Koningin Wilhelmina |
Naam voluit: |
Wilhelmina Helena Pauline Maria van Oranje Nassau, |
||
Geboren: |
31 augustus 1880, Den Haag (Zuid-Holland) |
||
Overleden: |
28 november 1962, Apeldoorn (Gelderland) |
||
Levensloop: |
Hare Majesteit Koningin Wilhelmina werd in 1880 geboren in Paleis Noordeinde in Den Haag. Haar vader was Koning Willem III (1813-1890) en de moeder was zijn tweede vrouw: Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, prinses van Waldeck en Pyrmont (1858-1934). Op 31 augustus 1889 vond de eerste Prinsessedag plaats, wat later Koninginnedag zou worden.
Op 6 september 1898 werd Prinses Wilhelmina in Amsterdam ingehuldigd als koningin. Ze trouwde drie jaar later, op 7 februari 1901, met hertog Hendrik van Mecklenburg - Schwerin (geboren Schwerin 19 april 1876). Na enkele miskramen werd op 30 april 1909 hun enige kind geboren: Prinses Juliana. De opluchting van het hebben van een troonopvolger was bij regering en volk groot. |
||
Omdat bij buitenlandse zaken en defensie nog veel oude gebruiken golden had het staatshoofd meer macht en eigen invloed dan op andere beleidsterreinen. Commandanten van 'Hare Majesteits' marineschepen rapporteerden nog rechtstreeks aan de koningin. De voormalige minister van Oorlog Den Beer Poortugael, generaal C.J. Snijders en minister van Oorlog H. Colijn waren belangrijke adviseurs en vertrouwelingen. De Koningin was zeer bezorgd om de staat van de levende (soldaten) en dode weermiddelen (vestingwerken) van het Nederlandse Leger. Gedurende de Eerste Wereldoorlog was ze sterk betrokken bij de Landsverdediging en bracht ze veel werkbezoeken aan de gemobiliseerde soldaten. Zoals aan een kampement bij Bennebroek waaraan nog een monument herinnerd.
Begin 1940 bestonden er plannen om de koningin en het kabinet in een aantal forten onder te brengen tijdens de gevechtshandelingen na een Duitse inval. In werkelijkheid moesten zij al enkele dagen na de inval evacueren naar Engeland en vormden een regering in ballingschap. Op 4 september 1948 deed Koningin Wilhelmina afstand van de troon ten gunste van haar dochter Prinses Juliana. Ze leefde daarna een teruggetrokken leven op Paleis Het Loo bij Apeldoorn waar zij op 28 november 1962 overleed. Ze werd tien dagen later in Delft begraven. Zie ook Het Koninklijk Huis. |
|||
Bron: |
Boek "Wilhelmina. De jonge koningin." van Cees Fasseur. |