echter 11 november 1877 als aanvang maar geen einddatum. In ieder geval is dit de enige vermelding van de beroemde Vincent in Amsterdam.
Eerder kan hij er niet ingewoond hebben, omdat oom Johannes er zelf vanaf november woonde (geen dag genoemd). En een andere vermelding van de oom, noemt ook november 1877 op een nabijgelegen adres. Dus hier klopt iets niet, maar dat laten we voor wat het is.

Het militieregister met zijn naam was vlot online gevonden in de collectie van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC). Daarin staat dat hij op 12 maart 1873 "tot de dienst aangewezen" werd. Opvallend genoeg staat er ook "heeft een plaatsvervanger gesteld" bij. Het vreemde is dat de vermelding van Vincent in het militieregister een ander geboortejaar vermeldde, 1854 in plaats van het algemeen aanvaardde 1853. Terwijl de volledige namen van hem en zijn ouders wel overeenkomen, evenals dag en maand van de geboortedatum. En de website van het Van Goghmuseum schrijft: "Hij was niet het eerste kind van predikant Theodorus van Gogh en Anna Carbentus. Hun eerste zoontje (óók met de naam 'Vincent') was precies een jaar eerder, op dezelfde datum, dood geboren."

Is er een verwisseling gemaakt met de geboortedata? Het kan toch niet, dat alles en iedereen een verkeerde geboortedatum hanteert? Maar we hebben ook eeuwen de oorspronkelijke bevolking van Amerika verkeerd genoemd omdat iemand dacht in India te zijn.
Was er nog een derde zoon op dezelfde dag/maand geboren? Ook doodgeboren? Of zit er een fout in het militieregister? Maar het kan toch ook niet dat in het militieregister bij meerdere personen het verkeerde geboortejaar 1854 wordt genoemd?

Omdat ik niet geheel bekend ben met de administratie van doodgeboren kinderen, nam ik de vrijheid de tegenstrijdigheid aan zowel het Van Goghmuseum als aan het BHIC voor te leggen. Het Van Goghmuseum reageerde (begrijpelijk) zelfverzekerd met alleen "Van Gogh werd op 30 maart 1853 geboren in Zundert" en "Het kan niet anders dan dat de gemeentelijke ambtenaar hier destijds een fout heeft gemaakt." Een medewerkster van het BHIC zag er duidelijk meer uitdaging in en antwoordde met een degelijke onderbouwing van maar liefst 853 woorden.
Uit haar antwoord werd duidelijk dat er wettelijk geen geboorteakte van een doodgeboren kind mocht worden opgesteld. Wel was een overlijdensakte mogelijk maar kreeg het kind daarop geen naam. Een overlijdensakte had ik niet gevonden omdat ik naar een voornaam zocht, maar de medewerkster wel door op Nomen Nescio (N.N., latijn voor onbekende naam) te zoeken én op de - bij digitalisering toch overgenomen - achternaam van de vader. Een verwarring tussen de schilder en zijn eerdere doodgeboren broer(s) was daarmee uitgesloten.

AI gegenereerde afbeelding van een man die lijkt op Vincent van Gogh, in zijn schilderstijl bij wat op het kasteel van Breda zou moeten lijken.Om het militieregister te controleren heeft de medewerkster de andere namen op de pagina nagezocht in de geboorteregisters. Daaruit bleek dat ook zij onterecht met 1854 waren genoteerd, in plaats van 1853. Steekproefsgewijs heeft ze ook de lichtingen 1872 en 1874 hierop nagekeken en bleek dat alleen de lichting 1873 onjuist was. Hoe die fout destijds heeft kunnen optreden is niet duidelijk, maar dat was de oorzaak van de tegenstrijdigheid. Wellicht kan het BHIC in de inventaris hierover een opmerking opnemen voor de lichting 1873? De digitale data aanpassen kan uiteraard niet, achteraf corrigeren is uit den boze zodat ook fouten letterlijk overgenomen moeten worden.

Terug naar de plaatsvervanger. Uit de, door het Van Gogh Museum beschikbaar gestelde, fragmenten uit de familiecorrespondentie blijkt dat vader Van Gogh namens zijn zoon naar de loting op 15 februari 1873 in Oisterwijk is geweest. Hij heeft een remplaçant geregeld, hetgeen hem 675 gulden (vergl. 8.900 euro) kostte en waarvoor hij in januari 1875 de laatste betaling van 175 gulden deed.

De vervanger blijkt Antonie Blans (*1850) te zijn, wiens stamboek vermeldt dat hij op 1 mei 1873 als Vincent's vervanger werd ingelijfd bij het 6e Regiment Infanterie (6RI). Van 6RI was op dat moment de staf met drie bataljons in Breda in garnizoen, met een vierde bataljon in Bergen op Zoom. We hebben geen bezettingsstaat van de linie, waarin het regiment wordt genoemd. Maar vermoedelijk had het 6RI een rol in de Zuidelijke Frontier en vanaf 1874 in de Stelling van het Hollands Diep en het Volkerak.
Blans overleed in 1894 in 's-Gravenhage en ook in zijn overlijdensakte zijn fouten gemaakt met zijn eigen voornaam, de voornaam van zijn vader en de achternaam van zijn moeder. In 1897 werd een extra overlijdensakte opgemaakt om zijn voornaam te corrigeren.

