Sluit [X]   
 

Steunen met een donatie?

© 1999-2025, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 19-11-2025

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam

Nieuwsgierig? Lees deze nieuwsbrief maar!Nieuwsbrief 564

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
Een nieuwsbrief over militair erfgoed in de regio Amsterdam.
27ste jaargang, nummer 564, 9 december 2025

 

Inhoud

In deze nieuwsbrief:

 

Inleiding

Deze laatste nieuwsbrief van 2025 begint met een lang artikel over de schietproeven van Grusonwerk en onze eigen artillerie, uit het Nationaal Archief. Met ook drie aanvullingen op eerdere artikelen. Dan wordt de reclame voor ons nieuwe boek herhaald. Ten vierde een technisch artikel over waterdruk op de kranen in de forten. Het laatste artikel over de aanwinsten in 2025. Tenslotte leuke vondsten in een rommelhoekje-archief bij het Noord-Hollands Archief.

Tip: houd de cursor boven de afbeeldingen om een beschrijving te lezen.

 

Dienstberichten

- Met groot plezier kunnen we laten weten dat Natuurmonumenten Noord-Holland Midden sponsor van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam is geworden. Zij beheren onder andere drie forten in de Beemster: Fort aan de Middenweg, Fort aan de Jisperweg en Fort bij Spijkerboor. Hun banner rouleert sinds kort op onze vier websites. Klik de banner als je meer wilt weten over bezoek aan Fort bij Spijkerboor.

- De bij vele abonnees bekende Eric ten Brummelhuis, cultuur-medewerker van de provincie Noord-Holland, gaat deze maand met pensioen. Vooral het werken met betrokken en leuke mensen vormen voor hem de beste herinneringen aan zijn lange carrière. Ik (René Ros) ben blij dat hij ook mij daartoe is gaan rekenen. Vanuit het documentatiecentrum danken we hem voor de prettige samenwerking en wensen hem veel plezier en voorspoed in zijn nieuwe levensfase.

- Vanaf 1 januari 2026 gelden er gewijzigde regels voor de bescherming van de werelderfgoederen Hollandse Waterlinies, Neder-Germaanse Limes, Droogmakerij de Beemster, Koloniën van Weldadigheid en Schokland en omgeving. Het gaat dan om de instructieregels aan provincies uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), die het behoud van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed als doel hebben. (RCE)
'Nieuwe regels voor bescherming van werelderfgoed' op website Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

- Voor begin volgend jaar ben ik gevraagd twee lezingen te geven en die zijn inmiddels gepland. Kom jij een keer naar Loosdrecht of Amsterdam voor een presentatie over de Stelling van Amsterdam?
Lezingen

- Om persoonlijke redenen is onze bibliotheek op Fort Uitermeer, waarschijnlijk de rest van dit jaar, alleen op afspraak geopend. Als ik zeker weet dat ik aanwezig zal zijn, en er niet al andere afspraken zijn, dan geldt die beperking niet. Het wordt in het overzicht op de website aangegeven.
Bibliotheek

 

Fijne feestdagen!

Tekst en foto: René Ros.

Kerstkaart met toren Fort Uitermeer in de sneeuw.Mede namens de andere medewerkers van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam wens ik alle lezers fijne feestdagen en een goede jaarwisseling! Graag tot volgend jaar.

Heel veel dank aan de vrijwilligers, sponsors en donateurs die het werk ook dit jaar hebben ondersteund. We hopen dat iedereen plezier heeft gehad en nieuwe kennis heeft opgedaan door ons werk. Er zitten meerdere activiteiten voor volgend jaar in de planning, dus wellicht ontmoeten we elkaar weer?

Team
Sponsors

 

Schietproeven in Magdeburg en Schoorl

Tekst: René Ros.
Foto's: collectie Nationaal Archief.
Met dank aan: medewerkers Nationaal Archief.
Bron: Nationaal Archief, 4.OMM Memories der Genie, kaarten, plans, atlassen en verslagen van commissie op het gebied van de defensie afkomstig van het Ministerie van Oorlog, 17de-20ste eeuw.

Meerdere historische foto's van de schietproeven bij Schoorl en de plaatsing van de koepels op Fort aan het Pampus waren wel bekend. Eindelijk weet ik waar de 133 jaar oude originelen bewaard worden én heb ze zelf vast mogen houden wat een beperkte historische sensatie was. Het betreffende archief was op dat moment al geruime tijd niet beschikbaar wegens bewerking. Vanwege twee stukken met een wat hogere prioriteit werd door het archief inzage gegeven. Zelfs mee het depot van het Nationaal Archief in geweest om de stukken uit de stellingen te mogen halen.

Foto op karton van het plaatsen van de oostelijke koepel op Fort aan het Pampus.Negen foto's van het plaatsen van de pantserkoepels van Fort aan het Pampus bleken op karton geplakt in een map van leverancier Grusonwerk te zitten, dat aan de Nederlandse Genie moet zijn aangeboden. Op de meeste foto's staan zelfs de data in 1892 waarop de foto's zijn gemaakt. Van elf afdrukken en scans in de eigen collectie waren de omschrijving, bron of (correcte) datum bij de schenkers meestal niet meer bekend. Die informatie is uiteraard weer aan de beschrijvingen toegevoegd.

