Sluit [X]   
 

Fort aan de St. Aagtendijk in 1945: moord Georgische soldaten, 16 doden

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 29-1-2024

Donateur worden?

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam

Nieuwsbrief 72

Nieuwsbrief Website Stelling van Amsterdam, nummer 72
Thema: In het voetspoor van zijn vader (Jan de Roos)
(31 oktober 2002)

Beste lezer,

Deze keer een thema-nummer van de nieuwsbrief over de Stelling van Amsterdam.

In 'De Wessaner' van de Westzaanse Gemeenschap van 22 oktober jongstleden verscheen een artikel "In de voetsporen van zijn vader". Het is geschreven door de West-Zaner Jan de Roos. Via ondergetekende is hij in contact gekomen met de 80-jarige zoon van Groepscommandant De Grave en te weten gekomen waar het dagboek van deze commandant bewaard werd.
Met de zoon heeft hij een gesprek gehad en samen zijn ze door Westzaan gelopen, waar de zoon zijn herinneringen kon ophalen.
Met toestemming van de auteur en in overleg met hem is besloten dat het artikel het best tot zijn recht komt als thema-nummer. We hopen beide dat je het met plezier zult lezen en het een blik in het verleden en heden geeft.
Op de website is een beknopte biografie van de Groepscommandant te vinden (https://www.stelling-amsterdam.nl/stelling/mensen/groepscom.htm).

Met vriendelijke groet,
René Ros

P.S. Op zaterdag 2 november zal de website een groot deel van de dag niet beschikbaar zijn vanwege werkzaamheden aan het netwerk nabij de servers.


In het voetspoor van zijn vader
door Jan de Roos

Onlangs was de 80-jarige Ton de Grave uit De Meern (U.) weer eens in Westzaan. Zijn vader, luitenant-kolonel Jean Louis Antoine de Grave (1862-1945), was hier tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1919) een poos commandant van de Groep Westzaan, een onderdeel van de zogeheten Stelling van Amsterdam. Samen volgden we in de Kerkbuurt het spoor terug.
‘Kijk, hier was mijn vader ingekwartierd.’ Gedecideerd wijst Ton de Grave naar het pand Kerkbuurt 7, hoek Watermolenstraat. ‘Vroeger woonde hier Cor de Jong, kartonnage- en zakkenfabrikant. Toen mijn vader destijds bij hem kwam inwonen, wilde De Jong zijn mooiste kamer aan hem afstaan. Maar mijn vader vond dat onzin. Hij wilde gewoon een eenvoudige kamer. Het aardige is dat mijn vader bevriend is geraakt met Cor de Jong. Later heb ik als jongetje van een jaar of tien ook nog in dat huis gelogeerd. Ik herinner me nog het muurvullende schitterende behang met jachttaferelen.’ Omdat hij zijn nieuwsgierigheid niet kan bedwingen, belt Ton de Grave meteen maar even aan. ‘Nee dat behang zit er al lang niet meer’, krijgt hij te horen, ‘dat is overgebracht naar een van de Zaanse huisjes in het Openluchtmuseum in Arnhem’.
Het mag de pret van dit bezoek aan Westzaan niet drukken. Meer herinneringen komen boven. ’Kort na de oorlog ben ik hier ook nog geweest. Er was toen een enorme mensenmassa op de been ter gelegenheid van de bevrijdingsfeesten. Je kon de straat zien golven, gevolg van de slappe bodem. Zoiets had ik nog nooit gezien!’ Uit zijn tas tovert hij een waterverfschilderijtje te voorschijn, waarop je de nationale driekleur ziet wapperen van praktisch alle gevels in de Kerkbuurt. ‘Heb ik destijds gemaakt, aardig toch?’

Hobby

Bij De Grave is de appel niet ver van de boom gevallen. Snor en dictie doen al meteen vermoeden dat we hier met een ex-militair te maken hebben. ‘Klopt, ik heb na de oorlog nog als soldaat in Indië gezeten. Mijn grote hobby is het op schaal bouwen van militaire voertuigen: tanks, afweergeschut, zoeklichten enzovoorts. Daar heb ik mij na mijn pensionering als technisch redacteur van de Oosthoek-encyclopedie helemaal op toegelegd.’
Hij vertelt over zijn vader, die na een opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie naar Indië werd uitgezonden, waar hij tweede luitenant in het Oost-Indisch Leger (het latere KNIL) was. In 1910 ging Jean Louis Antoine de Grave met pensioen. Hij was toen 48 jaar oud. Vier jaar later, op 31 juli 1914, werd in ons land de mobilisatie afgekondigd in verband met de gespannen internationale situatie, die binnen een paar weken tot een wereldoorlog leidde. Nederland slaagde er met veel kunst en vliegwerk in, zijn neutraliteit te handhaven. Wel waren de economische gevolgen van de oorlog (gebrek aan levensmiddelen, duurte) duidelijk voelbaar.
De Grave sr. meldde zich bij de afkondiging van de mobilisatie direct als vrijwilliger. Hij kreeg het commando over de groep militairen die in Westzaan werd gelegerd. Het groepsstafkwartier werd gevestigd in het pand Kerkbuurt 8 (nu Krijgsman), schuin tegenover het huis van Cor de Jong dus. ‘In 1915 is mijn vader getrouwd met Laure Enuma. Zij kwam uit Rotterdam en woonde in Amsterdam op kamers. De eerste vrouw van mijn vader was in april 1914 overleden. Na zijn tweede huwelijk ging hij met mijn moeder in hotel ‘De Prins’ wonen. Toen de Eerste Wereldoorlog was afgelopen, zijn mijn ouders in Den Haag gaan wonen.’