In januari 1890 werd in Parijs nóg een Vincent Willem geboren, de zoon van zijn broer Theo. Deze werd de grootvader van regisseur en programmamaker Theo van Gogh (1957-2004). En er was ook een Vincent Wilhelm van Gogh die in Indië militair was, een zoon van de eerder genoemde oom Johannes. Met al die Vincenten en Theo's zijn veel vergissingen mogelijk, bijvoorbeeld als je aan Google vraagt "Met wie was Vincent van Gogh getrouwd?". Dan gaat het antwoord over de Vincent uit 1890, niet die uit 1853!

Toen deze derde Vincent (uit 1890 dus) 19 jaar was, woonde hij in Amsterdam en werd ingeschreven in het militieregister aldaar. Op 26 oktober 1909 werd ook hij "tot de dienst aangewezen" maar verder wordt er niets over inlijving bij een regiment of plaatsvervanging genoemd. In de namenklappers van de Amsterdamse eenheden 7e en 10e Regiment Infanterie (18e bestond nog niet), 2e Regiment Vestingartillerie en Pantserfortartillerie werd zijn naam niet bij de lichtingen 1909 en 1910 gevonden. Bij zijn huwelijk in 1915 was zijn beroep 'werktuigkundig ingenieur', zodat hoopvol toch ook de namenklapper van het Regiment Genietroepen werd geopend maar ook zonder resultaat. Hij zou tijdens de Eerste Wereldoorlog in de Verenigde Staten van Amerika hebben gewerkt. In de lijst van Passagiers Holland Amerika Lijn (H.A.L.) van het Rotterdams Archief lijkt een vermelding (V.W. Gogh) te hebben dat hij in oktober 1915 naar "Noord-Amerika" voer, maar met vooral reizen tussen 1957 en 1966. Er is zelfs geen fort dat kan zeggen dat de neef van de schilder Vincent er gelegerd is geweest.

Fouten maken is van alle tijden en de oorzaken zijn vaak niet te achterhalen, zoals we hierboven hebben gezien. In dit geval was de meest waarschijnlijk juiste informatie een terechte aanname, maar het is verstandig om een open blik te houden en te controleren waar dat kan... En niet beschaamd voelen om hulp te vragen. Het was een genoegen om het Van Gogh Museum van wat onbekende informatie te voorzien.
Wat zou het leuk zijn geweest als Vincent van Gogh wel in dienst was geweest en toen in de vrije uren uit verveling zijn roeping als schilder al eerder had gevonden. En een muurschildering in de Vesting Willemstad of Fort de Ruiter (later Fort Sabina-Henrica) had nagelaten. Misschien was zijn leven dan ook heel anders verlopen en was hij niet al als 37-jarige op 29 juli 1890 in Auvers-sur-Oise in Frankrijk aan de gevolgen van een zelfmoordpoging om het leven gekomen?

Marine-etablissement Kattenburg
'Vincent Willem van Gogh (1853/1854) in Militieregister 1873 op website BHIC
'De jonge Vincent 1853-1873' op website Van Gogh Museum

 

Molens en krijtteksten in bergloods Fort aan de Drecht

Tekst: René Ros.
Foto: COUP Group.
Met dank aan: Tilly Macleane (COUP Group).

Bij de verbouwing van de bergloods van Fort aan de Drecht in 2020-2021 tot woning, bleken een aantal krabbels aangetroffen te zijn. Enige tijd geleden hebben we via herontwikkelaar COUP Group foto's hiervan ontvangen. We nemen ze even met je door. En het zal duidelijk worden waarom we liever zelf de krabbels hadden bekeken en gefotografeerd.

Schildering met molens en een boom in bergloods van Fort aan de Drecht.De opvallendste schildering is een soort dia-negatief tafereeltje van twee molens en een boom: op een zwart vlak met witte lijnen getekend. Linksboven zit "FH" in het hout gekrast en dat zouden de initialen van de maker kunnen zijn, of niet. Bij de verbouwing is er een dubbele wand voor gezet met een stukje HR++ dubbelglas erin, om de schildering zichtbaar te houden.

Op zolder is op balken de naam 'Zeldenrust' te lezen, in wit krijt. Of het een achternaam of gemoedstoestand weergeeft zal wel altijd onduidelijk blijven. Zonder voorletters is het als achternaam waardeloos om na te trekken. Als gemoedstoestand zou het tegen het heersende beeld van verveling door de militairen ingaan.

Met krijt zijn op het schuine dakdeel ook verschillende teksten geschreven waarbij deze leesbaar zijn: "NJA 1939 1940", "12 manden", "No 7" en een deels leesbare aftreksom. Hier is maar één foto in matige kwaliteit van, dus er kan ook iets anders staan. Rechts op die foto staat "De Jon" en nog meer onleesbare maar ook buiten beeld verdwijnende krijtkrabbels.