In hetzelfde archief zit een soortgelijke map van Grusonwerk, dat ook een relatiegeschenk moet zijn geweest. Maar dan van vóór een bestelling van de Staat der Nederlanden. Het bevat 32 zwart-wit foto's uit de periode 1877-1889 van in Duitsland geplaatste pantserkoepels en -galerijen. Een aantal daarvan zijn gelijk aan wat er later in Nederland is geplaatst, zo zijn er foto's van de bouw van een pantsergalerij zoals op Fort bij IJmuiden en een koepel zoals op Fort aan het Pampus.

Twee andere mappen met foto's tonen "Schiessversuch" (schietproef) door H. Gruson in 1883. Ook deze mappen zullen een relatiegeschenk aan de Nederlandse Genie zijn geweest, om te laten zien wat de kwaliteit van hun producten was. Ze geven een beeld van de indrukwekkende proefopstellingen van Grusonwerk in Duitsland en van de geringe schade aan koepels door er met geschut van verschillend groot kaliber op te schieten. De fabriek was gevestigd in Magdeburg-Buckau en er was een schietterrein bij Tangerhütte. Het is me niet bekend waar het schietterrein precies was en of er nog restanten zijn te vinden.

Een kar met een fotoalbum van Grusonwerk in het depot van het Nationaal Archief.Een stuk minder indrukwekkend zijn de schietproeven die in Nederland in de duinen bij Schoorl zijn uitgevoerd, waar niet op staal werd geschoten maar op baksteen en beton. Een van de mappen bevat maar liefst 26 foto's uit 1892, met beelden van het kamp, de schietdoelen en de schade.
Daarvan waren mij slechts zes foto's bekend, uit een foto-album uit 1916. Dat foto-album moest ook in dit archief zitten, maar lag niet op de plek die in de administratie stond genoteerd. Het werd later gevonden en bij een extra bezoek alsnog ingezien en alle pagina's gefotografeerd. Ook dat kan gebeuren als je met archieven te maken hebt.

De verslagen en plattegronden zijn doorgenomen, maar daarvan waren eerder al scans gezien. Rob Boer† had deze stukken al geraadpleegd, gedeeld en gebruikt voor twee goede artikelen voor het tijdschrift van de Cultuurhistorische Vereniging Scoronlo te Schoorl in 2004 en 2005. Maar het bleek goed én leuk om met de eigen kennis en andere doelgroep naar het materiaal te kijken.

Er kan een apart boek of website over de schietproeven geschreven worden, maar meer details op deze website zou te ver gaan. Elk schot en inslag werd individueel genoteerd met de afmetingen van de inslagkrater en beschrijvingen van de schade aan de doelen.

Hier beperken we ons tot een aantal interessante zaken uit het eindverslag van 11 november 1892 dat bestaat uit twee delen. In totaal zijn het 58 pagina's waarvan één helft, in goed leesbaar handschrift, is beschreven. Het artilleristische-deel is waarschijnlijk geschreven door Eerste-Luitenant Jacob Vervloet (*1861) van het 1e Regiment Vesting-Artillerie (Utrecht) en tijdelijk algemeen commandant van de troepen bij Schoorl. Het genie-deel is met zekerheid door Eerste-Luitenant Johannes Stephanus Bax (1863-1899) van het Korps Genietroepen geschreven, met een onbekend tweede persoon wat blijkt uit de verschillende opinies.

Vanuit het artilleristisch oogpunt waren dit de doelen van de schietproeven op betonnen en bakstenen gebouwen:
"1e. om tot bomvrije samenstelling van gebouwen te komen,
2e. begin van onderzoek invoering brisantgranaten."

Vanuit de Genie werd punt 1 uitgesplitst in:
"1e. Hoe moeten de gebouwen in de nieuw te bouwen forten worden gemaakt?
2e. Hoe moeten de bestaande constructiën worden verbeterd?
3e. Welk materiaal zal voor beide moeten gebruikt worden?"
"4e. [...] een oordeel te krijgen omtrent de uitwerking in grond van projectielen met brisante ladingen [...], omtrent de waarde van verschillende soorten van hindernissen [...] en den weerstand van gewalst ijzeren platen, 10 c.M. dik, enz."

Overzicht van he tentenkamp voor het personeel voor de schietproeven bij Schoorl.Op 1 juni 1892 begonnen de proeven die ruim een maand zouden duren. Ook het jaar eerder hadden proeven plaatsgevonden. De schietdoelen waren in 1890 gebouwd zodat het nu om beton van twee jaar oud ging. Uit het verslag blijkt dat men zich bewust was dat beton in de loop der tijd verder verhard en sterker zou worden. De uitwerkingen van exercitie (dummy's) en niet gesprongen 21 cm. granaten (dus alleen de massa en geen explosie) op beton waren vrijwel hetzelfde als wel gesprongen granaten (wel explosie).

