Sluit [X]   
 

Bureau Stellingcommandant in 1917: "Uitvoerverbod van coprah"

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 29-1-2024

Donateur worden?

De Stelling van Amsterdam - Documenten

Technisch Voorschrift betreffende de bewoning van het Fort aan de Drecht

Hieronder volgt het voorschrift uit 1913 voor de bewoning van het Fort aan de Drecht. De schrijfstijl, taal en opmaak zijn zoveel mogelijk behouden. De afbeeldingen behoren niet tot het originele verslag.

Het voorschrift geeft aan welke apparatuur er in het fort aanwezig was en wie voor de bediening en het onderhoud zorgde. Het geeft daarmee een goed beeld van de bediening van de lucht-, water- en elektrische installaties in het fort.
Het fort is van na 1908 en is van het Type B dat ook van een elektrische installatie was voorzien.


TECHNISCH VOORSCHRIFT BETREFFENDE DE BEWONING
VAN HET FORT AAN DE DRECHT (1913)

Inroepen van technische hulp.

In de gevallen hierna genoemd, waarvoor zulks bepaaldelijk wordt voorgeschreven, zoomede steeds wanneer zich technische gebreken voordoen, waarin de bezetting niet kan voorzien, wordt de hulp ingeroepen van den dienst der Genie, ingedeeld in de groep, waartoe het fort behoort.

Toezicht op de bewoning.

Een daarvoor geschikt onderofficier wordt blijvend aangewezen voor het toezicht op het naleven van het technische voorschrift betreffende de bewoning.

Keukendeur

De toegangsdeur van de keuken.
(Foto: © Jurgen Lamers, 2000)

Sluiting van deuren en luiken.

Raam en deuropeningen zijn behalve grootendeels door gewone ramen en deuren afsluitbaar door ijzeren luiken en deuren, voorzien van ventilatie en schietgaten; zij moeten steeds, zodra het fort beschoten wordt en vijandelijke aanvallen verwacht kunnen worden, zorgvuldig gesloten worden. De sluiting van de ijzeren deuren geschiedt met behulp van grendels; van die, waarachter geen houten deuren zijn aangebracht, ook nog door sloten met sleutel. Bovendien moeten ingeval van beschieting en wanneer de vijand door brisante ladingen de deuren tracht door te slaan tot steun van de deuren schoren worden ingehangen. De schoren zijn opgeborgen nabij de deuren. De ijzeren luiken worden met behulp van haken gesloten. De fortcommandant draagt zorg, dat een voorraad gevulde zandzakken aanwezig is, ten einde in de afsluiting van deur en raamopeningen te kunnen voorzien, wanneer de ijzeren deuren en blinden vernield mochten zijn. De glasramen van alle lokalen moeten geopend worden, voordat met de kanonnen van 7cm. van de kazemat gevuurd wordt; de ijzeren deuren daarentegen gesloten.

Behandeling der ventilatie-inrichting.

In de meeste lokalen mondt aan de achterzijde een koker uit, bestemd voor den natuurlijken afvoer van bedorven lucht en aan de voorzijde een koker, met een electrischen ventilator telkens voor drie aan elkaar grenzende lokalen. De kokers kunnen door jalousie kleppen gesloten worden zoodat de werking van den ventilator tot een of twee lokalen kan worden beperkt. Het in en uitschakelen van de ventilatoren geschiedt uitsluitend door het daarvoor bestemde Geniepersoneel (machinistelectricien). Versche lucht wordt aangevoerd door de openingen in deuren en luiken en door kanalen in de voorsluitmuur onder de ramen. De toevoerkanalen hiervan zijn aan de buitenzijde voorzien van kleppen, welke automatisch sluiten bij het springen van brisant granaten in de nabijheid. Hiervoor hoopt men te voorkomen, dat de giftige gassen dezer granaten in de lokalen dringen. De toevoer kan voorts worden geregeld met een schuif aan de binnenzijde.

Behandeling der verlichtingsmiddelen.

De verlichting geschiedt electrisch; een petroleumverlichting is als reserve aanwezig. Als voorzorgsmaatregel in geval van storingen in het electrisch bedrijf moet bij duisternis steeds in de daarvoor in de muren gespaarde nissen ongeveer om de 3 lokalen een petroleumlamp branden. De bediening van de centrale inrichting benevens van de schakel en verdeelborden geschiedt uitsluitend door de machinist-electricien. De fortcommandant regelt de bevoegdheid tot het in en uitschakelen van de electrische verlichting in de lokalen. Het is de bezetting overigens echter ten strengste verboden de onderdeelen der electrische leidingen aan te raken.

Reiniging van privaatinrichtingen.

