Mensen

Genieofficier Van Dooden

Naam voluit:

Cornelis Willem van Dooden

Geboren:

16 september 1884, Amsterdam (Noord-Holland)

Overleden:

23 juni 1948, Amsterdam (Noord-Holland)

Levensloop:

Cornelis Willem van Dooden werd op 16 september 1884 in Amsterdam geboren. Hij trad op 7 september 1920 in Den Haag in het huwelijk met Elizabeth Philippine van Dam met wie hij drie dochters kreeg.

Hij was van 1902 tot 1905 cadet aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda en verliet de opleiding als Tweede Luitenant bij het Wapen der Genie. Hij was een jaargenoot van Genieofficier Dudok.
Op 19 maart 1910 werd hij geplaatst bij het Regiment Genietroepen en was vanaf 2 september van dat jaar "luitenant voor speciale diensten". Over zijn eerste functies is niets bekend maar hij was in 1916 als kapitein commandant van het detachement Amsterdam van het Verlichtingspark. In mei 1918 was hij als "kapitein van de Genie te Utrecht" getuige-deskundige vanwege het overlijden van Soldaat Dagloonder.
Hij werd op 1 juni 1922 waarnemend commandant van het IIIe Bataljon Regiment Genietroepen. In 1929 werd hij gepromoveerd tot Majoor en in 1934 tot Luitenant-kolonel.

Bij de bouw van de Kazematten Afsluitdijk (1932-1936) was hij in de rang van Luitenant-kolonel belast met de uitvoering. Het is echter niet bekend in welke functie en periode.
In september 1935 werd hij Eerstaanwezend Ingenieur in Den Haag en moet betrokken zijn geweest bij de bouw van de Frederikskazerne en de tweede Alexanderkazerne in die plaats. Hij werd in mei 1938 als kolonel de commandant van het 1ste Genie Commandement te Utrecht en in november 1938 commandant 2de Genie Commandement (Amsterdam).

Bij de aanvang van de mobilisatie 1939-1940 was zijn vredesfunctie commandant 2e Genie Commandement. Zijn oorlogsfunctie was Hoofd van Sectie V (Genie) en Hoofd van de Inundatiedienst bij het Hoofdkwartier der Vesting Holland. In die hoedanigheid moet hij leiding hebben gegeven aan de bouw van schuilplaatsen in het Stelling-gebied. Na de Duitse inval in mei 1940 werd hij hoofd van het Afwikkelingsbureau voor Genie-aangelegenheden.

Toen alle officieren alsnog op 15 mei 1942 krijgsgevangen werden genomen, werd hij als nummer 30176 in vier krijgsgevangenkampen. In de meeste kampen zat hij tegelijk met Kolonel Sneep.
Van Dooden was 61 jaar oud toen hij op of rond 1 juni 1945 terugkeerde naar Nederland en hij eervol werd ontslagen.
In 1946 werd hij bevorderd tot Generaal-Majoor titulair (b.d.) en in 1947 benoemd tot Hoofd van het Bureau Registratie van Verdedigingswerken.

Van Dooden overleed onverwachts op 23 juni 1948 op 63-jarige leeftijd in zijn geboorteplaats. Hij kreeg een laatste rustplaats op Begraafplaats Zorgvlied waar zijn graf anno 2018 nog aanwezig is.
In 1920 ontving hij het onderscheidingsteken voor langdurige Nederlandse dienst als officier. Hij was Ridder (1920) en Officier (1934) in de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden.

Bron:

Alfred Heuperman (kleinzoon), Nationaal Archief stamboeken officieren Genie