Daaruit werd geconcludeerd dat beton goed bestand was tegen deze "springgranaten" en de explosieve lading weinig verschil maakte. De gesprongen granaten hadden wel een grote scherfwerking en beschadigden de omliggende doelen, zoals ook op de foto's is te zien. Scherven werden tot op 1200-1300 meter afstand gevonden. Van granaten die in zee geschoten werden, bleek de scherfwerking geheel door het water gedempt te worden, dat zou ook voor de fortgrachten moeten gelden.

De scherven, weggeworpen beton en gassen "zoude alle actie in den omtrek der bomvrije gebouwen hebben verlamd". Uit dierproeven bleek dat die gassen niet zo slecht voor de gezondheid waren: "Konijnen, in de gebouwen geplaatst tijdens het vuren en het opleggen, gevoelde blijkbaar weinig hinder van de groote hoeveelheid nadeelige gassen, die gedurende geruimen tijd in den omtrek der gebouwen bleven hangen."
Dit roept zoveel vragen op! Kwamen de konijnen uit de duinen van Schoorl? Zijn ze na de proeven door de officieren van de Commissie van Proefneming geproefd? Gaat hierover in de Tweede Kamer een motie ingediend worden om de regering te vragen alsnog excuus aan te bieden voor het dierenleed?

Over de volgorde van type granaten, doelen en tussentijdse aanpassingen aan de doelen en gronddekkingen was vooraf goed nagedacht. Op basis van de waarnemingen kon daar wel van afgeweken worden, bijvoorbeeld om nutteloos gebruik van granaten te voorkomen. Mochten doelen niet goed geraakt zijn, dan kon met op de gebouwen gelegde granaten alsnog een indicatie van de effecten gekregen worden. Deze oplegproeven begonnen op 30 juni en de Minister van Oorlog August Lodewijk Willem Seijffardt (1840-1909) bracht toen een bezoek. Na tien dagen waren die proeven voltooid en keerden de officieren van de Commissie van Proefneming naar hun garnizoenen terug.

Schade door een 15 cM. granaat op het bakstenen gebouw.Naast het sterker wordende beton dacht men ook op andere wijze aan de toekomstbestendigheid van de bevindingen: "In verband met wellicht nieuwe vindingen op het gebied der Artillerie techniek [...] kan men rekenen voorloopig een genoegzaam groote zekerheidscoëfficient te hebben, wanneer men met het ook op het tegenwoordig te verwachten vuur de gebouwen voorziet van dekkingen als de hierbedoelde." Een dakdikte van 1,7 tot 2,0 meter was overgedimensioneerd en tijdens de proeven ruim voldoende gebleken, zodat het ook toekomstige hardere en herhaalde klappen moest kunnen incasseren.

De schietdoelen waren van verschillende materialen, samenstelling en dikte, een extra betondekking en eventueel ijzeren plafondbekleding. De conclusies waren navenant gedetailleerd en complex, met veel mitsen en maren. Zie de pagina over de schietdoelen voor een opsomming van de gebouwen en de belangrijkste conclusies. De conclusie van het eerste en belangrijkste doel "om tot bomvrije samenstelling van gebouwen te komen" was eenvoudig: beton in de beste samenstelling en de gekozen dikten, was vrijwel onaantastbaar voor de brisantgranaat.

De bakstenen gebouwen waren niet bomvrij, omdat ze heel kwetsbaar voor de brisantgranaat waren. Het met een betonmantel versterken van bestaande bakstenen bouwwerken verbeterde de bomvrijheid zeer. Maar "de uitvoering van een dergelijke mantelvormige dekking had evenwel zooveel bezwaren, dat men deze wijze van verbeteren voor de practijk, om op groote schaal toe te passen, niet durft aan te raden". Die aanpassing zou zoveel beton en een kostbare fundering vereisen, dat er op gelet moest worden dat het "niet duurder zal worden dan het afbreken van de remise en het maken van een nieuw gebouwtje".

Voor zover mij bekend zijn er geen bakstenen gebouwen versterkt of vervangen. Je kan dan concluderen dat de gebouwen in bijvoorbeeld de Nieuwe Hollandse Waterlinie vanaf 1885 waardeloos waren en nog slechts als indrukwekkende façade aan de neutraliteit en afschrikking bijdroegen, waar de politiek in bleef geloven. Je kan je zelfs afvragen of die forten in de Meidagen van 1940 nog enige waarde hadden en de accessen hadden kunnen verdedigen of dat die waterlinie een gatenkaas was. Voor deze proeven waren er twee moderniseringen in de NHWL met nieuwbouw geweest, daarna eigenlijk niet meer. De StvA zou in 1907 de taak als hoofdstelling overnemen van de NHWL.

Schets van een bakstenen remise, versterkt met een mantel van beton.Zelfs over het duinzand werden conclusies getrokken. Zo werd geconstateerd dat de trechters van vijf schoten "vulden elkander, zoodat na het vuur de gronddekking weinig verandering had ondergaan". Ook lijkt het zand goed om granaten te smoren voordat ze op baksteen of beton stuiten, "dat de weerstand van ons Nederlandsch duinzand tegen dergelijk vuur enorm is". De suggestie werd gedaan om Schoorls duinzand voor het noordwestelijk front van de StvA te gebruiken, inclusief een voorstel voor transport over het Noord-Hollandskanaal. En "ook zand van IJmuiden wordt door de Inspecteur der Artillerie aanbevolen". En zo geschiedde.