Tenslotte, ook in krijt, staat "P. Rietveld" op een zolderbalk. Onder die naam wordt geen vermelding in militaire registers gevonden. In de inschrijfregisters Vierdaagse van de Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding (KNBLO) komt die naam wel voor. Iemand met die naam, geboren in 1913, heeft als dienstplichtig soldaat in 1933 de tocht gelopen. Dan was hij 20 jaar oud en moet het tijdens zijn eerste opkomst zijn geweest. Er zijn ook vermeldingen voor 1921 en 1922, maar dat moet een andere P. Rietveld betreffen anders zou hij op 8 en 9 jarige leeftijd huzaar zijn geweest!

De P. Rietveld uit 1913 zou Pieter kunnen zijn, geboren in Den Haag. Maar ook met die gegevens is geen militaire vermelding te vinden, laat staan een eenheid. Bovendien kan het ook een heel andere "P. Rietveld" zijn, zodat het op dit moment tot niets leidt. Maar de jaartallen "1939-1940" en een eerste opkomst in 1933 kunnen aanwijzingen zijn, dat de krijtteksten in de jaren 1930 zijn gemaakt. Misschien niet door een gelegerde militair, maar de zoon van een fortwachter of ander personeel? Mmm, dat is grappig: in ons Fortwachters Register komt in 1924 een verder onbekende "P. Rietveld" als wachter op de Wierickerschans voor. Met het toen gebruikelijk vernoemen naar vader en grootvader zou dat zijn vader kunnen zijn?

Leuk dat de teksten en schildering bewaard zijn gebleven. Maar als je zelf ergens een tekst achterlaat, bijvoorbeeld een tijdcapsule onder een vloer, noem dan in ieder geval de datum. En als er persoonsnamen worden genoemd, ook de geboortedatum en geboorteplaats. Dat maakt later het zoeken een stuk eenvoudiger. Bij voorbaat dank.

Fort aan de Drecht
Fortwachters Register

 

Inspectietochten (2/2): Zuid van NZK

Tekst en foto's: René Ros.
Met dank aan: Jan Brilleman, Alexander Senger, Carolien Vernout (allen DStvA).

Voorgenomen was om weer vaker de Stelling in te trekken om forten en de kleine objecten ertussen te bezoeken. Dat is op meerdere dagen gelukt, in gezelschap van verschillende personen. In dit artikel een overzicht van wat ons is opgevallen en opgemerkt moet worden. Forten die niet genoemd worden zijn geen bijzonderheden over of zijn niet bezocht. Alhoewel in andere volgorde bezocht, begint dit overzicht met Fort bij Edam om - historisch verantwoord - tegen de wijzers van de klok met de Kustbatterij bij Durgerdam te eindigen. Al reizende zijn er 1625 foto's gemaakt.
In dit tweede artikel komt het gebied ten zuiden van het Noordzeekanaal (NZK) aan bod, de sectoren Sloten en Ouderkerk.

De Inlaatduiker in de Zuiderpolder aan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder.Een bijzondere rafelrand van Haarlem is het Liewegje op de westoever van de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. We waren er een tijd niet geweest. Maar de Inlaatduiker in de Zuiderpolder is er nog en wordt nog immer als uitlaat van een klein gemaal voor die polder gebruikt. Ook de nabijgelegen Damsluis in de Fuikvaart is ongewijzigd in gebruik als landhoofden van een fietsbrug. De 'Damsluis in de Haarlemmermeerringvaart bij Vijfhuizen' is alweer een flink aantal maanden geleden gerestaureerd en ziet er weer toekomstbestendig uit.

Op het Fort bij Vijfhuizen gaat alles zijn gang. De bergplaatsen in de frontwal zijn al een paar jaar geleden uitgegraven, maar we weten nu wanneer ze zijn gebouwd en voor welk doel. Het restaurant in het hoofdgebouw heeft nu andere exploitanten die helaas geen drankje of lunch voor de passanten verzorgen, het is uitsluitend een evenementenlocatie. Als passant zal je 5 kilometer verder over de Geniedijk naar het volgende fort moeten lopen of fietsen.

Het verharde pad en de bloementuin zijn een behoorlijke afwijking van het oorspronkelijke Fort bij Hoofddorp. Er is geen hek op de latere dam meer, waardoor het fort - buiten de gebouwen - vrij te bewandelen is. Struikel niet over de drainageputten die om onduidelijke redenen boven de verharding uitsteken. Binnen is vrijwel overal de witte verf van muren en plafonds gehaald en het ruwe beton geeft nu een donkere sfeer. Het menu van restaurant 'Fort Noxx' is niet te kort en niet te lang, en de gerechten die we er inmiddels genuttigd hebben smaakten goed.

Op Fort bij Kudelstaart is de jachthaven gewoon nog in bedrijf, na de afgeketste plannen en in afwachting van nieuwe plannen. De linker frontzijde mag niet gebruikt worden om boten af te meren, daarom zijn aan de rechter frontzijde langere steigers verschenen om daar meer boten af te meren. De herbouwde (historiserend!) fortwachterswoning raakt zijn nieuwigheid al een beetje kwijt.

Bergloods van Fort bij Uithoorn in de steigers.Nog meer eten op een fort: het pannenkoekenrestaurant in de poterne van Fort aan de Drecht is vervangen door restaurant 'Fort 1911' en is sinds Hemelvaartsdag open. De bergloods is een miljonairs-woning geworden, maar verder is gebruik en toegankelijkheid van het fort ongewijzigd.

