Sluit [X]   
 

Eerstaanwezend Officier Hioolen in 1893: benoemd tot Eerstaanwezend Ingenieur te 's-Gravenhage, Zuid-Holland

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 29-1-2024

Donateur worden?

De Stelling van Amsterdam - Documenten

Revue 'Holland blijft Neutraal'

Hieronder volgt de beschrijving van de vier aktes in de revue "Holland blijft neutraal". Deze revue is geschreven door gemobiliseerd militair Hero Gerben Bleeker en uitgevoerd door de 'Militaire Toneelvereeniging Spijkerboor" van het Fort bij Spijkerboor. De tekst komt uit het boekwerkje 'Tekst der Liederen uit de Revue "Holland blijft Neutraal" in 27 Tafereelen'. Het doel was om de militairen als spelers en als publiek te vermaken.
Uit krantenartikelen blijkt dat de revue in totaal zestien keer werd opgevoerd waarvan de eerste drie in het nabijgelegen dorp De Rijp. Daarna op 21 juli 1915 in Concertgebouw Amicitia te Purmerend en begin oktober in het Heerenlogement in Edam. Tussendoor werd de revue eind augustus 1915 ook tweemaal in Groningen vertoond.


Eerste akte

De eerste akte plaatst ons voor een straattooneel voor het Centraalstation te Amsterdam, juist toen de mobilisatie-tijding afkwam. De vredesengel verschijnt en zingt het publiek toe. Plotseling komt God Mars op, de God van den Oorlog, die meent in Nederland ook den scepter te kunnen zwaaien. Hij vindt weinig bijval bij de menschen, al roept hij ze ook àl hunne helden uit de historie voor den geest. De Vredesengel verwijt hem zijn wraakzucht, en tracht hem te overtuigen, dat het Nederlandsche volk niet oorlogszuchtig is. Hij spreekt de Vredesengel ruw toe en dwingt haar te vertrekken. Deze ziet, dat zij voorlopig hier niet kan helpen en geeft haar rijk over aan God Mars. Maar binnenkort hoopt ze over hem te kunnen zegevieren. Het publiek beweent den aftocht van de Vredesengel.
Tafereel 4 toont ons het afscheid van een moeder met haar zoon. Deze laatste zien we door de heele revue heen terug. Het is Kees Knut, die – wat al te sentimenteel opgevoed – veel van de plaagzucht van zijn kameraden heeft te verduren, maar zich ten slotte ontpopt als een eerste vrouwenveroveraar. We zien daarna het afscheid van twee arme luitjes, die in hun leed nog meer denken aan dat van hunne naasten, dan aan dat van henzelf. Als contrast komt onmiddellijk daarop het afscheid van een jonger en meer gegoed paartje, dat zijn jeugdherinneringen maar niet kan vergeten.
Tafereel 7 geeft ons de ideeën weer van een oude zes-en-dertiger, die op zijn “ouwe dag” nog weer in ’s konings rok” moet verschijnen.
Het slot van ’t bedrijf is een scène, waarin Kees, de held, door ’t publiek in ’t ootje wordt genomen, als hij zich verlaten gevoelt en weer naar zijn moeder terug wil.

Tweede akte

Kantine met manschappen.De tweede acte speelt op het fort waar Kees verzeild is geraakt. We zien hem op schildwacht staan en krijgen nu juist geen hoog idee van hem als soldaat. – Hij heeft meer van zijn kameraden te lijden dan van den vijand. Tot overmaat van ramp komt er een eigenaardige persoonlijkheid voor de poort, n.l. God Mars. Dit verschijnen brengt Kees in een moeilijk parket. Hij mag volgens de instructie van den wachtcommandant niet binnengelaten worden. Als hij echter beweert, de allerhoogste militaire autoriteit te zijn, laat men hem passeeren en wordt de wacht in ’t geweer geroepen. God Mars beweert een inspectie te willen houden, maar in werkelijkheid komt hij om zich te laten eeren als God van den Oorlog.
Het eerst worden hem de plaatscorveeërs gepresenteerd, die met een hooggestemd gevoel van waardigheid hun functie hier vervullen en uit het bloed van Admiraal de Ruyter meenen te spruiten. God Mars woont een schoolles bij en maakt kennis met 2 autoriteiten op het fort, n.l. de wethouder van onderwijs en den schoolmeester. Daarna raakt hij in kennis met een nieuwe menschensoort, die, volgens de verklaring van den schoolmeester, ondergebracht moet worden in een afzonderlijke orde, n.l. die der lijntrekkers, en die evenals sommige vogelsoorten door de wet beschermd moeten worden. Op wetenschappelijke gronden wordt hun recht van bestaan aangetoond, zoodat God Mars ze voor wil dragen voor een extra toelage. Aan het slot krijgen de fortbewoners bezoek van een vrouwen-weerbaarheids-troep, die zijn diensten aan den Luitenant aanbiedt.