Interessant was dat ook 'rabatten' aan bod kwamen. Bij kleding is een rabat een halskraag en in de bouwkunde een afwijkende rand aan de voet van een gebouw. In de vestingbouwkunde is het een rand beton langs de bomvrije gebouwen, behalve bij keelkazematten op zand gestort. Het verslag noemde de aanbevolen afmetingen en de functie ervan: "rabatten, dik 1,5 M., van hardsteenslagbeton als bescherming tegen de mijnwerking van dicht voor het gebouw inslaande springgranaten". Later werd cementbeton aanbevolen en een breedte van minimaal 1,5 meter.

Een steekproef met een aantal bouwtekeningen laat zien dat rabatten in de StvA zijn toegepast, maar er nogal veel verschillen zijn. Fort bij Vijfhuizen heeft alleen rabatten van 3 meter breed rond de hefkoepelgebouwen. Fort aan het Pampus heeft ook 3 meter brede rabatten rond het hele contrescarpgebouw langs de buitenkant van de droge gracht. Fort benoorden Purmerend, Fort bij Marken-Binnen en Fort bij Uithoorn hebben rabatten van 2 meter breed en 1 meter hoog langs hoofdgebouw, poterne en frontgebouw en ook 3 meter rond de hefkoepelgebouwen. Het een der laatst gebouwde Fort aan de Middenweg heeft geen rabatten langs de gebouwen, maar hun muren zijn bovenaan dikker dan beneden, alsof de rabatten ingebouwd zijn. En ook hier 3 meter rondom het enige hefkoepelgebouw. De oudste en nieuwste forten lijken alleen rabatten rond de hefkoepelgebouwen te hebben, de middengroep heeft ook elders rabatten maar met enige variatie.

Een deel van de schietdoelen zou nog onder het duinzand aanwezig zijn... In brokstukken of in grotere delen. En met de metaaldetector zouden ook nog wat scherven gevonden moeten kunnen worden. De gemeente Bergen heeft destijds de locatie als archeologisch interessant gemarkeerd. Maar een onderzoek heeft helaas nog niet plaats gevonden.

Schietdoelen bij Schoorl
'Isolatoren in de duinen' in Nieuwsbrief 557 (2025)
'Rabat' in de Terminologie (Nieuw)

 

Aanvullingen op eerdere nieuwsbrieven

Tekst en foto's: René Ros
Met dank aan: Jan van Tongeren (Den Helder).

Er zijn korte aanvullende teksten toegevoegd aan drie artikelen, die eerder in deze nieuwsbrief verschenen, vanwege nieuw gevonden informatie. Deze recente toevoegingen worden in dit artikel gedeeld en bekend gemaakt.

Personeel DGBR

Naar aanleiding van het raadplegen van een personeelsdossier van het Directoraat-Generaal Bijzondere Rechtspleging in het Nationaal Archief, is deze tekst apart toegevoegd aan een eerder artikel in de thema-nieuwsbrief over de in Fort bij Spijkerboor gevangen gezeten Forrer:

Er was een kunsthandel Leffelaar aan de Groote Markt (1945) en Wagenweg 102 (1946) in Haarlem. Er is ook een Cornelis Frederik Leffelaar (1900-1978) bekend, die heeft gewerkt bij de Politieke Opsporingsdienst (P.O.D.). Het is niet bekend of en hoe de kunsthandel en de persoon met elkaar verband houden.

'Gevangene in Nederland' in Nieuwsbrief 541, thema 'De schilder van Spijkerboor (2024)'

Remise in liniewal

De remise van Batterij 2 in de liniewal ten zuiden van Den Helder.In Nieuwsbrief 551 was, naar aanleiding van archiefstukken in het Noord-Hollands Archief, onder andere geschreven:

"Uit een vergelijking met de gebouwen van Fort bij Abcoude, dat in 1885 in aanbouw was, komen de gegeven afmetingen van de ruimten overeen met de wachtgebouw-remises. Het plan voor Fort bezuiden Spaarndam was om het hetzelfde te bouwen als op Fort bij Abcoude. Dat is niets nieuws, maar wel dat er ook twee van dergelijke gebouwen los in de liniewal [bij Spaarndam] hadden moeten komen. Je vraagt je toch af hoe dat er nu uit zou hebben gezien."

Bij een bezoek aan de Stelling van Den Helder werden twee remises in de gedekte weg tussen Fort Erfprins en Fort Dirks Admiraal gezien die, alhoewel vervallen en met een andere indeling, sterk op de gebouwen van Fort bij Abcoude lijken. Er waren drie batterijen in de liniewal die allen een dergelijke remise hadden en vielen onder het contract "Verbeteren van de forten Oost- en Westoever en Dirks-Admiraal en van de linie aan de landzijde in de stelling van Den Helder" (1880-1882). Van de bijbehorende geschutsemplacementen aan weerszijden (2 x 4) is weinig tot niets meer te herkennen.

Er zijn meer plannen niet dan wel uitgevoerd en het is onbegonnen werk om ook de niet uitgevoerde plannen alle aandacht te geven. Maar als de remises in de Liniewal bewesten Spaarndam waren gebouwd, dan hadden ze er uit moeten zien zoals die in Den Helder.

