Sluit [X]   
 

Fort bij De Kwakel in 1907: testen hefkoepelgeschut

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 29-1-2024

Donateur worden?

Nieuwsbrief

Nieuwsgierig? Lees deze nieuwsbrief maar!Nieuwsbrief 481

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
Een nieuwsbrief over militair erfgoed in de regio Groot-Amsterdam.
21ste jaargang, nummer 481, 30 oktober 2019
Thema: Weerzien met Fort Uitermeer.

 

Inhoud

In deze nieuwsbrief:

 

Inleiding

Beste lezer,

Waarom ga ik niet actiever op zoek naar ooggetuigen die bijvoorbeeld tijdens de Koude Oorlog nog met de Stelling te maken hebben gehad? Ten eerste omdat er minder tijd is sinds ik besloten heb om twee uur per nacht langer te slapen... En ten tweede komen de mensen door de website vanzelf naar me toe. En als iemand dan niet geïnterviewd hoeft te worden maar zelf een informatief en leuk verhaal kan opschrijven, dan is het een pareltje op een dienblad.

Deze thema-nieuwsbrief is het verhaal van één zo'n man. Bas van der Mooren kwam tijdens zijn werk bij de Koninklijke Landmacht op Fort Uitermeer. En door een soort van toeval was hij er onlangs voor het eerst sinds 30 jaar weer. Lees zijn herinneringen van toen en waarnemingen van nu in deze nieuwsbrief.

Lees deze nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2019/nieuwsbrief-481/

De volgende nieuwsbrief zal waarschijnlijk op 13 november verschijnen.

Veel leesplezier!
René Ros
https://doccentrum.stelling-amsterdam.nl/

Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.

 

Algemeen Militaire Opleiding

Tekst: Lt-kol. b.d. KL drs. Bas M. van der Mooren.
Afbeelding en foto: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam.

Plattegrond van het MMC Uitermeer.Alsof er een schok door me heenging toen ik voor de eerste keer in het najaar van 1989 het terrein betrad van wat door mijn militaire collega’s het MOB complex Uitermeer werd genoemd. Dat zogenaamde MOB-complex was volgens mij iets heel anders en wel om twee redenen die ik even verderop in dit korte relaas wil verduidelijken.

Mijn bezoek was het gevolg van een uitnodiging van een van mijn pelotonscommandanten om hem met zijn peloton te komen opzoeken tijdens een oefening. Destijds was ik als kapitein geplaatst als compagniescommandant (CC) van de Instructiecompagnie op de toenmalige Kolonel Palmkazerne te Bussum, de bakermat van alle logistieke opleidingen van de Intendance voor de Koninklijke Landmacht en toentertijd ook al voor een deel voor de andere krijgsmachtdelen.
Onze defensieonderdelen werden nog gevuld met personeel volgens het systeem van het zogenoemde kader-militieleger waarbij een relatief grote hoeveelheid dienstplichtige jonge mannen voor de duur van 14 dan wel 16 maanden (indien men een kaderverplichting had) de diensttijd onderging.

Toegangspoortt van de Kolonel Palmkazerne in Bussum.Tijdens de opkomstperiode werden die rekruten eerst geplaatst op een van de opleidingscentra die verspreid waren over het gehele land, waar ze hun opleiding en training kregen. De opleiding bij de Instructiecompagnie bestond onder andere uit de basis militaire vaardigheden zoals het met goed gevolg kunnen verplaatsen, hun opdracht uitvoeren en verblijven in het veld zonder al te veel op te vallen.
Daarnaast de specifieke opleiding in een bepaalde logistieke functie zoals: schrijver-onderhoud; bedienaar brandstofvoorzieningsinstallatie of bad- en wasinstallatie. Gedurende de AMO (algemeen militaire opleiding) was voorzien in een oefening te velde met het bijbehorende bivak.