Privaat

De buitenprivaten aan de linkerzijde van de keelzijde.
(Foto: © René Ros, 2000)

Op het gebruik der privaatinrichtingen moet voortdurend en scherp toezicht worden gehouden. De privaten mogen niet gebezigd worden tot het verwijderen van afval; in het bijzonder moet gewaakt worden tegen het inwerpen van groote voorwerpen of groote hoeveelheden papier. Er moet gewaakt worden tegen het verontreinigen van de muren en de vloeren. De gevolgen van onzindelijkheid moet zoo spoedig mogelijk verwijderd worden. Ter voorkoming van stank moeten de privaten en urinoirs geregeld schoongemaakt en doorgespoeld worden. Hiertoe moet het volgende geschieden; De closet-trechters moeten naar behoefte een of twee keer per dag worden schoongemaakt met een closetborstel en daarbij doorgespoeld; hiervoor moet met een sleutel de kraan worden geopend van de spoelleiding voor elk stel van 3 closetten. Het doorspoelen van de verdere inrichting moet dadelijk daarna geschieden, door een emmer water in iederen trechter te werpen; het water te verkrijgen uit de pomp van het lokaal. Is de pomp lens, dan draait men de pompbek naar boven en giet daarin water, onder voortdurend pompen. Trechters, waarin verstoppingen voorkomen moeten zoo spoedig mogelijk daarvan worden bevrijd door inwerpen van water, met een stok doorstooten tot den bodem van den put en zoo nodig ophalen van de oorzaak der verstopping met een putschepper of punthaak. Buiten het bomvrij gebouw nabij elk der vleugels bevindt zich een privaatput met overstortleiding naar de fort-gracht. In verband hiermede mag het water uit de fortgracht nimmer voor eenig huishoudelijk doel worden gebruikt. Het reinigen van de urinoirs geschiedt minsten eens per dag door het afborstelen en afspoelen met overvloedig water. Het ziekenprivaat en de buiten privaten hebben geen spoelleiding zoodat het water met emmers moet worden aangevoerd. De bovengenoemde schoonmaakbehoeften kunnen worden geborgen in het ziekenprivaat, de sleutel van de spoelleiding moet in de wacht worden bewaard.

Behandeling van het reinigingslokaal.

De tuimelkommen moeten telkens na gebruik worden geleegd en nagespoeld. Een of twee keer per dag naar behoefte moeten zij met een doek worden schoongemaakt; hetzelfde geldt voor de tuimel-kommen in het onderofficierslokaal en de waschbakken in de officierslokalen.

Gebruik en behandeling van de waterleiding.

Het regenwater wordt opgevangen op de bovenvlakken der bomvrijegebouwen en door buisleidingen gevoerd naar 2 regenbakken, elk voorzien van een ondergrondsche overstortleiding naar de fort-gracht met afsluitkraan, welke dadelijk na het betrekken van het fort moet word gesloten, en van een mangat, dat niet door de bezetting mag worden geopend. De regenbak onder de poterne kan 75 m3 water bevatten, de andere onder lokaal 28, 57 m3 zoodat bij gevulde regenbakken 132 m3 regen-water beschikbaar is en de bezetting van rond 180 hoofden bij een verbruik van 15 L. per man en per dag voor 49 dagen voorzien is van regen water. De fortcommandant laat controle uitoefenen op dit verbruik, door bij den aanvang der bezetting en verder eens per week den waterstand in de regen-bakken te doen opmeten met behulp van een in de keukenkast te bewaren maatstok. Hiertoe moeten de luiken boven de mangaten worden opgenomen; de peiling kan geschieden door gaten in de man-deksels. Het grondvlak van den grooten regenbak bedraagt 61,9 m3, dat van de kleine regenbak 37,8 m3. Om bij gebrek aan regenwater in de behoefte aan water te voorzien, dient een bronbuis in de poterne, lokaal 17, waarvan het water in lokaal 19 ontijzerd kan worden en afloopt in een daarnaast onder lokaal 18 gelegen reinwaterbak.