'Archieven van vijf polderbesturen' in Nieuwsbrief 551 (2025)

De in de Schoorlse duinen gevonden isolatoren.Schoorlse isolatoren

Naar aanleiding van het inzien van een archief met stukken over de Schietdoelen bij Schoorl, is deze tekst apart toegevoegd aan een eerder artikel over de aldaar gevonden isolatoren:

Uit een foto van het tijdelijke houten Militair Telegraafkantoor dat bij de schietdoelen was gebouwd blijkt dat, alhoewel het een zwart-wit foto is, de daar gebruikte isolatoren een witte kleur hadden. Op twee foto's van het tentenkamp zijn palen te zien maar witte of donkere isolatoren zijn niet te herkennen.

Op basis daarvan is het onwaarschijnlijk dat deze isolatoren daarvan afkomstig zijn en waarschijnlijker dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gebruikt. Ware het niet dat de vinder zou hebben gezegd dat hij ze vóór de Tweede Wereldoorlog had gevonden, mogelijk in de jaren 1920, en hergebruikt voor zijn eigen schuur. De onzekerheid over de herkomst van de isolatoren is er niet minder door geworden. (NL-HaNA 4.OMM, inv.nr. 2861)

'Isolatoren in de duinen' in Nieuwsbrief 557 (2025)

 

Nieuw boek 'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' (H)

Tekst: Alexander Senger en René Ros.

In het voorwoord stelt militair historicus en emeritus hoogleraar Wim Klinkert, dat het nieuwe boek 'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' een fraai inzicht geeft in het ontstaan, opbouw en functioneren van de Stelling van Amsterdam.

BESTEL NU SNEL VOOR DE KERST!!!

Kaft van Kennismaken met de Stelling van Amsterdam.En zo is het ook precies bedoeld. Niet de individuele forten staan in de schijnwerpers, maar de Stelling van Amsterdam als militair afschrikwekkend systeem; een slimme combinatie van ondoorwaadbaar water, op de zwakke plekken beschermd door 'bewapend' betonnen verdedigingswerken, rondom de Nederlandse hoofdstad. Nergens anders in de wereld is dit principe zo effectief toegepast.

Maar hoe werkte dat systeem van inundaties en forten, hoe is het gebouwd en welke voorzieningen waren nodig om het daarbinnen zo'n negen maanden uit te houden? Hoe is het de Stelling in de Eerste en Tweede Wereldoorlog vergaan en hoe was het leven op de forten? Dat zijn enkele vragen die dit boek wil beantwoorden.

En tenslotte kijken we ook naar de huidige en toekomstige waarde van deze unieke verdedigingsgordel; wat hebben we tegenwoordig aan de forten, liniewallen, wegen en de polders waaruit de Stelling bestaat. De Stelling van Amsterdam is sinds 1996 UNESCO Werelderfgoed en het meer dan waard om in goede staat door te geven aan de volgende generaties.

Review: Zeker aan te bevelen, een mooi en makkelijk te lezen boek over de Stelling van Amsterdam, het is gelukt om een onderwerp waar al veel over is geschreven toch weer vernieuwend te maken. Mooie prijs kwaliteit verhouding, alsook de mix tussen oude en recente foto's.

Thema 'Boek Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' in Nieuwsbrief 561 (2025)
Kennismaken met de Stelling van Amsterdam
Introduction to the Defence Line of Amsterdam
Einführung in die Verteidigungslinie von Amsterdam

 

Luchtdichte waterdruk

Tekst: Peter Huisman, René Ros.
Foto's: René Ros.

Hoe de drinkwatervoorziening in de forten werkte is wel algemeen bekend. Maar we staan er niet altijd bij stil hoe ervoor werd gezorgd dat er voldoende waterdruk op de kranen boven de tuimelkommen stond. Zodat de soldaten niet een pisstraaltje hadden om de scheerkwast schoon te spoelen. Werktuigbouwkundige Peter Huisman geeft zijn zienswijze hierop en de nog aanwezige onderdelen van het drinkwatersysteem lijken dat te ondersteunen.

Een waterreservoir aan het plafond van een lokaal in de bomvrije kazerne van Fort bij Uithoorn.Veel mensen hebben het idee dat de plafondreservoirs in de fortgebouwen voldoende waterdruk leveren om de vele kranen van water te voorzien. Dit is een natuurkundig misverstand. Kranen in de afvoerleiding vanuit de plafondreservoirs als badkuip, stortbak of watertorentje, geven nauwelijks waterdruk. Net als dat je een tuinslang aan de afvoeren van badkuip, regenton of zwembad kan proberen te koppelen, maar de tuin sproeien zal niet lukken.

Het is niet de hoeveelheid water, maar de waterhoogte die de waterdruk bepaald. Een kwikkolom van 76 cm of waterkolom van 10 meter geeft 1 atmosfeer (Bar) waterdruk. Pas 3 Bar (30 meter waterhoogte) en hoger is voldoende waterdruk om voor meerdere waterkranen een goede opbrengst te realiseren. Vandaar ook de hoogte van de watertorens in de civiele drinkwaternetten. Waterleidingbedrijven moeten wettelijk minimaal 1,5 Bar op de aansluiting leveren, maar leveren met haar pompen meestal 2 Bar.