Het 1e Peloton ging op maandag onder leiding van een eerste-luitenant als pelotonscommandant (PC) en een aantal kaderleden (sergeanten) als groepscommandanten (GPC) naar het complex Uitermeer. Zoals het een goed CC betaamt gaat men dan gedurende die oefening polshoogte nemen of de oefening wel uitgevoerd werd volgens de richtlijnen. En uiteraard werd het door de PC, de GPC’n en de soldaten op prijs gesteld dat er belangstelling kwam van de hogere leiding.

Fort Uitermeer

 

Munitiemagazijnen

Tekst: Lt-kol. b.d. KL drs. Bas M. van der Mooren.
Foto's: René Ros.

Bij mijn aankomst aan de poort van het MOB-complex Uitermeer trof ik de pelotonscommandant (PC) aan die me vertelde dat ik me een beetje gereserveerd diende op te stellen naar de ‘burger’ die bij de poort woonde want die had niets op met militaire dienst. Waarom gaat die man dan tegen zo’n complex aan wonen dacht ik toen.

Inmiddels gesloopt A-magazijn op MMC UItermeer.Eenmaal binnen het complex werd ik aangenaam verrast door de enthousiaste inzet van de militairen in opleiding die onder leiding van hun kaderleden bezig waren om zichzelf te camoufleren en op tactische wijze te verplaatsen door het met bomen en struikgewas overwoekerde, buiten dienst zijnde complex. De voertuigen (4-tonners) stonden keurig netjes uitgericht op een klein platform voor een leeg magazijn. En wat voor magazijn!!! Dat was de eerste reden van mijn hierboven vermelde gewekte nieuwsgierigheid.

Bij nader inzien bleek het om een A-magazijn (met 4 dubbele deuren aan de voorzijde) te gaan, een type magazijn dat specifiek voor munitieopslag was bedoeld en 80 ton ‘plof’ (explosieve springstof) mocht bevatten volgens de opslagverordeningen.
Die kennis had ik verworven gedurende mijn vorige plaatsing als hoofd bedrijf bij 582 Munitiedepotcompagnie in het noorden en oosten van het land. Destijds behoorden daar een aantal munitiemagazijnencomplexen (MMC) bij zoals: Donderen, Veenhuizen, Stegerveld, Bruineveld, Nieuw-Balinge, Staphorst en Ruinen.
Toen ik vervolgens om me heen keek op het complex Uitermeer zag ik nog meer van dit soort magazijnen maar ook nog andere typen zoals het B- en C-magazijn (40 ton en 8 ton ‘plof’ en met twee respectievelijk één dubbele deur in de voorzijde).

Om vervolgens zeker te zijn van mijn constateringen ging ik op zoek naar het onderhoudsgebouw (OG) waar de opgeslagen munitie regelmatig aan inspectie werd onderworpen om te bepalen of de kwaliteit en betrouwbaarheid nog op het vereiste niveau waren. En inderdaad, in een hoek van het complex vond ik dat gebouw terug, volgens mij toen nog wel voorzien van bliksemafleiding in de vorm van een aantal hoge stalen palen met metalen kabels daartussen gespannen in een soort raster, de ‘kooi van Faraday’ zoals wij dat noemden. Er was echter geen omwalling aanwezig zoals ik dat gewend was maar dat was een gevolg van het feit dat dit gebouw feitelijk tegen de waterrand was gebouwd.

Inmiddels gesloopt C-magazijn op MMC UItermeer.Het drong ook tot me door dat de woning bij de ingang niets anders was dan een tot woning verbouwd bureelwachtgebouw (BWG). Het plaatje was compleet want dit soort munitiemagazijncomplexen zijn ook gebouwd in het noorden en oosten van het land, maar ook in het zuiden in Noord-Brabant en in het westen, bij Spaarndam, zo wist ik uit ervaring. Ik constateerde dat er geen S-magazijnen op het complex aanwezig waren. S, staat voor Stratley, met aarden dekking voorziene betonnen kokermagazijnen, waarschijnlijk was dit type van Engelse of Amerikaanse afkomst.