Met een centrale zuigperspomp, waaraan verbonden een zuig en een perswindketel door 2 man te bedienen, opgesteld in de machinekamer kan het water uit de regenbakken en uit de reinwaterbak naar reservoir in de lokalen 1, 2 en 31 en het water uit de bron-buis naar de ontijzeringsinrichting geperst worden. De zuigleidingen bevinden zich onder de vloeren der lokalen, de persleidingen bovengronds. Alle leidingen hebben bij de windketels afsluitkranen; bij het pompen opent men alleen die beide afsluitkranen, waarvan men de leidingen wenscht te benut-ten, de overige blijven gesloten. Naast de centrale handzuigperspomp en voor hetzelfde doel is aanwezig een electrisch gedreven pomp te bedienen door de machinistelectricien. Het pompen met handenarbeid behoeft dus alleen te geschieden, wanneer de electrisch gedreven pomp niet kan werken of om andere redenen buiten gebruik is. De boven genoemde reservoirs hebben overstortleidingen naar de vuilwaterleidingen en verklikkers uitkomende in de gootsteenen in de lokalen. Bij het volpompen der reservoirs moet een man deze verklikkers waarnemen en de bediening van de pomp waarschuwen, zoodra zij beginnen te werken. Het keukenlokaal heeft, behalve een kraan op de waterleiding een zuigpomp rechtstreeks werkend op de regenbak onder lokaal 28; daarom mag deze regenbak voor het volpompen der reservoirs eerst benut worden als de andere leeg is. Nabij de keuken bevindt zich een buitenpomp, die hygiënisch zuiver welwater levert, geschikt voor het reinigen van vaatwerk en desnoods voor drinkwater. Spoel en schrobwater mag alleen uit deze pomp verkregen worden. Wanneer voorzien wordt, dat gebrek aan regenwater zal ontstaan moet de ontijzeringsinrichting in bedrijf worden gesteld en de reinwaterbak met ontijzerd welwater gevuld worden; wanneer zulks wenschelijk mocht blijken, kan via den zuigwindketel de reinwaterbak meerdere malen worden ledig geheveld naar een der regenbakken en zoodoende de voorraad ontijzerd welwater worden vergroot. Het gebruik van ontijzerd welwater moet worden beschouwd als een nood toestand. Het verkregen water is wel hygiënisch zuiver, doch hard en niet volkomen ijzervrij, zoodat de spijsbereiding minder smakelijk zal geschieden; men zij dus spaarzaam met het regenwater en de reserve in elk geval een hoeveelheid regenwater uit den bak onder lokaal 28 voor de spijsbereiding gedurende den geheelen bezettingstijd. Het water uit de bovengenoemde reservoirs wordt langs verschillende leidingen gevoerd naar aftapkranen in de lokalen uitsluitend tot het verkrijgen van drinkwater; deze kranen moeten na gebruik steeds onmiddellijk gesloten worden. De gootsteenen onder de kranen lossen op vuilwaterleidingen onder de vloeren, welke op 6 plaatsen in de fortgracht uitkomen. Op verschillende plaatsen zijn deze leidingen bereikbaar door putjes in de vloeren aangebracht. Bij lekken of verstoppingen in toe of afvoerleidingen moet de hulp worden ingeroepen van de dienst der Genie in de Groep; kan langs dezen weg geen hulp verkregen worden en is ingrijpen noodzakelijk dan moet de bezetting zoo goed mogelijk in de gebreken voorzien. In een kast in een der wachtlokalen bevindt zich eene teekening van de waterleidingen van het fort.

Het verwijderen van afval en vuil.

Afval en vuil moeten zoolang mogelijk worden gebracht naar een daarvoor te graven kuil aan den buitengrachtsboord. Zoodra de gemeenschap naar buiten bezwaarlijk wordt moeten kuilen worden gebezigd te graven op het forteiland achter de vleugels van het aardwerk, voorbij het keelgebouw. Een strook van 3,5 m. achter de keelzijde van het logiesgebouw moet geheel vrij blijven voor het verkeer en mag dus niet voor het plaatsen van voorwerpen worden gebruikt. Buiten deze strook moet bij het keukenlokaal een houten vloer worden gemaakt, waarop tijdelijk aardappelschillen enz. kunnen worden gebracht.

Het op peil brengen en houden van de fortgracht.

Hiertoe vereischte werkzaamheden geschieden op verzoek van den fortcommandant door den dienst der Genie in de Groep. De te inundeeren Uithoornschenpolder staat met eene buisleiding aan de zijde van den polder afgesloten door een houten schuif aan de noordzijde in verbinding met de fortgracht. Bij geopende schuif stijgt het water in de gracht met het inundatiewater. Is het volledig inundatiepeil (vermoedelijk 0,90 N.A.P) bereikt, dan moet de schuif weer gesloten worden, ten einde te voorkomen dat bij een mogelijk aftappen van de inundatie het grachtpeil zou dalen. Eveneens moet de schuif gesloten worden, wanneer men bemerkt dat het inundatiewater gaat dalen, voor het volledige peil is bereikt. De grachtbodem ligt op 3,2 m. N.A.P., de kruin van de buitenkade en het terreplein op 0,25 m. + N.A.P.

(Bron: Noordhollands Archief, met dank aan J. M. van Doorn, Kudelstaart)

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Fort Resort Beemster herbergt een van de meest luxueuze wellnessresorts met hotel van Nederland. In de karakteristieke sfeer van het fort beleeft u wellness zoals u nog nooit heeft ervaren. (Advertentie)
 
 
 
'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' is een gratis interactief e-book over de Stelling. (Advertentie)