Door water vanuit een waterkelder naar een luchtdicht waterreservoir (of tank) te pompen ontwikkelt men waterdruk. Omdat de plafondreservoirs op het hoogste punt in het watersysteem hangen, vormt zich daar een luchtbel die niet verdwijnt. De luchtbel in het reservoir wordt gecomprimeerd, waarbij de Wet van Boyle geldt: de druk is omgekeerd evenredig aan het volume. Als het reservoir voor 75% met water is gevuld, geeft het 4 Bar waterdruk op de afvoerleiding en een lagere waterdruk bij minder water.

Leidingen, kranen en bladen in een waslokaal in de bomvrije kazerne van Fort Waver-Amstel.De afvoerleiding, aan de onderzijde van het reservoir, is daarmee een persleiding geworden. De term persleiding wordt gebruikt op nog aanwezige bordjes aan de leidingen, zoals op Fort aan de Middenweg. Fort aan het Pampus had, ook vanwege haar stoommachine, een reservoir van 80.000 liter, maar meestal zie je op de forten twee grote reservoirs aan het plafond van twee lokalen en een kleine in het frontgebouw. Kleine reservoirs nabij de privaten en waslokalen komen ook voor, zoals Fort bij Marken-Binnen.

Het waterreservoir functioneerde dan niet gewoon als opslag van water, maar was getransformeerd tot een accumulator waarin energie is opgeslagen. De werking van een dergelijk drukvat was in de 17e eeuw al bekend. Jan van der Heijden demonstreerde zijn brandspuit in 1677 en vroeg patent aan op zijn drukvat. Ook een hedendaagse centrale verwarmingsinstallatie heeft iets dergelijks, dat een expansievat wordt genoemd.

De vreemde handpomp met aparte waterleiding in een waslokaal in het bomvrije gebouw van Fort bij Spijkerboor.Forten waarvan de bomvrije gebouwen vanaf 1904 zijn gebouwd, zijn voorzien van dergelijke 'druktanks', kranen en tuimelkommen. Oudere forten hebben alleen waterkelders, veilig onder de vloer van de bomvrije gebouwen, met handpompen in de keuken, in waslokalen en buiten tegen de gevel. Op Fort bij Spijkerboor is recent een handpomp met moderne roestvrij stalen bouten verkeerd om gemonteerd, vermoedelijk omdat men dacht dat dat zo hoorde. Terwijl een originele leiding met kraan, vanaf het reservoir boven de naastgelegen privaat- en waslokalen, er gewoon nog hangt.

Er is helaas geen enkele werkende installatie bekend en vaak ontbreken de leidingen. Wat zou het mooi zijn om het in werking te zien en de hier genoemde methode in de praktijk te bewijzen. Wel kan je aan de reservoirs zien dat de bovenzijde dicht is (of was). Alle kranen zouden er op los moeten spuiten.

Let bij een volgend bezoek aan een fort met reservoirs er maar eens op. En kijk eens naar de details van de reservoirs en mogelijk de aanwezige verdeelkranen, zoals op Fort bij Edam, Fort aan de Middenweg, Fort bij Uithoorn en Fort Waver-Amstel. Wie weet er nog meer forten met een goed bewaard waterleidingsysteem?

Fort bij Edam
Fort aan de Middenweg
Fort Waver-Amstel
Fort bij Uithoorn
Technisch Voorschrift betreffende de bewoning van het Fort aan de Drecht

 

Aanwinsten 2025 (4/4)

Tekst: René Ros.
Foto's/scans: collectie Doc.centrum Stelling van Amsterdam.
Met dank aan: Ron Erhardt†, Harm Jan Luth-Mulders (Stadsarchief Vlaardingen) en diverse particuliere schenkers en verkopers.

Ook in 2025 zijn er vele schenkingen of aankopen geweest, in de hoop dat er een verhaal of in ieder geval informatie uit het materiaal gehaald kon worden. Soms lukt het niet er een verhaal uit te krijgen en is het bijvoorbeeld niet meer dan een leuke briefkaart. In andere gevallen kan de persoon geïdentificeerd worden, de herkomst van een voorwerp achterhaald worden of een relatie met een fort of ander gebouw gelegd worden. Met een serie artikelen in de laatste nieuwsbrieven van 2025, komen de verwervingen aan bod waar wat over te vertellen is.

Bootdienst op de ringvaart bij Aalsmeer.Fort bij Aalsmeer

Een prentbriefkaart "Ringdijk bij AALSMEER", gestempeld op 10 maart 1915, toont geen fort of de bijbehorende klapbrug, maar een bootdienst en twee jongetjes op de oever. Op de achterzijde is te zien dat het was verzonden door een Korporaal N. van der Vlis op Fort bij Aalsmeer. Hij liet aan moeder (weduwe) en broer weten dat hij de volgende maandag rond 6 uur N.M. thuis in Vlaardingen aan zou komen.