Begin dit jaar is begonnen met een omvangrijke restauratie en verbouwing van de bergloods van Fort bij Uithoorn tot multifunctionele ruimte voor trainingen en als huiskamer. Ook de dakbedekking van de bomvrije gebouwen is eindelijk voltooid, en in die gebouwen gaan later nog aanpassingen gemaakt worden. De toegankelijkheid lijkt vooralsnog zeer beperkt te blijven.

Fort Waver-Amstel is tegenwoordig eenmaal per maand open voor een vrije rondwandeling langs de nieuwe (verbeterde) informatiebordjes. Je loopt dan geheel buiten, tijdens rondleidingen zijn een paar ruimten in de gebouwen te bezoeken.

Wonen in de wachterswoning aan de gracht van het Fort in de Botshol lijkt ook ons de allerbeste plek om je pensioen rustig door te brengen. Je uitzicht naar het zuiden wordt wat beperkt door het 'verdedigbaar aardwerk'. En in de andere richting zie je bouwkranen en kantoortorens, nog ver weg dat wel.

Het Fort aan de Winkel is onlangs verkocht aan een private partij. Van nieuwe plannen is nog niets bekend en van eventuele werkzaamheden is natuurlijk nog niets zichtbaar.

Sinds geruime tijd is het Fort bij Abcoude op de meeste weekdagen overdag vrij te bewandelen. Het is er niet druk maar er wordt leuk gebruik van gemaakt, ook door ons. Juist hier zouden een aantal (correcte) informatiebordjes de bezoekers van dienst zijn. Er zijn plannen aangekondigd om de kazerne te verbouwen tot kantoor- en werkruimten, hopelijk met behoud van de ingekraste namen en de huidige (licht)sfeer.

Remise met betonwand op Bastion Nieuw-Achtkant van de Vesting Weesp.Drie van de vier bastions van de Vesting Weesp krijgen van de gemeente Amsterdam een opknapbeurt. De ondergronds gelegen groepsschuilplaats en twee G-kazematten zijn ongemoeid gelaten. Een bovengrondse groepsschuilplaats heeft nu wel een beschadigde periscoop-opening. Hellingen zijn geherprofileerd, grindpaden ververst.
De doorsnijding in bastion Nieuw-Achtkant vond bijna iedereen een hoog gedrocht, maar dat was omdat het naast een originele remise staat die oorspronkelijk drie meter grond op zijn dak had. Een muur van die doorsnijding wordt verlaagd, maar daardoor moest de grond van de remise af.
Daar vlakbij is de gammele 'Fortbrug' ('s-Gravelandsepoortbrug) geheel verwijderd en al bijna twee jaar ligt er een drijvende noodbrug. Tenslotte probeerden we de kringenwetwoningen aan het Molenpad te fotograferen, maar dat was onmogelijk door een Amerikaanse-bullebak RAM-truck die breder dan de helft van het pad is. En daarvan zouden we er meer moeten importeren van Oranje-Trumpty-Dumpty!?

De Vesting Muiden hebben we ter voorbereiding en tijdens de dagexcursie gezien. De wallen zijn keurig opgeknapt en gezien een paar uitzonderingen waren er wat dilemma's met uitzicht en bomen. Het opknappen van het Vestingplein is de volgende stap. Het Waterschild-paviljoen (2012) op het terrein van het Muiderslot is vooral technisch wat gemankeerd.

Het Fort aan het Pampus is nu zelfvoorzienend voor water en energie, waarvoor een enkele voorziening nadrukkelijk zichtbaar is gemaakt maar het merendeel niet opvalt. Over de twee nieuwe windmolens hebben we geen enkele deelnemer van de dagexcursie een opmerking horen maken, ze vallen ook nauwelijks op.

Ter voorbereiding van een excursie liepen we met een medewerker van Staatsbosbeheer van Durgerdam door de IJdoornpolder naar de Kustbatterij bij Durgerdam. Een inspanning maar wat een mooi terrein en een uitzicht! De kustbatterij is sinds de oplevering van de opgeknapte kazerne in 2016 nauwelijks gewijzigd. Wel zijn in 2022-2023 zes 'eilandkamers' aan de keel van de kazerne gebouwd voor overnachtingen. Voor de gemeente Amsterdam is voor de vergunning nog nagegaan waar de oorspronkelijke bebouwing van drie woningen stond en de eilandkamers zijn tot dat terreindeel beperkt gebleven.

Forten in de Sector Sloten
Forten in de Sector Ouderkerk

 

De Grote Oorlog in de Belgische Westhoek

Tekst: René Ros.
Foto's: Anja en René Ros,
Met dank aan: Marcel Anthonijsz, Otto Bodemeijer, Wim de Natris, Anja Ros (allen DStvA) en Tom Sas.

Bij "Duizend bommen en granaten" denken de meeste lezers aan Kapitein Haddock in de stripserie Kuifje. Voor mij is het een associatie met een gelijknamige documentaire uit 1990 van Bram Vermeulen (1946-2004) die me altijd is bijgebleven. Na 35 jaar kwam het er dan eindelijk van om uit de Stelling van Amsterdam te ontsnappen en het Westfront uit de Eerste Wereldoorlog te bezoeken. En wel op 12 april jongstleden met een bustour vanuit Den Bosch onder leiding van Tom Sas, een geschiedenisleraar met een grote interesse in die Grote Oorlog.

