In de jaren 1930 werd besloten om vliegtuigen verspreidt te stationeren
op - geheime - plaatsen, de zogenoemde dislocatie.
Voor de Marineluchtvaartdienst
betekende dat dat de verkenningsvliegtuigen van het Marinevliegkamp
Schellingwoude maar vooral De Mok (Texel) elders werden gestationeerd.
De verkenningsvluchten boven zee en langs de kust werden dan vanaf
verschillende steunpunten gevlogen.
Zie Luchtvaart.
Van Marinesteunpunt Kudelstaart was niet voor 6 juli 1939 sprake maar Akersloot en Brasemermeer waren al in 1938 voorzien. In dat jaar werden al bommen, torpedo's en patronen naar de twee locaties verscheept. In ieder geval lag op 11 april 1938 al een groep van drie vliegtuigen Fokker C-VIII W op de Kagerplassen maar op 23 augustus werd die locatie niet meer genoemd. Toen ging naar de locaties Akersloot en Brasemermeer respectievelijk 18.600 en 31.900 liter brandstof. Op het Brasemermeer zijn dan drie Fokker T-VIII W vliegtuigen aanwezig.
Als op 24 november 1939 van neutraliteits- naar oorlogsopstelling wordt overgegaan is de verdeling over de verschillende locaties dan:
Groep | Locatie | Vliegtuigen | Pers. (ca.) | |
---|---|---|---|---|
Type | Aantal | |||
I |
Akersloot | C-XIV W | 3 |
12 |
II |
Brasemermeer | T-VIII W | 4 |
16 |
III |
Schellingwoude | C-XIV W | 3 |
12 |
IV |
Westeinderplas | C-VIII W | 3 |
12 |
V |
Westeinderplas | C-VIII W | 3 |
12 |
VII |
Akersloot | C-XIV W | 3 |
12 |
VIII |
Veere | C-XIV W | 3 |
12 |
De Mok c.q. Schellingwoude | C-VIII W (nevel) | 2 |
8 |
|
Totaal | 24 |
96 |
Vanwege ijsgang werd in december 1939 de dislocatie tijdelijk opgeheven en gingen de vliegtuigen terug naar de zoute wateren van De Mok (Texel) en Veere. Toen ook het zoute water was bevroren werden de patrouillevluchten tijdelijk door landvliegtuigen uitgevoerd. Pas na half maart 1940 keerden de vliegtuigen terug naar de steunpunten.
De (originele?) steiger van het
Marinevliegkamp Veere aan het Kanaal door Walcheren. (Foto: © René Ros, 2001) |
De huidige Joost Dourleinkazerne van de Mariniers aan de Mokbaai
op Texel, op de locatie van het Marinevliegkamp De Mok. (Foto: © René Ros, 2008) |
Tijdens de oorlogsdagen van mei 1940 werden door vliegtuigen van alle steunpunten opdrachten uitgevoerd en een aantal keer contact gemaakt met vijandelijke vliegtuigen.
Op 13 mei 1940 ontvingen alle steunpunten de opdracht om met zoveel mogelijk vliegtuigen en zoveel mogelijk personeel "naar het buitenland" te vliegen met als eerste bestemming Boulogne-sur-Mer in Frankrijk.
Na het uitvoeren van enkele verkenningsvluchten in Franse dienst vlogen alle vliegtuigen op 22 mei naar het Engelse RAF-watervliegveld Calshot bij Southampton. Op 27 mei waren in totaal 25 vliegtuigen met 63 personen in Engeland aangekomen.
De vier oude C-VIII W vliegtuigen werden op een verlaten vliegbasis bij Felixstowe gezet ter misleiding van Duitse bommenwerpers. Ze kwamen er aan een roemloos eind. De nieuwere T-VIII W's werden vooral vanaf Pembroke als onderdeel van het 320 Dutch squadron boven de Ierse zee ingezet, in totaal in 135 opdrachten. Maar in de herfst van 1940 werden de T-VIII W's naar Felixstowe gevlogen en aldaar in reserve gehouden. In de loop van 1941 werden ze gesloopt.
Met andere vliegtuigen bleven de vliegers en het grondpersoneel van de Nederlandse marinesteunpunten in het "320 Dutch squadron" de rest van de oorlog actief in Geallieerde dienst.