Mijn vermoeden was dat het complex in de beginjaren 1960 was gebouwd voor met name luchtdoelartilleriemunitie omdat er in de omgeving van Amsterdam destijds veel van dat soort bescherming gepland en gestationeerd was.
Het was duidelijk dat er toen in 1989 al in geen jaren munitie was opgeslagen want de gevarenclassificatieborden op de voorzijde van de magazijnen waren verwijderd en er waren geen brandbestrijdingsmiddelen aan de buitenzijde van de magazijnen bevestigd. Bovendien ontbraken de bakken met water om eventueel lekkende fosformunitie in te leggen.

Fort Uitermeer

 

Oude bakstenen gebouwen

Tekst: Lt-kol. b.d. KL drs. Bas M. van der Mooren.
Foto's: René Ros.

Torenfort op Fort Uitermeer verborgen in het groen.De pelotonscommandant (PC) gaf me vervolgens een kleine rondleiding naar de oefenende soldaten en liet zien waar ze hun legering hadden. De oefenende troep sliep in de welbekende boogtenten die opgesteld stonden op een vlak stuk terrein zonder begroeiing.

Op weg daarnaartoe kwamen we langs een oud bakstenen gebouw, voorzien van een aarden bovendekking en met afgebladderde groene deuren, dat volgens mij een opslagfunctie had maar duidelijk van veel oudere origine was. Er lag ook nog een grote groene roeiboot bij die eveneens in een deplorabele staat verkeerde; het hout was op diverse plaatsen weggerot en volgens mij had de boot daar al jarenlang misschien wel tientallen jarenlang gelegen. Maar de grootste verrassing moest nog komen…

Wij liepen verder door een, volgens mij, met wilgentenen begroeid deel van het terrein en plotseling doemde daar een aarden wal op met een grote lage bakstenen toren met schietgaten. Ineens realiseerde ik me dat ik voor een behoorlijk oud fort stond waarvan ik het bestaan niet afwist. Het dak was er uitgeblazen met springstof en de muren waren zwaar beschadigd.

De begroeide toegang tot het torenfort van Fort Uitermeer.Mijn fascinatie voor forten en oude verdedigingswerken is natuurlijk niet verwonderlijk als men zich realiseert dat het sporen zijn uit mijn jeugd. Opgroeiende in een gebied dat veel historische kastelen en vestingsteden herbergt zoals: Heusden, Woudrichem, Geertruidenberg, Gorinchem, Loevestein etc. Bovendien lagen er ook veel forten (Giessen, Poederoijen, Steurgat) en betonnen schuilplaatsen. Dat daar samenhang in zat in de vorm van linies was iets dat ik pas later ging inzien.
Voor mij was het toen al wel teleurstellend dat we op een dergelijk manier met ons militair erfgoed omgingen. Blijkbaar was ik op het Fort Uitermeer aanbeland maar daar was niet zoveel meer van te herkennen, helaas…

Fort Uitermeer

 

30 Jaar later

Tekst: Lt-kol. b.d. KL drs. Bas M. van der Mooren.
Foto's: René Ros.

Gebouw Inmiddels zijn we na heel wat jaartjes later in een mensenleven aanbeland, in het jaar 2019, en ben ik in 2013 met functioneel leeftijdsontslag (FLO) gegaan. Mijn voorliefde voor militaire historie heeft via een universitaire master met een waterstaat-historisch onderwerp (ijsbestrijding in de grote rivieren in Nederland in de periode 1600-1900) geleid tot een buitenpromotietraject aan de Universiteit Leiden. Het onderwerp laat zich raden; het geconcentreerde verdedigingsstelsel van Nederland in de periode 1874-1914, de tijd van de waterlinies en de forten.

Bij het onderzoeken van de bronnen naar de Stelling van Amsterdam word ik door René Ros, de beheerder van het Documentatiecentrum, uitgenodigd om te komen praten en speuren naar bruikbare literatuur en tot mijn grote verbazing blijkt dit de locatie van het Fort Uitermeer te zijn. Natuurlijk was ik heel benieuwd wat ik zou gaan aantreffen en tot mijn genoegdoening gaf het navigatiesysteem in mijn auto dezelfde route aan vanaf Bussum die ik destijds ook zal hebben gereden langs de ’s-Gravelandse Vaart richting Weesp.