Schietgat van de toren van Fort Orthen.Met een Stelling-groepje, dat zich in de loop der tijd vrienden is gaan noemen, planden we er een heel weekeind voor in. Vanwege de reistijd besloten we twee nachten in een bungalow bij Baarle door te brengen. Op vrijdag reden we van Amsterdam naar Baarle, met een tussenstop bij het voor velen onbekende Fort Orthen in Den Bosch. Dat heeft het enige (bovengrondse) torenfort buiten de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Na aankomst in Baarle beleefden we er de Belgische enclaves en Nederlandse exclaves, met de Nederlandse gemeente Baarle-Nassau en de Belgische gemeente Baarle-Hertog. Die laatste gemeente was tijdens de Eerste Wereldoorlog met de Westhoek, de enige delen vrij België. In een Nederlands restaurant nuttigden we een Belgisch-bourgondische maaltijd.

We stapten de volgende dag rond negen uur in de bus, die een tussenstop voor ons maakte en ons drie uur reizen bespaarde! Het doel van de excursie was de Westhoek, het gebied van Nieuwpoort en Ieper. Heel slim was dat je zelf voor een lunchpakketje moest zorgen om tijdens de busrit te nuttigen, hetgeen je ook met een ontbijtpakketje kon doen. En voor een diner was in Ieper gelegenheid, waar je naar eigen smaak en prijsklasse een restaurant kon kiezen.
De bus zou een aantal stops maken bij locaties die herinnerden aan de strijd die hier tijdens de Eerste Wereldoorlog werd gevoerd. Af en toe in de bus zitten gaf ideale rustmomenten. Bovendien gebruikte reisleider Tom de microfoon om een theoretische inleiding te geven op wat we in de praktijk zouden gaan zien.

Uitwateringssluis van de IJzer in Nieuwpoort.De eerste bestemming was het Koning Albert I - man op paard - monument in Nieuwpoort, met eronder een museum over de oorlog. De bovenzijde gaf mooi zicht op zeven uitwateringssluizen, waarvan één die van de rivier IJzer en waarmee het gebied destijds geïnundeerd was. Dat heeft de gehele oorlog de Duitsers tegen kunnen houden, en het was voor Nederland een goed teken dat inundaties ook in een moderne oorlog nog stand hielden.

Volgende stop was bij de 'Dodengang', een Belgisch loopgraafstelsel langs de IJzer. Het is nog behoorlijk intact, doordat de tijdelijke zandzakken in 1924 zijn vervangen door meer permanente 'betonzakken'. De betonnen schuilplaatsen en kazematten waren wel origineel en een enkele (de 'muizenval') moest je door om over het Niemandsland bij een Duitse bunker te komen. Omdat er geen voorbereide linie met forten of kazematten was, zijn er vooral loopgraven aangelegd. Deze 'Dodengang' is een zeldzaam bewaard gebleven verdedigingswerk, waarbij je wel vele kilometers loopgraven, een maanlandschap van bomkraters en het enorme aantal slachtoffers moest inbeelden. Met de groene akkers, het mooie weer en de fluitende vogels was dat nog moeilijk voor te stellen, maar daar zou spoedig verandering in komen.

'Canadian' monument gifgas-aanval in 1915.Kort daarna liepen we over een massabegraafplaats, het Deutscher Soldatenfriedhof Vladslo, met ruim 25.000 namen die per 20 op liggende tegels worden genoemd. En met het beroemde beeldenpaar 'treurende ouders', dat heel fraai onmacht en verdriet toont. En toch kwam het leed nog niet binnen. Dat was een paar kilometer verder, bij een monument voor Canadese militairen.

Alhoewel in deze oorlog artillerie de meeste doden veroorzaakte, raakte de onmenselijkheid van 'strijdgassen' ons pas echt. Een Canadese divisie werd in Sint-Juliaan in april 1915 voor het eerst overrompeld door chloorgas van de Duitsers. Het monument bestaat uit een "Brooding Soldier", een triest naar beneden kijkend, gehelmd mens met de handen leunend op de kolf van een geweer. Het straalt een trieste overpeinzing en menselijke bezinning uit, dat lijkt op de 'treurende ouders'. Na de toelichting van Tom over de strijd met chloorgas en mosterdgas liet hij de hele groep van 50 personen in een spontane herdenking van een minuut stilte achter...

Gemenebest Begraafplaats Tyne Cot.In het voorbijrijden zagen we nog een Duitse, een Belgische en meerdere kleine Engelse (Gemenebest) begraafplaatsen. Het mistroostige gevoel werd op de grote Engelse begraafplaats Tyne Cot bij Passendale niet minder. Het is dat Tom er nog grapjes in gooide, zoals over niet te vertrouwen Italianen die in 1915 van de Centralen naar de Geallieerden overstapten. En omdat er tussen de vele grafstenen nog twee Duitse betonnen schuilplaatsen stonden, waarvan één de fundering vormde van het Kruis van Opoffering (kruis met zwaard).