Dagboekje

Over het doen en laten van de militairen van de Groep Westzaan zijn we goed geïnformeerd dankzij een dagboekje dat luitenant-kolonel De Grave sr. en diens voorganger majoor J.L. Ranneft hebben nagelaten. Op de fraaie website van de Stelling van Amsterdam (www.stelling-amsterdam.nl) las ik dat het wordt bewaard in het Nationaal Archief in Den Haag. Dus heb ik mij daarheen gespoed om te zien of het nog wat interessants over Westzaan bevatte. Het dagboekje begint met de aankomst ‘per rijtuig’ van majoor Ranneft op 1 augustus 1914, waar hij met burgemeester Driessen bespreekt hoe de logies en voeding van de soldaten moet worden geregeld. Er worden acht officieren en 103 manschappen verwacht. Drie paarden worden gevorderd bij Dirk Keest, Jacobus Schoen en S. Klees. De volgende dag gaat de groepscommandant per rijwiel de verdedigingswerken en depots in zijn territorium inspecteren. Dat gebied omvat behalve Westzaan ook Assendelft, Zaandijk en Beverwijk tot aan het Noordzeekanaal. Omdat de inspectie per fiets wel erg veel tijd neemt, wordt hiervoor al snel een auto in gebruik genomen.
Veel notities van de commandanten Ranneft en De Grave zijn nogal militair-technisch van aard, maar ik trof ook een paar aantekeningen aan die het vermelden hier zeker waard zijn:
6 augustus 1914: ‘Te 10.30 n.m. wordt mij per motorordonnans gemeld dat een man van het detachement Assendelft krankzinnig is geworden en met getrokken mes in het weiland rondloopt. Dokter adviseert als hij gevangen is, hem naar Meer en Bosch [psychiatrische inrichting in Heemstede, JdR] te vervoeren. Men zal trachten hem te vangen en te kalmeren; ’t is vermoedelijk overspanning ten gevolge van de toestand.’
7 augustus: ‘Aan een landweerinfanterist een ernstige straf opgelegd (8 dagen provoost) [= streng arrest, JdR] wegens een overtreding als schildwacht en een zeer indisciplinair antwoord ter zake van de fortcommandant.’
10 augustus: ‘Het bevel over de groep overgegeven aan de gepensioneerd luitenant-kolonel De Grave van het Nederlandsch Indisch Leger.
11 augustus: ‘De commandant van het fort aan den St. Aagtendijk heeft op eigen initiatief enkele met het landbouwbedrijf bekende manschappen vergunning verleend in de onmiddellijke nabijheid van het fort behulpzaam te zijn bij het inhalen van de oogst.’
19 augustus: ‘Het bureau Groepsstafkwartier overgebracht naar een leegstaand huis op de Kerkbuurt.’
27 augustus: ‘De troep in den school ondergebracht gaat over naar de zaal achter het logement “De Prins”daar 2 sept. a.s. het onderwijs weder aanvangt neemt.’
25 september: ‘Hotel “De Prins”ontruimd als soldatenlogies.’

Uiteraard oefenden de militairen van de Groep Westzaan zich regelmatig in het gebruik van wapentuig en munitie. De dagboeknotities maken duidelijk dat daar nogal wat aan schortte. Maar goed dat Nederland niet in de oorlogshandelingen betrokken is geraakt, want dan had het er voor onze soldaten vermoedelijk niet best uitgezien!

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Bureau Meerzijdig let op meerdere zijden bij support, mediation, procesbegeleiding en trainingen. (Advertentie)
 
 
 
Reizend restaurant SterkWater strijkt neer langs de Hollandse Waterlinies. In de grootste, oudste en prachtigste forten genieten haar gasten van een bijzondere avond uit, met een heerlijk 5-gangen diner en meeslepende verhalen. (Advertentie)