Inmiddels ligt er een nieuw aangelegde parkeerplaats en bij het betreden van het complex valt meteen op dat er een groot wegensteunpunt met materiaal van de Provincie Noord-Holland is gepositioneerd in een hoek van het terrein. Verder lijkt alles bij het oude te zijn gebleven want de woning staat er nog en de omheining en poort zijn nog hetzelfde.
Op een klein overdekt platform (met afbeeldingen van de aanwezige populatie zeldzame vleermuizen) schuil ik even voor de regen en kijk naar mijn uitgeprinte e-mail om te zien in welk gebouw ik verwacht wordt. Later blijkt het platform de oude vloer te zijn van een C-magazijn dat ontdaan is van zijn stenen buitenmuren.

De vrijgemaakte toegang tot het torenfort van Fort Uitermeer.Bij het vervolg van mijn wandeling loop ik even rechtsaf en zie dat de meeste van de aanwezige magazijnen in hergebruik zijn genomen als theater, kantoor en andere bestemmingen. Toch kom ik nog een A-magazijn tegen waarin de tijd heeft stilgestaan en ik maak gebruik van de gelegenheid die de openstaande deur biedt om even binnen te kijken. Ik maak er een praatje met iemand die bij de bedrijfsleiding van de nieuwe uitbaters hoort en die bijzonder geïnteresseerd is in de tijd dat het een munitiemagazijncomplex was. Alsof de tijd heeft stilgestaan en het zo weer in gebruik kan worden genomen.

Het OG (onderhoudsgebouw) is netjes verbouwd tot een kantoor. Een aangename verrassing wacht me als ik een smalle schutsluis tegenkom die er in 1989 ook geweest moet zijn maar waarschijnlijk onder de grond was verdwenen. Een ander B-magazijn, vlakbij het A-magazijn waarin nu het Documentatiecentrum is gevestigd, blijkt te zijn verbouwd tot theatertje; raar om te zien eigenlijk want in mijn beleving moeten hier pallets en kisten met munitie staan. Bovendien was de omwalling rondom het torenfort verwijderd en stond er een nieuwgebouwd restaurant aan de rand van de Vecht.

Daarna heb ik een aantal aangename uurtjes doorgebracht in het Documentatiecentrum en op het terrein met een rondleiding. Er was veel begroeiing verwijderd en de contouren van de fortgracht waren weer in de oude staat hersteld. De positie en locatie ten opzichte van de Vecht en de ‘s-Gravelandse Vaart waren weer duidelijk te zien vanaf het fort.
Nadat ik afscheid had genomen ben ik nog even buiten het fort rondgelopen en heb de sluis met sluiswachterswoning uit 1888 bekeken en een mitrailleurkazemat die is gebouwd tijdens de periode van 1933-1939.

Hulde aan de mensen en instanties die dit Fort Uitermeer uit haar slaap hebben opgewekt en weer toonbaar hebben gemaakt. Waardig als een kraal in de kettingen van de Oude- en Nieuwe Hollandse Waterlinie en ook nog enige tijd van de Stelling van Amsterdam.

Het weerzien met Fort Uitermeer was na 30 jaar een heel positieve gewaarwording. Nu pas werd mij duidelijk hoe dat geïnundeerde terrein er uit heeft gezien en dat was een machtige historische ervaring; daar doe je het als historicus ook voor en dat kun je niet uit de boeken halen!

Fort Uitermeer
Uiteraard Uitermeer
Paviljoen Uit & Meer

 

Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven.

 

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Reizend restaurant SterkWater strijkt neer langs de Hollandse Waterlinies. In de grootste, oudste en prachtigste forten genieten haar gasten van een bijzondere avond uit, met een heerlijk 5-gangen diner en meeslepende verhalen. (Advertentie)
 
 
 
Het Kenniscentrum Waterlinies (KCW) verzamelt, onderzoekt, borgt en verspreidt kennis over de Hollandse Waterlinies: de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. (Advertentie)