Sluit [X]   
 

© 2004-2024, René G.A. Ros

Onder water

De grote inlaatsluis van Droogmakerij De BeemsterWater is een belangrijk maar gewoon onderdeel van het leven in Nederland. Het is overal om ons heen en als er geen dijken zouden zijn, was er nog veel meer van. Dan zou er zoveel water zijn dat wonen, zelfs lopen onmogelijk zou zijn. En dat is precies waarom het land onder water gezet zou worden als er een vijandelijk leger in aantocht was.

Rond Amsterdam liggen vele polders en droogmakerijen die droog gehouden worden door dijken en gemalen. Een laag water van 20 tot 30 centimeter is voldoende zodat een mens niet meer door een polder kan komen. Lopen is onmogelijk door de sloten die niet meer te zien zijn. Maar met een boot varen is ook onmogelijk omdat het te ondiep is en allerlei obstakels onzichtbaar zijn. Het onder water zetten van een terrein wordt met een moeilijk woord 'inunderen' genoemd.

Zo zou het Fort aan de Middenweg eruit zien als de polder onder water is gezetSluizen

De polders kunnen behoorlijk snel onder water gezet worden. Als het regent is het stopzetten van de gemalen al voldoende. En de normale gemalen en sluizen kunnen ook water in de polder laten stromen. Om het water sneller in de polders te krijgen waren speciale inundatiesluizen nodig die tussen 1894 en 1897 zijn gebouwd.
Het water kwam uit het boezemwater, de kanalen en meren waar de gemalen normaal het water in pompen. Maar dit boezemwater was niet genoeg om alle polders mee onder water te zetten en water moest uit de zee en rivieren aangevoerd worden.

Sommige polders waren zo groot dat ze niet geheel onder water gezet hoefden te worden. Dan werd er een nieuwe dijk met damsluizen aangelegd die in vredestijd open stonden. In oorlogstijd werden de damsluizen met balken afgesloten om te verhinderen dat het water weg stroomt. Er zijn zeven van zulke geniedijken aangelegd waarvan die door de Haarlemmermeerpolder met 10,5 kilometer de langste is.

Achter deze betonnen nevenbatterij in Hoofddorp konden kanonnen gezet wordenGoedkoop en sterk

Een groot voordeel van een waterlinie is dat die goed te verdedigen is met weinig soldaten en kanonnen bij de zwakke plekken. De zwakke plekken waren de accessen: de dijken, autowegen en spoorwegen die boven het water bleven of de vaarwegen.
Voor de soldaten en kanonnen werden er bij die zwakke plekken forten gebouwd. De forten waren breed maar ondiep zodat de aanvaller ze moeilijk kon raken met hun kanonnen. De forten hadden zelf alleen kanonnen voor het afsluiten van de zwakke plekken om niet de aandacht van de vijand te trekken. De zware kanonnen om op de aanvallers voor de onder water gezette polders te schieten stonden tussen de forten. Deze kanonnen stonden achter dijken, aarden wallen of betonnen batterijen.

De onder water gezette polders, dat was het sterke punt van de Stelling van Amsterdam. Het was een echte waterlinie.
Ook de Duitse aanvallers waren in mei 1940 beducht voor de waterlinies zoals de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ze dreigden liever met het bombarderen van de grote steden. En dat bleek te werken...

Overigens is de wet die het onder water zetten van terreinen door het leger mogelijk maakt, de Inundatiewet uit 1896, nog steeds geldig.

Meer in 'De forten'»

Stelling van Amsterdam op X / Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam Junior
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
FMTraining - Trainingen en cursussen voor gebruikers en ontwikkelaars van FileMaker (Advertentie)
 
 
 
'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' is een gratis interactief e-book over de Stelling. (Advertentie)