Hierna reden we naar de beroemde maar herbouwde plaats Ieper, waar je middeleeuwse gebouwen kan vinden met jaartallen zoals 1921. Een drukke, levendige stad als welkome afwisseling van de stille begraafplaatsen. In de herbouwde Lakenhal wandelden we door het 'In Flanders Field' museum, een van de vele musea waarmee de streek ook een toeristische attractie is geworden.

Op de Grote Markt nuttigden we een prima maaltijd samen met de buschauffeur, een markante Amsterdammer met een bijzondere achtergrond waarmee we - als compensatie - erg hebben gelachen. Om kwart over zeven stond de hele groep onder de beroemde Menenpoort klaar voor de dagelijkse herdenking om acht uur.

Herdenkingsceremonie in de Menenpoort in Ieper.Over deze waardige dagafsluiting ga ik verder niets schrijven omdat dit artikel dan echt te lang wordt, maar vooral omdat je die ceremonie in de Menenpoort zelf moet meemaken. De bus bracht ons terug naar het opstappunt en daarna waren we vlot in onze bungalow. Absoluut uitgeput maar nog onrustig door alle indrukken, duurde het even voordat we het bed indoken.

Mocht je zelf de Westhoek op deze manier willen beleven, dan kunnen we aanbevelen om met een van de volgende tochten van Tom Sas mee te gaan (zie website WO I Trips). Als Tom zo ook zijn geschiedenislessen inhoud geeft, dan is hij een leraar die iedere leerling zich zal herinneren.

De volgende dag reden we een route langs locaties van de manschappen van het Amsterdamse 7e Regiment Infanterie, die gedurende dezelfde oorlog de grens met België ten zuiden van Tilburg bewaakten. Op die locaties werden relevante fragmenten uit de boeken van Van de Vrande voorgedragen. Het verschil met de echte strijd, zoals in de Westhoek, was wel enorm groot. Aan onze kant van de grens geen loopgraven, geen begraafplaatsen en geen oorlogsmonumenten.

En dan komt de vraag op, of Duitsland België ook zou zijn binnengevallen als de Zuidelijke Nederlanden zich niet in 1830 van de Noordelijke Nederlanden hadden afgescheiden? Of dan ook Nederland door Duitsland aangevallen en bezet zou zijn geweest?

Thema 'Amsterdammers op grenswacht in Brabant' in Nieuwsbrief 471 (2019)
'Naar de 'Velden van Weleer'' in Nieuwsbrief 551 (2025)
'Duizend bommen en granaten' op YouTube
'The Town In Two Countries' op YouTube
'The Man Who Killed Millions and Saved Billions' (Fritz Haber) door Veritasium op YouTube
WO I Trips

 

Meer uit het Fortwachters Register

Tekst: René Ros.
Foto's: Nationaal Archief en Doc.centrum Stelling van Amsterdam.
Met dank aan: alle vrijwilligers die aan het project Fortwachters Register hebben meegewerkt.
Bronnen: zie Fortwachters Register (onderaan).

Sinds 2020 is op onze website het doorzoekbare Fortwachters Register beschikbaar. Daarvoor zijn in 2019-2020 en 2024 door vrijwilligers 292 pagina's over (fort)wachters in heel het land voor de periode 1852-1940 gedigitaliseerd. Het merendeel waren dat vrijwilligers van ons (DStvA) en een aantal van het Kenniscentrum Waterlinies (KCW). Werkzaamheden aan de database ervan, waren een mooie gelegenheid voor wat eenvoudige statistiek. En wat gebeurt er met de fortwachters-gegevens? En tijd om wat meer info uit het Fortwachters register te delen.

Pagina van een van de registers met administratie over de fortwachters.Het maken van de database en de coördinatie van de werkzaamheden van de vrijwilligers was onderdeel van mijn betaalde functie bij het KCW. De webpagina deed ik als vrijwilliger in mijn eigen tijd. Het KCW had destijds nog geen eigen website, zodat er voor werd gekozen om het op de website van het DStvA beschikbaar te maken en daar is het bij gebleven. Bij mijn vertrek bij het KCW bleef onze webpagina in de lucht en is een kopie van de data bij het KCW achtergebleven. De verwachting is dat er met die kopie niets meer gedaan zal worden, omdat het KCW geheel wordt opgeheven.

De fortwachters gegevens waren in een aparte database ingevoerd, inclusief functionaliteit om de te digitaliseren pagina's toe te wijzen aan vrijwilligers en voor de invoer en controle. Apart houden is nu niet meer nodig en het werkt handiger om alle data in mijn eigen database te hebben, zonder de informatie over het digitaliseren. Het kan dan rechtstreeks gekoppeld worden aan mijn eigen objecten- en archief-gegevens, hetgeen dubbele data en dubbel werk voorkomt.

Het was soms een aardige puzzel, maar het importeren en verbouwen is gelukt. Daarbij zijn van elke vermelding ook twee extra dingen behouden: de foto van het betreffende archiefstuk en welke vrijwilliger het heeft ingevoerd. Verdere integratie is nog mogelijk, maar dat is voor de toekomst. Al doende werden er ook nog wat inhoudelijke foutjes gevonden, gecorrigeerd en online geplaatst.
De database en de webpagina zijn ook op een paar punten functioneel verbeterd, zo is er nu een icoon met een link als er meer informatie over de persoon in een biografie op onze website te vinden is. Ook is het icoon met link naar meer informatie over het fort weer terug, maar alleen als er ook echt meer informatie is. Iconen met een link naar de KCW website zijn uiteraard niet teruggekeerd.