Derde akte

Het derde bedrijf speelt weer op het fort en zet in met een krachtige permissie-marsch. Een heele troep van permissiegangers staat aangetreden voor het bureau van den fortcommamdant en tracht door den cadans in zijn melodie lauwen en onverschilligen op te wekken om mee te doen aan hun actie voor verlof. Het 16e tafereel is een afspiegeling van ’t gemoed van den Nederl. Soldaat. De pachter van de cantine gaat met zijn echtgenoote het fort verlaten, omdat de soldaten-cantines in eigen beheer over moeten gaan. Evenals ‘t scheiden steeds smart veroorzaakt, doet ook dit vertrek het soldatenhart pijn en zingt men het echtpaar, dat bijna 10 maanden lief en leed met de soldaten heeft gedeeld, een afscheidslied toe. Vervolgens krijgen we de scène van de 3 toffe jongens. Men ziet hoe de post op het fort wordt uitgedeeld en welke emoties de ontvangst van de brieven verwekt. God Mars komt met den Kapitein op en laat zich door dezen over de forttoestanden inlichten. Hij ziet de voetballers uittrekken en ziet zich aan ’t eind van dit bedrijf weer voor de Vredesengel geplaatst, die hem nogmaals in naam van Neerland’s welvaart smeekt heen te gaan. Mars gevoelt zich hier op het fort vaster dan ooit, waar hij meent in zijn rijk te zijn. Toch laat de Vredesengel hem niet los en wijst hem op de soldaten, die met hun hart bij hun gezin zijn en niets liever willen, dan onmiddellijk naar hunne haardsteden terug te keeren. Aan ’t slot nog een verheerlijking van de lente, die door meisjes wordt uitgevoerd in Meidos.

Vierde akte

Centraal Station in Amsterdam.Het vierde bedrijf verplaatst ons in een inkwartieringsdorp en geeft ons een indruk, welke een eigenaardige afwisseling de aanwezigheid van militairen hier verwekt. ’t Is hier spel, dans en gezang van den vroege morgen tot den laten avond. Ieder meisje is in haar hart soldaat mee en kent evengoed de appèls als de Jantjes zelf.
Kees Knut maakt op een bijzondere manier duidelijk, hoe de bezetting van ’t fort soms als sneeuw voor de zon wegsmelt. Een journalist komt op en toont op aanschouwelijke wijze aan, hoe men tegenwoordig aan copie komt. Evenals alle dorpen met Belgische vluchtelingen werden overstroomd, zoo ook zien we hier een schare van die mannen en vrouwen binnenkomen, die onder het zingen van de “Vlaamsche Leeuw” trouw beloven aan hun Vaderland. Henkie weet aardig met de meisjes van het dorp om te springen.
De danspartij wordt wreed verstoord door de opkomst van een dienaar van het gezag, die het dansen in den mobilisatietijd niet toe mag staan en met behulp van zijn mannetjes de straat wil ontruimen. Gelukkig blijken ze van de vreedzaamste soort te zijn en laten zich door Kees overhalen om eens mee rond te hossen. Aan ’t slot van het bedrijf verschijnen de Vredesengel en God Mars en geeft de laatste zich gewonnen. Hij erkent, dat het Nederlandsche volk geen oorlog wil en steeds op de Vredesengel blijft vertrouwen.

(Tekst: overgenomen uit 'Tekst der Liederen uit de Revue "Holland blijft Neutraal" in 27 Tafereelen', overgetypt door Otto Bodemeijer.)

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
FMTraining - Trainingen en cursussen voor gebruikers en ontwikkelaars van FileMaker (Advertentie)
 
 
 
FMTraining - Trainingen en cursussen voor gebruikers en ontwikkelaars van FileMaker (Advertentie)