Fortwachter Algra |
Naam voluit: |
Hendrik Algra (Hendrik) |
||||
Geboren: |
11 april 1900, Wirdum (Friesland) |
||||
Overleden: |
23 november 1945, Hinderdam (Noord-Holland) |
||||
Levensloop: |
Sijmen Hendrik Algra en Aagje IJkema werden op 11 april 1900 de trotse ouders van een jongetje, Hendrik Algra. Hij zou het vierde kind van in totaal negen worden. Bij het bereiken van de dienstplichtige leeftijd werd Hendrik op 19 januari 1920 ingelijfd bij het 9de Regiment Infanterie. Op 5 maart kwam hij in dienst bij de administratietroepen. Daarnaast werd hij op 1 december buitengewoon vrijwilliger bij het Landstormkorps "Den IJssel (en Vollenhove)". Op 12 oktober 1921 ging Hendrik een vast dienstverband van zes jaar aan bij de Koninklijke Marechaussee. Destijds verzorgde de Marechaussee de gewone politiediensten buiten de grote steden.
In Apeldoorn had hij Lammerdina (Dien) Aikema, een dienstmeid, leren kennen. Ze trouwden op 24 februari 1925 en zouden uiteindelijk vier zoons en twee dochters krijgen. |
||||
Henrik Algra (derde rij, uiterst rechts?) op een groepsfoto met zijn collega's van de Marechaussee. Mogelijk bij een toegang van Paleis Soestdijk? | |||||
|
Hij ging terug naar het 9de Regiment Infanterie waar hij zijn dienstverband voltooide en op 16 januari 1926 het 'Onderscheidingsteeken zesjarige dienst' kreeg. Per 11 oktober 1927 ging hij met groot verlof. Hij volgde, vermoedelijk per 9 januari 1928, een opleiding en ging als 'hospitaal bediende' werken in het Militair Hospitaal in Utrecht. Het jonge gezin woonde in Zuilen en in De Bilt. In april 1938 betrok het gezin Algra de woning van het Fort Hinderdam op de zuidoever van de Vecht. Prachtig gelegen en met appelbomen en bessen omringd.
Met de mobilisatie van augustus 1939 werd luitenant van Dijk bij het gezin ingekwartierd. De andere manschappen waren vermoedelijk gelegerd in een houten barak op het fort. Alleen aan het begin en aan het eind van de bezetting zijn er Duitsers kort op het fort geweest. De kinderen bleven tot 1944 gewoon naar school in Nigtevecht lopen. De oorlog was wel dichtbij; ze zagen neerstortende vliegtuigen en een vluchtende onderduiker beschoten worden. Aan het eind van de oorlog hebben op het fort twee onderduikers gezeten, ene Meindersma en mogelijk zijn broer. Vermoedelijk probeerden zij aan de gedwongen Arbeidseinsatz te ontkomen. Net als de jongste zoon Herman, die thuis was ondergedoken. De oudste zoon Simon (Siem) was bang voor maatregelen en heeft wel in Duitsland gewerkt. In de Hongerwinter (1944-1945) kapte Hendrik enkele bomen op het fort, wegens gebrek aan kolen. Een buurvrouw klikte hierover tegen 'de opzichter'. Op 23 november 1945 werd Hendrik Algra levenloos in het bomvrije wachtgebouw van zijn fort gevonden. De weduwe en haar zes kinderen moesten de dienstwoning verlaten wat niet lukte door het woninggebrek.
De twee dochters hebben in september 2004, tijdens de eerste openstelling, het fort en de toen nog aanwezige woning bezocht: "Heel jammer dat het fort niet behouden is gebleven." |
||||
Bron: |
Mw. J. de Groot - Algra (dochter); uittreksel van het Ministerie van Defensie |
||||
Foto's: | idem met dank aan Anton Werner |