Van de 869 uniek te onderscheiden wachters is van 170 zowel de geboorte- als overlijdensdatum bekend en daarmee kon de leeftijd berekend worden. De jongste overleed op 29 jarige leeftijd, de oudste werd 98 jaar en het gemiddelde was 69 jaar. Bij slechts 38 stond aangegeven dat ze eerder bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (K.N.I.L.) of voorgangers gediend hadden. Een aantal eindigden hun functie als fortwachter "wegens bereiken 65 Jarigen leeftijd".

Van de wachters zijn gemiddeld 1,9 verbintenissen of contracten bekend. Van die 1689 verbintenissen zijn van 353 zowel een aanvang als een - en dit is meestal de ontbrekende factor - beëindiging bekend en daarmee de duur van hun dienstverband als wachter. Er is er één met 53 dienstjaren, begonnen als 26 jarige in 1850 op Fort aan de Uppelsedijk en aldaar in 1903 op 79 jarige leeftijd overleden. Gemiddeld duurde een verbintenis 'slechts' 7,6 jaar, maar van veel is niet bekend of ze tot hun overlijden hebben doorgewerkt. Kijken we voor elke wachter naar zijn gezamenlijke verbintenissen, dan begonnen ze gemiddeld op 44 jarige leeftijd en eindigde op 58 jarige leeftijd, met een gemiddelde duur van bijna 11 jaar.

Een database scherm zoals de gegevens nu opgeslagen zijn.Ik ken geen document waarin de financiële beloning van wachters wordt uitgelegd, maar de gedigitaliseerde gegevens geven wel een paar inzichten. De meeste archiefstukken zijn helaas overzichten met alleen naam, locatie en data van beëdiging enzovoort maar zonder financiële informatie. De onderstaande bedragen komen dan ook uit archiefstukken uit de periode 1895-1940.

Bij 24 verbintenissen is een 'traktement' tussen de 700 en 800 gulden per jaar bekend, dat lijkt te duiden op een salaris van een andere hoofdfunctie. In die gevallen kreeg die wachter ook 0,50 gulden daggeld, vermoedelijk voor zijn nevenfunctie als wachter.

En bij 137 verbintenissen is sprake van 'pensioen' tussen 100 en 1900 gulden per jaar, vanwege een eerdere militaire (beroeps)functies zoals sergeant-majoor, korporaal of conducteur der Artillerie. Daarvan ontvingen er 59 ook daggeld, tussen 0,50 en 3,85 gulden. Dat lijkt af te hangen van de hoogte van het pensioen en het merendeel kreeg geen daggeld. Dit past bij het algemene beeld dat fortwachter een baan voor gepensioneerd personeel was. Maar aangezien er ook wachters waren die stopten op 65-jarige leeftijd, was het niet de norm. Van enkele fortwachters weten we, uit andere bronnen, dat overspannenheid of lichamelijke gebreken een reden kon zijn om iemand tot fortwachter te benoemen.

O ja, er zijn ook 191 verbintenissen waar nadrukkelijk 'vrij wonen' staat genoteerd. Uit berekeningen in de tekst blijkt wel dat hiervoor ongeveer 200 gulden (per jaar) werd verrekend. In een aantal gevallen bestond de beloning uitsluitend uit vrij wonen. Ook "vrij water" (drinkwater of viswater?) en "vrij tuingrond" komen voor. In ieder geval in en na 1920 was gebruik van tuingrond inbegrepen bij het "genot van een Rijkswoning".

Per jaar wordt het register tussen de 500 en 1500 keer geraadpleegd. Naar aanleiding daarvan komen er soms documenten en foto's via de nazaten boven water en ook zijn de gegevens gebruikt om foto's te dateren. Weten wie, waar, wanneer en voor hoeveel gulden fortwachter was, is waardevol voor het verhaal van de forten én de families. De fortwachters met hun gezinnen woonden immers langer op de forten dan de gemobiliseerde militairen en vele kinderen zijn er opgegroeid. Zoek gerust eens de achternamen van (over)grootvaders van jou en je naasten op. Wellicht kom je onverwachts voorouders tegen?

Fortwachters Register
'De fortwachters van toen' in Nieuwsbrief 540 (2024)

 

Noord-Hollands Archief: Verbotene Boote

Tekst: René Ros.
Foto: document uit bron, collectie Doc.centrum Stelling van Amsterdam.
Met dank aan: Hans-Rudolf Neumann.
Bron: Noord-Hollands Archief, 1949 Gemeentebestuur van Aalsmeer (Gemeente Aalsmeer), 1929-1945.

Heel lang geleden werd over de periode 1940-1945 een vermelding gevonden dat er geen boten ten westen van het Amsterdam-Rijnkanaal mochten zijn. Toen was er nog weinig bekend over de Vordere Wasserstellung die de Duitse bezetter achter de kust had aangelegd. De gemeente Aalsmeer blijkt een van de gemeenten te zijn, die het verbod moest uitvoeren en het archief bewaard heeft. Dat daarin geen doel(en) werden genoemd zal niet verrassen, maar er werd één algemene vermelding gevonden waar de regelgeving verband mee hield.