Helaas zijn de bevolkingsregister en de militieregisters van Vlaardingen nog niet digitaal beschikbaar. Een medewerker van het Stadsarchief Vlaardingen hielp met het achterhalen van Nicolaas van der Vlis en zijn familie in het bevolkingsregister. Voor het militieregister toog ik zelf naar het Nationaal Archief, met de ervaring van een eerdere raadpleging in hetzelfde papieren archief.

Zijn vader was in 1914 overleden - dat komt overeen met "weduwe" - en in 1913 was hij naar het 2e Regiment Vestingartillerie overgeplaatst. Bij de mobilisatie was hij in onderhoud van de 4e compagnie van het 24e Bataljon Landweer Infanterie dat volgens de bezettingsstaat op Fort bij Aalsmeer en Fort bij Kudelstaart was gelegerd. Dat komt dus heel mooi en met grote zekerheid met elkaar overeen. Vanaf augustus 1916 zat bij bij de artillerie buiten de forten van de groepen Edam, Purmerend of Wormerveer. Hij ging in november 1916 met onbepaald klein verlof en werd in oktober 1919 formeel gedemobiliseerd.

Allemaal heel leuk, maar nog leuker is dat de naam Van der Vlis op Fort bij Aalsmeer ons al bekend was. En met een grote zekerheid dat het om dezelfde persoon gaat. Hoe toevallig is dat? Nou, het overkomt me vaker dan dat er een prijs op mijn staatslot valt! Hij moet de 1ste Bas bij het concert op 26 maart 1915 van de Zangvereeniging "Fort Aalsmeer" zijn, zoals genoemd in de eerder verworven stukken van infanterist en mede-koorlid Johannes Cornelis Bakker. (NL-WpDStvA-C16767)

Aanplakbiljet met Kennisgeving over schietoefeningen.Schietoefeningen

Nieuw zijn ook twee brieven/berichten uit 1913 over twee verschillende schietoefeningen met zwaar kaliber geschut vanaf Fort bij IJmuiden. Deze waren door het "provinciaal bestuur van Gelderland" uitgegeven, vermoedelijk verspreidde elke provincie dergelijke berichten aan de scheepvaart over schietoefeningen in heel het land. We hadden sinds vorig jaar al een soortgelijke brief over Fort aan het Pampus van het "provinciaal bestuur van Noordholland". En al veel langer een affiche (30x42 cm) uit 1915 van de "gemeente Amsterdam", ook over Fort aan het Pampus (zie foto links).

Over schietoefeningen was ons sinds de pilot-versie van Delpher (historisch krantenarchief van de Koninklijke Bibliotheek) al het een en ander bekend. Wijlen Ron Erhardt had er in 2006 een aparte lijst van gemaakt. Die lijst is in de database als gebeurtenissen geïmporteerd en de schietoefeningen van de vier documenten aan toegevoegd. En ook zelf heb ik een zoekactie voor een paar specifieke jaren gedaan en veel schietoefeningen kunnen achterhalen. En wel van alle pantserforten en Fort bij Pannerden, maar ook een paar vanaf Fort bij Spijkerboor, Fort bij Velsen en de Kustbatterij bij Diemerdam.

Momenteel zitten er 197 schietoefeningen in de database, maar het zijn er nog te weinig om patronen te herkennen of forten met elkaar te vergelijken. Maar liefst 77 gaan over Fort aan het Pampus, waar van mei tot en met november ongeveer eens per maand oefeningen met het lichte 6 cm. geschut waren. En eenmaal per jaar, eind augustus - begin september, met het zware 24 cm geschut. Dit moet op een of andere manier overeenkomen met de nieuwe lichtingen van het Korps Pantserfort Artillerie. De oefeningen met zwaar geschut vonden in aansluitende weken bij de pantserforten plaats, alsof de korpsstaf bij elke oefening aanwezig wilde zijn. (NL-WpDStvA-C16780 en NL-WpDStvA-C16781)

Wie vindt het leuk om verder in Delpher te zoeken zodat er meer schietoefeningen op de lijst komen en we praktisch bewijs hebben voor de theoretische kennis over het oefenen op vooral de pantserforten. De praktijk leert dat het handiger is om naar alle schietoefeningen te zoeken dan van één fort. Iemand?

Collectie Inventaris
Thema 'Forten in digitale kranten' in Nieuwsbrief 250 (2006)
'De zingende Bakker?' in Nieuwsbrief 536 (2024)
Delpher

 

Noord-Hollands Archief: het restjes-archief

Tekst: René Ros.
Foto's: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam.
Met dank aan: Joost van Koutrik (Het Utrechts Archief).
Bron: Noord-Hollands Archief, 320 Diverse genieonderdelen met betrekking tot de provincie Noord-Holland, 1837-1958.

Hoe graag je het ook goed wilt ordenen, er is altijd wel ergens een zootje van gemaakt en op zijn best leidt dat tot een geordend rommelhoekje. Er zijn archieven die bij elkaar geraapt zijn, waarvan de stukken onder normale omstandigheden netjes in andere archieven waren terechtgekomen. Daarom bestaat er een klein, apart archief van stukken die zijn geproduceerd door de Dienst der Genie in Noord-Holland, waaronder het 2e Genie-commandement in Amsterdam en de Eerstaanwezendschappen.