Een van de documenten uit het archiefdossier.Zoals we al van de Duitse bezetter weten, werden zaken langzaam in stappen maar resultaatgericht uitgevoerd. Het archiefdossier is wat chaotisch en er lijken brieven te ontbreken waardoor niet alle stappen even duidelijk zijn. Van een aantal veel voorkomende documenten werd een enkele als steekproef gefotografeerd.

Op 20 maart 1942 verscheen een bericht in de kranten, dat eigenaren van buitenboordmotoren een vergunning moesten hebben. Een verzoek daartoe moest ingediend worden bij de Districtscommandant der Marechaussee te Amsterdam. Dus eerst heel onschuldig registeren bij een Nederlandse organisatie...
In hetzelfde document is er wel al sprake van dat buitenboordmotoren die ingeleverd moeten worden, dat voor 1 april bij het politiebureau in Aalsmeer moet zijn gedaan. Op basis waarvan iemand zijn buitenboordmotor met vergunning mocht houden of wie het in moest leveren werd niet omschreven.

De bij de gemeente - op het politiebureau? - ingeleverde buitenboordmotoren werden door het Oberkommando der Kriegsmarine in beslag genomen en moesten voor 1 mei op het Hoofdbureau van Politie aan de Marnixstraat in Amsterdam zijn. De motoren moesten voorzien zijn van het adres van de eigenaar.
Dankzij de vele eilanden in de Westeinderplassen en langs de Ringvaart was Aalsmeer ruim voorzien van boten met buitenboordmotoren, ook van tuinders. Pagina's met namen van eigenaren van Evinrude, Johnson en Penta buitenboordmotoren zitten in het dossier.

Vervolgens blijkt uit een verklaring van de Politie Aalsmeer de dato 11 juli 1942, dat iemand met een motorjacht zijn carburateur heeft ingeleverd. "Volgens opgave behoorende tot den motor van dat jacht", waarop bij verbleef en dat in de jachthaven "ver. Nieuwe Meer" lag. Hiermee werd voor boten met een vaste motor het varen onmogelijk gemaakt. Tenzij een andere carburateur werd ingeleverd...

Foto door een Duitse genie-officier in 1940 gemaakt, door het schietgat van een onbekende kazemat.Op 19 augustus 1942 werden vier roeiboten van een Aalsmeerder in beslag genomen. Tenslotte in oktober 1942 een rondschrijven van de Procureur-Generaal van het Gerechtshof in Amsterdam, dat ook het bezitten van onderdelen van buitenboordmotoren vergunningsplichtig is geworden.

Dan, in een brief van 11 november 1942 komt de aap een beetje uit de mouw doordat genoemd werd: "Verordening No. 100 van 1941 van den Rijkscommissaris, houdende buitengewone maatregelen voor de kustverdediging". Het bemoeilijken en voorkomen van het gebruik van vaartuigen moet van belang zijn geacht, om een Geallieerd landingsleger een doortocht door ons natte landschap met de Vordere Wasserstellung te bemoeilijken.

In het archief van de Politie Amsterdam (Stadsarchief Amsterdam) zitten nog veel meer documenten van vele gemeenten, blijkbaar had zij een landelijke taak hierin. Ook komt daarin "Rüsting" (pantser, inzameling metalen) voor. Door die verordening kan je heden ten dage nog nagaan of je voorouder of een instelling een buitenboordmotor had en welk type. Of de buitenboordmotoren ooit terug zijn gegeven is niet duidelijk uit de stukken. Het zal wel duidelijk zijn dat dit artikel nog maar een tipje van de ijsberg toont.

Voor zover bekend is het verwijderen van boten geen maatregel die we zelf hadden bedacht in combinatie met het natte landschap en inundaties. Ik ken alleen het verhaal dat in 1939-1940 schepen aan de oostzijde van het IJsselmeer weggehaald moesten worden om een overtocht naar Noord-Holland te verhinderen.

N.B. Er is ook een brief waarin het "Kennwort zur Auslösung der Alarnierung der holl. Zivilkraftfahrer" (Wachtwoord voor aanvang alarmering der Nederlandse burgelijke autobestuurders) aan de gemeente werd medegedeeld: "ZENITH". Alleen bevelen daarover met het wachtwoord zouden legitiem zijn. Omdat 'Zivilkraftfahrer' op autobestuurders staat, zal deze brief niet over de buitenboordmotoren gaan.

'Archief van Provinciale Waterstaat Noord-Holland' in Nieuwsbrief 542 (2024)
'Over Nederlandse en Duitse inundatiepeilen' in Nieuwsbrief 555 (2025)

 

Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven.

Stelling van Amsterdam op Bluesky Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
ReneRos.biz voor ontwikkeling, advies & expertise en opleidingen voor Filemaker database-toepassingen. (Advertentie)
 
 
 
Fort Resort Beemster herbergt een van de meest luxueuze wellnessresorts met hotel van Nederland. In de karakteristieke sfeer van het fort beleeft u wellness zoals u nog nooit heeft ervaren. (Advertentie)