IEen groot genie-register in het Noord-Hollands Archief.n 1985 werd het archief van de 2e of Oostelijke Directie van Fortificatiën door het Rijksarchief te Groningen uitgeleend aan het toenmalige Centraal Archieven Depot (nu afdeling Semi-Statische Archiefdiensten, SSA) van het Ministerie van Defensie. Daar werd het in 1987 bewerkt en materiaal dat er niet toe behoorde werd afgescheiden. Niet bekend is of er toen materiaal vernietigd is.
Die afgescheiden stukken werden vervolgens zelf midden jaren 1990 (1993-1994) bewerkt en als aanvulling op die van de Dienst der Genie in Noord-Holland aan het Noord-Hollands Archief overgedragen. Het bevat 64 inventarisnummers op 5 meter plank, met allerlei dossiers maar ook zogenoemde registers.

Dossiers zoals 'Garnizoensboek voor de Vesting Naarden en Forten aan de Vecht' en 'Ingekomen en minuten van uitgaande stukken inzake de grensafbakening van militaire rijksgronden rond het fort Uitermeer'. Oftewel "Delimitatie militaire gronden" waartoe ook het plaatsen van grenspalen behoorde.
De stukken betreffende grensbeschrijvingen van diverse militaire bouwwerken zijn doorgenomen. Een van de bouwwerken is het 'Fort bezuiden Uithoorn' waarbij uit een tekening blijkt dat het om Fort bij Uithoorn gaat. Dit is van belang vanwege de sleutelhanger met 'Fort bezuiden Uithoorn' als tekst, zoals genoemd in Nieuwsbrief 559.

Registers zijn grote boekwerken met kaarten (zie foto rechts) waarin de Genie de hele geschiedenis van een bouwwerk in detail heeft beschreven; van onteigening van de gronden tot, indien van toepassing, de laatste oplevering van de bomvrije gebouwen. Een aantal registers zijn zeker al in het archief '2e Genie Commandement te Amsterdam' te vinden, maar een aantal ongetwijfeld niet. De registers die ingezien mochten worden, waren in matige staat en andere registers zijn er zo slecht aan toe dat ze niet ingezien kunnen worden.

Plattegrond van het Fort bij Heemstede.De registers van Spaarndam tot en met Aalsmeer zijn ingezien maar er waren weinig bijzondere bijzonderheden. Wel was er een mooie plattegrond van het Fort bij Heemstede (later Voorpositie bij Cruquius, zie foto links) en het plan voor de fundering van de geplande verdedigbare toren. In de bijbehorende tekst staat dat de borstwering en de ovalen houten fundering in 1847-1848 zijn aangelegd. En in 1861 was de keet vervangen, ten voordele van fortwachter Fraikin, door een woning welke in 1927 nog bestond.

Een andere map bevat de registers in vooral de sector Zaandam, met die van het Groepsdepot Westzaan no. 1 (bekend als Munitiemagazijn bij de Nieuwendijk) en van Groepsdepot Westzaan no. 2 (idem Munitiemagazijn bij de Steenen Paal). Voor beide munitiemagazijnen wordt een gelijke functie ervan genoemd:
"Het bomvrije munitiemagazijn is bestemd tot berging van 2000 gevulde projectielen van 15 c.M. [...] en 6250 K.G. in buskruit kisten van 100 K.G. De loods is bestemd tot oplegging van Artillerie-materieel, terwijl de woning dient tot huisvesting van een conducteur der Artillerie of van een magazijnsknecht".

Wat is hiervan te leren?
1. Het werd geen (bus)kruitmagazijn maar munitiemagazijn genoemd,
2. De munitie was bestemd voor geschut buiten de forten in de groep Westzaan omdat daar 15 cm geschut op vier nevenbatterijen zou staan. En niet in de forten (behalve Fort bij Velsen) waar magazijnruimte was voor de eigen 6, 7 en/of 10 cm. munitie,
3. Het geschut waarvoor de projectielen bestemd waren, moet in vredestijd in de bijbehorende loodsen hebben gestaan.

Niet alle stukken kunnen ingezien en volledig gelezen worden, zodat een kans bestaat dat relevante en leuke informatie over het hoofd is gezien. Er moet echter een beperking zijn in de gedetailleerdheid van de informatie die gepubliceerd wordt. Maar het raadplegen is ook bedoeld om met eigen aantekeningen de archiefbeschrijvingen aan te vullen, zodat alle relevante archiefstukken gevonden kunnen worden als er vragen over zijn.

Fort bij Uithoorn
Voorpositie bij Cruquius
Groepsdepot Westzaan no. 1
Groepsdepot Westzaan no. 2
Artillerie buiten de forten in de Groep Westzaan
'Aanwinsten 2025 (1/4)' in Nieuwsbrief 559

 

Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. Abonnementen kunnen in uitzonderlijke situaties zonder informeren en/of zonder opgaaf van redenen geweigerd of beëindigd worden. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven.

Stelling van Amsterdam op Bluesky Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
FMTraining - Trainingen en cursussen voor gebruikers en ontwikkelaars van FileMaker (Advertentie)
 
 
 
ReneRos.biz voor ontwikkeling, advies & expertise en opleidingen voor Filemaker database-toepassingen. (Advertentie)